Voorzitter op vrijdag: "Inzetten op educatieve communicatie, digitalisering en alternatieve geschillenoplossing, daarin valt nog bijzonder veel te winnen"
- Kennelijk onvermogen
- Afwenden derdengelden
- Niet beantwoorden brieven stafhouder
- Optreden van een naast familielid
- Leugenachtige verklaringen
- Punten permanente vorming
- Schrapping
Uit de schulden van de advocaat dient een staat van kennelijk onvermogen te worden afgeleid, kennelijk onvermogen dat heeft geleid tot andere inbreuken hierna verder uiteengezet.
Tot de kernwaarden van de advocatuur behoort de onafhankelijkheid, derhalve ook de financiële onafhankelijkheid.
Wanneer de advocaat zich bevindt in een staat van kennelijk onvermogen, levert hij een gevaar op voor een normale en correcte uitoefening van het beroep, zodat financieel onvermogen kan leiden tot tuchtrechtelijke schrapping. (J. Stevens, Regels en deontologie, nr. 1072)
Bovendien is het strijdig met de waardigheid rechtschapenheid en kiesheid dat beslag moet worden gelegd bij een advocaat en dat de beslagen goederen zelfs niet worden opgehaald wegens gebrek aan waarde.
Het druist manifest in tegen de waardigheid, rechtschapenheid en kiesheid dat het KBO nummer van de onderneming waarmee het beroep van advocaat wordt uitgeoefend, geschrapt wordt.
Daarnaast dient briefwisseling van de stafhouder prompt te worden beantwoord, wat de advocaat heeft nagelaten te doen.
- De advocaat heeft een naast familielid en kantoorgenoot voor zich laten optreden of minstens de schijn daartoe te hebben gewekt (art. 3 van de Codex Deontologie).
De advocaat heeft hierover kennelijk leugenachtige verklaringen afgelegd ten aanzien van de stafhouder, dan wel de verslaggever, door voor te houden alsof zijn oom zijn raadsman was, hoewel deze hiervan niet op de hoogte was. (art. 3 van de Codex Deontologie)
Vervolgens heeft de advocaat het kantoor van mr. X verlaten, waarbij hij nog steeds het briefhoofd van laatstgenoemde is blijven hanteren en heeft hij nagelaten het opvolgend kantooradres mee te delen, wat een inbreuk uitmaakt op art. 184 en 185 van de Codex Deontologie.
- In een dossier van invordering van aktekosten heeft de advocaat de gelden die de wederpartij op de derdenrekening heeft voldaan, niet of niet tijdig afgerekend ten aanzien van de opdrachtgevers.
Nochtans maakt de advocaat de derdengelden zo spoedig mogelijk over aan de bestemmeling. (art. 134 Codex Deontologie)
De advocaat heeft toegeven dat hij de derdengelden heeft afgewend voor eigen gebruik en dat dit ook gebeurde met een bedrag van circa 2.000,00 euro.
Nadat de derdenrekening van de advocaat werd nagekeken ingevolge de voorgaande bekentenissen werden bijkomende onregelmatigheden vastgesteld in de periode van 20 december 2016 tot 26 november 2018.
De advocaat heeft de som van 7.408,21 euro van de notarissen afgewend. - Permanente vorming: voor het gerechtelijk jaar 2016-2017 heeft de advocaat niet voldaan aan de plicht tot permanente vorming, wat een inbreuk uitmaakt op het W.E.R. en de Codex Deontologie art. 53 door het behalen van slechts 12 van de 16 vormingspunten.
De voorliggende feiten zijn bijzonder ernstig en hebben het vertrouwen van zowel de burgers, notarissen, cliënten en confraters geschonden.
Bovendien is er reeds een voorgaande veroordeling, meer bepaald de schorsing voor een termijn van acht dagen, met uitstel voor drie jaar, bij beslissing van 29 maart 2011.
De raad meent dat de zwaarste tuchtsanctie dient te worden uitgesproken, zijnde de schrapping van het tableau.
Lees ook deze beslissingen:
TB-0223-2019: Beslissing 10 december 2019
Schulden
Derdengelden / derdenrekening
Permanente vorming
Schrapping