Voorzitter op vrijdag: "Inzetten op educatieve communicatie, digitalisering en alternatieve geschillenoplossing, daarin valt nog bijzonder veel te winnen"
- Proces voeren in de media
- Eén maand schorsing met uitstel gedurende drie jaar
De advocaat dient zich te verantwoorden voor het voeren van een proces in de media terwijl nog een gerechtelijk onderzoek lopende was, meer bepaald:
- door het proces in de media te voeren;
- door zich niet te onthouden van alle commentaar in de media, terwijl een reactie in het kader van de wapengelijkheid niet noodzakelijk was;
- zich bij deze uitlatingen in de media alleszins niet op voorhand te verzekeren van de toestemming en het mandaat van de cliënt;
- niet steeds de belangen van de cliënt voor ogen te hebben gehad;
- bij deze tussenkomst niet de nodige zorgvuldigheid aan de dag te hebben gelegd, ook met betrekking tot de gerechtvaardigde belangen van derden;
- niet vooraf de stafhouder te hebben ingelicht, opdat deze hem zijn richtlijnen kon meedelen;
- in een zaak waarin hij optreedt als raadsman, niet te hebben gelet op de naleving van zijn beroepsgeheim en de confidentialiteit van mededelingen door zijn cliënt gedaan of de verklaring afgelegd tijdens het geheime verhoor door de politie en de onderzoeksrechter;
- door diverse verklaringen te hebben afgelegd, zowel ten aanzien van de geschreven pers als ten aanzien van de audiovisuele pers.
De advocaat betwist niet dat hij tijdens een lopend gerechtelijk onderzoek – en m.n. voor de eerste verschijning van zijn cliënt voor de raadkamer in het kader van de voorlopige hechtenis – verklaringen heeft afgelegd aan de audiovisuele en geschreven pers waarin hij meedeelde dat zijn cliënt bekentenissen zou hebben afgelegd, en dit zonder dat hij hiertoe een mandaat had van zijn cliënt en zonder dat voorafgaand de stafhouder werd geraadpleegd.
Wel betwist de advocaat dat hij zelf het initiatief heeft genomen om de pers te woord te staan. Dit blijkt inderdaad niet, maar is verder irrelevant ter beoordeling van de feiten.
Ook indien het initiatief van de pers uitging, diende de advocaat een mandaat te hebben van zijn cliënt om mededelingen te doen, diende hij voorafgaand te stafhouder te raadplegen en kon hij enkel mededelingen doen in het belang van zijn cliënt.
De advocaat heeft geen voorgaande op tuchtgebied. Tevens kan worden aangenomen dat hij niet gehandeld heeft vanuit publicitaire of financiële beweegredenen. Nadien heeft hij zich onthouden van alle commentaar en heeft hij naar eigen zeggen ook in andere dossiers de media niet meer te woord gestaan.
Echter kan niet naast het belang van de deontologische bepalingen m.b.t. het optreden van de advocaat in de media, te meer indien deze mededelingen, zoals in dit geval, het belang van de cliënt niet ten goede komen.
Rekening houdende met het voorgaande komt de tuchtsanctie van één maand schorsing, met uitstel van tenuitvoerlegging gedurende een termijn van drie jaar, gepast voor.