Voorzitter op vrijdag: "Inzetten op educatieve communicatie, digitalisering en alternatieve geschillenoplossing, daarin valt nog bijzonder veel te winnen"
- Derdengelden / derdenrekening
- Nalatigheid als gerechtelijk mandataris
- Schorsing van één jaar
Mevrouw X gebruikte haar derdenrekening als werkingsrekening in de meeste van de faillissementen waarin ze als curator werd aangesteld.
Dit heeft voor gevolg dat de deontologische regels inzake derdengelden van toepassing zijn en meer bepaald art. 134 Codex Deontologie dat stelt dat: “de advocaat maakt de derdengelden zo spoedig mogelijk over aan hun bestemmeling.”
Conform art. 83 van de faillissementswet moeten de gelden, zolang het faillissement niet is afgesloten, overgemaakt worden aan de faillissementsboedel en na het afsluiten van het faillissement aan de deposito en consignatiekas.
In geen enkel geval kunnen de gelden overgeschreven worden naar een persoonlijke rekening van de advocaat.
Mevrouw X heeft nochtans in verschillende dossiers – minstens in de faillissementen A, B, C, D, E en F – bedragen overgeschreven van haar derdenrekening naar een privé rekening, wat een inbreuk is op art. 134 Codex Deontologie.
Daarnaast maakte mevrouw X zich tevens schuldig aan een inbreuk op art. 83 van de faillissementswet door de gelden na sluiting van de faillissementen niet over te maken aan de deposito en consignatiekas.
Dit betekent tevens een inbreuk op art. 30 van de faillissementswet. Een curator legt de eed af waarin hij verklaart de taak in eer en geweten nauwgezet en eerlijk te zullen vervullen. Gelden overschrijven naar een privé rekening valt hiermee niet te rijmen.
Door zich mogelijks schuldig te maken aan inbreuken op de faillissementswetgeving en op de Codex Deontologie voor advocaten verzaakt mevrouw X bovendien aan de principes van waardigheid, rechtschapenheid en kiesheid voorzien bij art. 455 Ger. W.
De bewezen verklaarde tenlasteleggingen zijn uitermate laakbaar. Het misbruik maken van derdengelden en het zich toe-eigenen ervan voor persoonlijke doeleinden is totaal onaanvaardbaar. Bijkomend heeft mevrouw X de haar toevertrouwde gerechtelijke mandaten misbruikt waarbij niet alleen het vertrouwen van de rechtbank doch ook van de rechtsonderhorigen geschonden wordt.
Mevrouw X heeft geen aangetoond tuchtrechtelijk verleden. Zij ging blijkbaar gebukt onder een sluimerende burn-out en heeft, weliswaar laattijdig, inspanningen geleverd teneinde minstens een gedeelte van de hoofdsommen terug te betalen.
In de gegeven omstandigheden beslist de tuchtraad om mevrouw X een effectieve schorsing op te leggen van 1 jaar.