Voorzitter op vrijdag: "Inzetten op educatieve communicatie, digitalisering en alternatieve geschillenoplossing, daarin valt nog bijzonder veel te winnen"
- Verstek laten in plaats van het vertegenwoordigen van cliënt
- Veertien dagen schorsing
De advocaat kreeg van A op 29 augustus 2017 opdracht om hun verzekerde, de heer B bij te staan inzake vervolging voor twee snelheidsovertredingen.
De zittingen zouden doorgaan op 8 en op 10 november 2017.
Op 21 februari 2018 bevestigt de advocaat het nodige te hebben gedaan op de beide zittingen en hij bezorgt aan de verzekeraar rechtsbijstand een ereloon- en kostenstaat.
Hij meldt tevens dat de cliënt zich niet kan vinden in de opgelegde sancties en dat hij het nodige zal doen om daaraan te verhelpen.
Uit het dossier blijkt evenwel dat op beide zittingen verstek werd gelaten.
Er werd vervolgens door de advocaat verzet aangetekend in beide zaken, wat gezien de potpourriwetgeving zinloos was.
Achteraf blijkt dat de advocaat in het ene dossier een confrater heeft gelast om hem te vervangen en dat in het andere dossier opnieuw verstek werd gelaten op het verzet dat werd aangetekend.
Hierdoor wordt aanzienlijke schade geleden: niet alleen door de erelonen die betaald werden door A, maar ook door het feit dat de verzekerde B veroordeeld werd tot rijverboden, het afleggen van rijexamens en het betalen van een geldboete en gerechtskosten.
De advocaat verklaart per brief d;d. 6 september 2018 aan de stafhouder dat de klachten van A gerechtvaardigd zijn, dat hij de ernst van de feiten begrijpt en zich wenst te verontschuldigen.
Hij verklaart dat zijn handelingen werden ingegeven door een depressie waarmee hij te kampen heeft sedert september 2017; de stukken van zijn mentale en fysieke arbeidsongeschiktheid worden aan het dossier gevoegd.
Hij benadrukt dat dergelijke feiten nooit eerder gebeurden, noch daarna en dat t.a.v. A creditnota’s werden opgemaakt en ontvangen gelden werden teruggestort.
Uit het dossier blijkt dat A noch de heer B verder vorderingen stellen.
De advocaat erkent ter zitting nogmaals de ernst van de feiten en benadrukt dat zijn insteek nooit een financieel gewin is geweest.
De advocaat verklaart tevens dat hij zich ondertussen heeft herpakt en opnieuw actief is als advocaat sinds januari 2019; hij werkt thans halftime voor andere kantoren (losse samenwerking) en laat zich medisch en psychologisch opvolgen.
Uit het tuchtdossier blijkt derhalve dat de aan de advocaat ten laste gelegde feiten bewezen zijn.
De feiten werden bovendien tijdens het tuchtonderzoek en ter zitting toegegeven.
De feiten maken een ernstige inbreuk uit op de beginselen van waardigheid, rechtschapenheid en kiesheid die ten grondslag liggen aan het beroep van advocaat zoals opgenomen in art.455 Ger.W.
De tuchtinbreuken zijn bijgevolg bewezen.
De advocaat heeft geen voorgaande op tuchtgebied.
Tevens kan worden aangenomen dat hij niet gehandeld heeft uit financiële beweegredenen.
Rekening houdende met de concrete omstandigheden van het dossier (medische problematiek/depressie), de zwaarwichtigheid van de feiten, het blanco tuchtverleden, beslist de tuchtraad om een sanctie van veertien dagen schorsing op te leggen.