Voorzitter op vrijdag: "Inzetten op educatieve communicatie, digitalisering en alternatieve geschillenoplossing, daarin valt nog bijzonder veel te winnen"
- Verzet
- Onontvankelijk
- Schrapping
De uitspraak bij verstek werd door de secretaris van de tuchtraad, conform art. 461 §2 en 475 Ger.W., met aangetekende brief van 4 december 2018 ter kennis gebracht aan de advocaat op zijn kantooradres.
Met brief van 6 december 2018, gericht aan de advocaat op voormeld adres, laat het parket-generaal van Antwerpen aan de advocaat weten :
“Ik stel u ervan in kennis dat – onder voorbehoud van het instellen van verzet van uzelf ( artikel 462 ) of hoger beroep door uzelf, de stafhouder en mijn Ambt tijdens de beroepstermijn waarvan sprake in artikel 463 van het gerechtelijk wetboek en die ingaat vanaf vrijdag 7 december 2018 – de ten aanzien van Uzelf in de voormelde sententie uitgesproken schrapping zal ingaan vanaf zaterdag 22 december a.s.”
Met aangetekende brief van 27 december 2018 tekent de advocaat verzet aan tegen de sententie van 29 november 2018 in al zijn beschikkingen.
Prima facie is het verzet laattijdig, nu het niet werd aangetekend binnen 15 dagen te rekenen van de kennisgeving, termijn welke verstreek op 21 december 2018. ( Art. 462 Ger.W.).
De advocaat houdt evenwel voor dat zowel de oproeping in de zin van artikel 459 par. 1 Ger. W. als de kennisgeving in de zin van artikel 461 par. 2 Ger. W. aan een foutief kantooradres werden overgemaakt. :
“Zowel de oproeping als de betekening van de sententie werd aan een foutief adres gedaan. Op dit adres is nooit enig kantoor van mij geweest.”
Overeenkomstig artikel 475 Ger. W. worden de oproepingen en kennisgevingen in de zin van Deel II Boek III Titel I Ger. W. geldig gedaan aan het kantoor van de advocaat of aan zijn woonplaats.
Uit de door de stafhouder in zijn brief van 22/02/2019, gericht aan de secretaris van de tuchtraad, verstrekte toelichtingen en waarvan de advocaat kennis heeft gekregen en zich ter zitting van 28.02.2019 heeft kunnen verdedigen, blijkt evenwel :
- Dat uit de databank van de Orde van Vlaamse Balies blijkt dat de advocaat vanaf 8 september 2017 zijn kantoor hield op betrokken adres.
- Dat het secretariaat van de Orde van Advocaten te Antwerpen slechts wijzigingen aanbrengt in de persoonlijke gegevens (adres, telefoon, e-mailadres…) van deze databank, wanneer dergelijk verzoek tot wijziging uitgaat van de betrokken advocaat zelf.
- Dat het tableau van het gerechtelijk jaar 2017 – 2018 op pag. 177 als adres van de advocaat betrokken adres vermeldt.
- Dat het tableau van voormeld jaar werd goedgekeurd op 23 oktober 2017, zoals blijkt uit de vermelding op pagina 3.
- Dat de Orde van Advocaten bij het opstellen van het tableau voorafgaand aan de leden van de Balie vraagt om hun persoonlijke gegevens, zoals deze vermeld zijn op het privaat luik van de website te controleren en de wijzigingen te melden aan het baliesecretariaat zodat in voorkomend geval de nodige correcties kunnen worden doorgevoerd bij het opstellen van het tableau en de lijst die jaarlijks door de raad dient te worden goedgekeurd.
De vraag tot voorafgaande controle van de gegevens van het tableau 2017-2018 werd in casu per mailing van 22/09/2017 verstuurd, zodat de advocaat deze mededeling ontvangen moet hebben, en er dus niet op gereageerd heeft, nu het vermelde adres en e-mailadres (gewijzigd op 8/09/2017) blijkbaar correct vermeld waren, conform aan zijn wensen.
Dit e-mailadres is blijkbaar nog steeds correct, nu de advocaat bij zijn verzetsakte als bijlage 2 de e-mail voegt die hij op 27/12/2018 van de stafhouder op zelfde voormeld e-mailadres ontving.
De tuchtraad kan niet anders dan vaststellen dat zowel de oorspronkelijke oproeping van 01/10/2018, als de kennisgevingen d.d. 04/12/2018 en 06/12/2018 verzonden werden naar het correct kantooradres.
Het verzet is bijgevolg wegens laattijdigheid niet ontvankelijk; de tuchtraad ziet anderzijds geen redenen om de advocaat in toepassing van artikel 462 par. 2 Ger. W. van dit verval te ontheffen.
De tuchtraad verklaart het verzet onontvankelijk en bevestigt derhalve de bestreden sententie.
Lees ook deze beslissing
TAA/SA/0325/2018: Beslissing 29 november 2018
Permanente vorming
Opvolging
Nalatigheid bij behandeling dossier / verwaarlozing belangen cliënt
Baliebijdrage
Verder werken tijdens schorsing
Nalatigheid als gerechtelijk mandataris
Beroepsaansprakelijkheid
Schrapping