Ga verder naar de inhoud

TAA/SA/0368/2019: Beslissing 26 november 2020

Merve Köse

Jurist deontologie
Merve Köse

Deel dit artikel

  • Laattijdig verzet
  • Betekening aan het kantooradres

De advocaat werd bij verstekbeslissing van 30 januari 2020 veroordeeld tot een schorsing van één maand.

Voormelde beslissing werd per aangetekende brief van 6 februari 2020 ter kennis gebracht aan het kantooradres van de advocaat.

Nadat het ingaan van de schorsing door het parket aan de advocaat op zijn kantooradres werd meegedeeld per brieven van 10 en 26 februari 2020, tekende de raadsman van de advocaat via aangetekende brief van 5 maart 2020 verzet aan.

Conform artikel 462 Ger. W. kan tegen een beslissing, gewezen bij verstek, verzet worden aangetekend binnen 15 dagen, te rekenen van de kennisgeving.

In casu was het verzet derhalve laattijdig, en aldus niet ontvankelijk.

Conform hetzelfde artikel 462, al. 2 Ger. W. kan de tuchtraad de verzet doende advocaat van dit verval ontheffen.

De tuchtraad ziet hiertoe geen aanleiding.

Artikel 189 van de codex deontologie voor advocaten stelt dat met betrekking tot de communicatie van en met de raad van de Orde, de Orde en de stafhouder, elke advocaat geacht wordt keuze van woonst te doen op zijn meest recent aan de Orde meegedeelde kantooradres.

In casu gebeurde de oproeping en de kennisgevingen aan het kantooradres van de advocaat.

Anderzijds voorziet artikel 186 van dezelfde codex dat de advocaat in elk kantoor moet beschikken over een infrastructuur die een behoorlijke uitoefening van het beroep mogelijk maakt.

Nu de advocaat blijkbaar geen rekening houdt met voormelde bepalingen van de Codex en zich er bovendien mee vergenoegt te argumenteren op voormeld kantooradres geen toezending van poststukken te hebben verwacht, heeft hij het louter aan zichzelf te wijten dat hij laattijdig kennis nam van de oproeping en kennisgevingen.

De tuchtraad verklaart het ingestelde verzet niet ontvankelijk.

Analyse en commentaar

Artikel 462 Gerechtelijk Wetboek bepaalt de modaliteiten van het verzet tegen tuchtbeslissingen die bij verstek werden gewezen.

De advocaat heeft 15 dagen de tijd om verzet aan te tekenen vanaf de kennisgeving via aangetekende brief door de secretaris van de tuchtraad. Voor de berekening van de termijn gelden de algemene bepalingen van artikel 53bis van het Gerechtelijk Wetboek.

De tuchtraad van Antwerpen verwijst naar artikel 189 van de codex deontologie voor advocaten ter motivering van de betekening van de tuchtbeslissing aan het kantooradres van de advocaat.

Daarmee geeft de tuchtraad een ruime interpretatie aan de bepaling van artikel 189 van de codex waarin enkel sprake is van een keuze van woonst op het kantooradres voor wat betreft de communicatie met de raad van de Orde, de Orde en de stafhouder. De tuchtraad breidt dit nu ook uit naar de communicatie met de tuchtorganen (tuchtraad). Aangezien de tucht tot doel heeft inbreuken op de deontologische bepalingen te sanctioneren in het kader van de regulering van het beroep van de advocaat lijkt dit inderdaad logisch en in het verlengde ervan te liggen. Het is immers op initiatief van de stafhouder dat de advocaat – na de afsluiting van het tuchtrechtelijk onderzoek - al dan niet in tucht wordt vervolgd en daarnaast zal de tuchtraad ook in procedures ‘zoals in tucht’ oordelen over beslissingen van de raden van de Orde. In die context is het zeker verdedigbaar om alle betekeningen inzake tucht eveneens aan het kantooradres te richten.

Nochtans zijn er situaties denkbaar waarbij de betekening niet zal kunnen geschieden aan het kantooradres.

Dit zal het geval zijn voor advocaten die verzoeken om de weglating van het tableau van advocaten, alvorens wordt overgegaan tot de dagvaarding en behandeling in tucht. De tuchtraad blijft immers bevoegd om uitspraak te doen over tuchtrechtelijke vervolgingen die ingesteld zijn wegens feiten gepleegd voor de beslissing waarbij de advocaat van het tableau van de Orde is weggelaten, indien het onderzoek uiterlijk één jaar na die beslissing is ingesteld (art. 469 Ger. W.). In voorkomend geval zal de oproeping en betekening noodzakelijkerwijs dienen te gebeuren aan de woonplaats van de (gewezen) advocaat.

In casu gebeurde de betekening van de beslissing bij verstek bij aangetekende brief van de secretaris van de tuchtraad aan het kantooradres van betrokken advocaat.

Concreet gebeurde de betekening per aangetekend schrijven van 6 februari 2020 waardoor de termijn van 15 dagen voor het verzet uiterlijk begon te lopen vanaf 11 februari 2020 (i.c. de derde werkdag volgend op deze van donderdag 6 februari 2020) en dus afliep op 25 februari 2020. Het aantekenen van verzet middels aangetekend schrijven van 5 maart 2020 was derhalve laattijdig.

In geval er sprake is van een laattijdig verzet kan de tuchtraad ontheffing geven.

De tuchtraad besliste om dit niet te doen en verklaarde het verzet onontvankelijk op grond van de motivering dat de advocaat de plicht had om alle post die was gericht aan zijn kantooradres daadwerkelijk te verwachten en derhalve ook in ontvangst te nemen. De tuchtraad steunt daarvoor op de deontologische plicht vervat in artikel 186 van de codex deontologie voor advocaten op grond waarvan de advocaat dient te beschikken over een infrastructuur die een behoorlijke beroepsuitoefening mogelijk maakt. Van advocaten mag worden verwacht dat zij (tijdig) kennis nemen van alle briefwisseling die gericht is aan hun professioneel adres. In het tegenovergestelde geval kunnen zij hun beroep immers niet naar behoren uitoefenen.

Kortom, voor de interpretatie en draagwijdte van de bepalingen van het Gerechtelijk Wetboek betreffende de wijze van betekening van tuchtbeslissingen en het ontheffen van verval bij laattijdig verzet in tuchtprocedures voor advocaten wordt mede gesteund op de bepalingen van de Codex deontologie voor advocaten.

Lees ook deze beslissing

Rechter
Tuchtdatabank

TAA/SA/0368/2019: Beslissing 30 januari 2020

Ereloon
Verstek
Schorsing

Meer lezen

Nog vragen? Onze specialisten ter zake

Ontdek alle medewerkers

Merve Köse

Jurist deontologie

Gerelateerd nieuws

Deze berichten verschenen recent:
Deontologie

Inzicht in nationale risicoanalyse witwaspreventie

De Cel voor Financiële Informatieverwerking (CFI) heeft de nationale risicoanalyse over witwassen van geld, financiering van terrorisme en de proliferatie van massavernietigingswapens samengevat voor alle entiteiten die onder de witwaspreventiewet vallen. Deze samenvatting is daarom ook van belang voor advocaten. Ze biedt u een goed inzicht in de actuele risico’s, waardoor u uw eigen risicoanalyses daarop kunt afstemmen.

Meer lezen
Deontologie Podcast

Podcast Ten Gronde: F*Q deontologie

In een boeiende aflevering van de podcast Ten Gronde, gemodereerd door bestuurder Jan Meerts, wordt de deontologie kritisch in vraag gesteld, met een focus op de veranderende landschappen van ethiek en praktijk. Mr. Eva Raepsaet, stafhouder Luk Delbrouck en vice-stafhouder Frank Judo betreden de arena om te debatteren over de ethiek en de grenzen van het beroep.

Deze podcast biedt een unieke kans om diepgaand inzicht te krijgen in de ethiek en de moderne ontwikkelingen van het beroep. Luister alsof u er zelf bij was!

Meer lezen
Deontologie Rechten van de mens

Het Federaal Instituut voor de Rechten van de Mens: een steun voor klokkenluiders

Recente wetten versterken de bescherming van klokkenluiders in Belgische privébedrijven en de federale publieke sector. Deze wetten, voortkomend uit een Europese richtlijn, bieden niet alleen bescherming maar ook diverse vormen van ondersteuning via het onafhankelijke Federaal Instituut voor de Rechten van de Mens (FIRM). Advocaten en advocatenkantoren die geïnteresseerd zijn in de verdediging van klokkenluiders worden opgeroepen om zich bij het FIRM te melden.

Meer lezen
Deontologie Fiscaal recht

Nieuwjaarsgeschenk van het Grondwettelijk Hof

Het Grondwettelijk Hof heeft op 11 januari 2024 opnieuw het beroepsgeheim van de advocaat beschermd in een bevestiging van zijn eerdere DAC6-rechtspraak. Ditmaal handelen de arresten over de omzettingsregelgeving op federaal niveau en op het niveau van de Franstalige Gemeenschap, het Waalse Gewest en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.

Meer lezen
Deontologie

Individueel e-mailadres voortaan verplicht

Advocaten moeten vanaf nu bereikbaar zijn via een (individueel) e-mailadres. Dat besliste onze algemene vergadering.

Meer lezen
Deontologie

OVB waarschuwt voor platform 'starofservice.be'

Het platform “starofservice.be” beweert via het internet vragers en aanbieders van ‘diensten’ met elkaar in contact te brengen. Er is ernstige twijfel over het bonafide karakter ervan, zodat de OVB elke samenwerking afraadt. Samenwerking kan bovendien zware deontologische inbreuken opleveren.

Meer lezen
Tucht

Onrechtmatig verzet niet langer mogelijk in procedures zoals in tucht

Onze algemene vergadering keurde op 8 februari 2023 een wijzigingsreglement goed dat voortaan (onder meer) de mogelijkheid biedt aan de raad van de Orde om verzet in procedures zoals in tucht ongedaan te verklaren. Dat reglement trad recent in werking.

Meer lezen
Deontologie Fiscaal recht

Het Grondwettelijke Hof verdedigt opnieuw ons beroepsgeheim bij DAC6

Het Grondwettelijke Hof heeft vandaag opnieuw uitspraak gedaan met betrekking tot een Vlaams decreet dat de administratieve samenwerking op het gebied van belastingen regelt. Het Hof respecteert opnieuw het beroepsgeheim van ons beroep.

Meer lezen
Deontologie Witwaspreventie

OVB waarschuwt voor opleiding witwaspreventie door SwiftSkills

We vernamen dat SwiftSkills, een e-learning platform, advocaten via een misleidend e-mailbericht aanspoort om deel te nemen aan een opleiding over hun verplichtingen onder de wet van 18 september 2017 ‘tot voorkoming van het witwassen van geld en de financiering van terrorisme en tot beperking van het gebruik van contanten’ (WPW).

Meer lezen