- Verstek laten voor rechtbank in BJB-dossier
- Vonnis geacht op tegenspraak
- Art. 747§2 Ger. W.
- Geen instructies van cliënt
- Cliënt in ongewisse laten
- Niet beantwoorden briefwisseling stafhouder en BJB
- Blanco tuchtverleden
- Waarschuwing
De advocaat erkent te zijn aangesteld door het Bureau voor Juridische Bijstand doch stelt geen duidelijke en concrete instructies te hebben gekregen en enkel contact te hebben gehad met de dochter van de cliënten en niet met henzelf. Op basis van informatie van de dochter dat de vordering niet betwist was, oordeelde de advocaat dat hij het belang van zijn cliënten best diende door niet te verschijnen. De advocaat had duidelijke instructies moeten vragen en daarnaar handelen. Het volstaat niet te zeggen dat hij niet precies wist wat hem te doen stond. Minstens had hij zijn cliënten, bij gebreke aan duidelijke instructies, moeten inlichten dat hij verstek zou laten gaan.
Hij beoogde met het verstek de rechtsplegingsvergoeding voor zijn cliënten tot een minimum te beperken, doch verloor daarbij uit het oog dat de procedure werd gevoerd conform art.747/2 Ger. W. en dat het vonnis werd geacht op tegenspraak te zijn gewezen, tevens dat zijn cliënten aldus werden veroordeeld tot een allerminst minimale rechtsplegingsvergoeding van €990.
Door geen gevolg te geven aan zijn aanstelling en door niet te verschijnen, wat bewezen is, heeft hij aan zijn cliënten schade toegebracht. Ook het geen gevolg geven aan de herhaalde brieven van het BJB en van de stafhouder, is bewezen.
De sanctie van de waarschuwing wordt opgelegd.