Voorzitter op vrijdag: "Inzetten op educatieve communicatie, digitalisering en alternatieve geschillenoplossing, daarin valt nog bijzonder veel te winnen"
- Niet diligent handelen
- Niet beantwoorden briefwisseling stafhouder
- Niet beantwoorden uitnodiging om gehoord te worden
- Opslorping
- Schorsing 8 dagen met uitstel
De advocaat wordt verweten te zijn tekort geschoten in de plicht tot diligentie en toewijding, nu zij een dossier voor cliënt X voor de Raad van State niet naar behoren heeft behandeld en zij ten aanzien van deze cliënt niet, minstens onvoldoende heeft gecommuniceerd.
Bovendien heeft zij niet geantwoord op briefwisseling van de Stafhouder.
Evenmin is zij ingegaan op het herhaald verzoek van de verslaggever om gehoord te worden.
De feiten worden niet betwist maar vinden volgens de advocaat hun oorsprong in een aantal medische problemen die haar gedurende een bepaalde periode zouden verhinderd hebben om haar verplichtingen als advocaat ten overstaan van haar cliënteel en de stafhouder correct na te komen.
Nochtans dateert de laattijdige neerlegging van het beroepsverzoekschrift bij de Raad van State voor haar cliënt X ruim van voor aanvang van de ziekte van de advocaat. Ook de brieven van de stafhouder die door de advocaat niet beantwoord werden situeren zich in de periode dat de advocaat volgens de arts klachtenvrij was.
Bij eerdere beslissing van de tuchtraad werd aan de advocaat de sanctie van de berisping opgelegd. Deze beslissing is in kracht van gewijsde gegaan en de advocaat is van mening dat de feiten waarvoor zij thans vervolgd wordt de voortzetting uitmaken van hetzelfde opzet als de feiten waarvoor zij werd berispt.
De tuchtraad is van oordeel dat de theorie van de opslorping in het tuchtrecht niet kan toegepast worden. De regels van het strafrecht en de strafprocedure zijn immers niet van toepassing in het tuchtrecht, zodat het strafrechtelijk begrip van de opslorping in tuchtzaken niet kan toegepast worden.
Zelfs indien in tuchtzaken toepassing zou kunnen gemaakt worden van de regel van de opslorping – quod non – dient te worden vastgesteld dat de feiten in de beide tuchtzaken niet hun oorzaak vinden in eenzelfde oorzaak/ opzet.
De advocaat heeft geen blanco tuchtverleden.
De door de advocaat ingeroepen medische problemen kunnen geen volledige en afdoende verklaring geven voor de gepleegde tuchtinbreuken.
De tuchtraad stelt vast dat de advocaat op een relatief korte periode van drie jaar verschillende tuchtrechtelijke inbreuken heeft begaan.
Rekening houdende met de concrete omstandigheden van het dossier en het tuchtverleden van de advocaat is de tuchtraad van oordeel dat een schorsing van acht dagen met uitstel voor een periode van drie jaar een passende bestraffing uitmaakt.