TAA/SA/0181/2014: Beslissing 27 mei 2014

De advocaat heeft niet alleen zijn baliebijdragen niet betaald, doch heeft ook nagelaten antwoord te geven op diverse briefwisseling van de stafhouder m.b.t. diverse klachten, nalatigheden en schulden, zoals:

• niet antwoorden m.b.t. een klacht tegen de advocaat als schuldbemiddelaar wegens het niet-opstellen van een financieel overzicht en het niet-betalen van de schulden van klagers;
• niet antwoorden op de brieven van stafhouder Q en zijn stafhouder met betrekking tot het overmaken van stukken en informatie aan stafhouder Q inzake een faillissement;
• geen gevolg geven aan brieven in verband met het bezorgen van een afrekening van de ontvangen derdengelden en de verrekening met de deurwaarderskosten en evenmin gevolg heeft gegeven aan de brief van de stafhouder;
• verstek laten gaan en geen gevolg geven aan de veroordeling derwijze dat werd overgegaan tot uitvoerend beslag op roerend goed in zijn advocatenkantoor;
• niet-aantekenen van hoger beroep alhoewel daartoe uitdrukkelijk instructie werd gegeven, vervolgens akkoord te zijn gegaan in dit verband een bedrag van 1.500,00 EUR schadevergoeding te betalen in drie schijven, zonder aan dit akkoord een gevolg te geven ondanks de ingebrekestelling van 05.11.2012 en zijn bevestiging dat hij het eerste bedrag van 500,00 EUR voor 30.11.2012 zou betalen, zodat overgegaan diende te worden tot dagvaarding.
• uitvoerend beslag op roerende goederen ten verzoeke van de ontvanger van de directe belastingen lastens de professionele vennootschap van de advocaat wegens een niet-betaalde belastingschuld van 15.466,50 EUR, te vermeerderen met de interesten vanaf 01.12.2013.

Volgens het bijgevoegde uittreksel van het centraal bestand van berichten bleek dat alleen reeds in 2013 vijf bevelen uitvoerend beslag op roerend goed aan mr. X werden betekend.

Deze feiten wijzen op een gevaarlijke financiële toestand, die de onafhankelijkheid van de advocaat als advocaat in het gedrang brengt en zijn reputatie als advocaat beschadigt, zoals de reputatie van de advocatuur in het algemeen. Hij gaf bovendien geen gevolg aan het verzoek over dit dossier gehoord te worden.

• klacht m.b.t. laattijdig overmaken van een dossier aan zijn opvolger en m.b.t. het gegeven dat de advocaat na mededeling van de opvolging nog conclusies redigeerde voor de cliënt en deze conclusies ook aanrekende, zodat hij de grenzen van zijn mandaat overschreed.

Uit het geheel van feitelijke elementen die aan de bewezen tenlasteleggingen ten grondslag liggen blijkt dat de advocaat in grote financiële moeilijkheden verkeert. Hierdoor komt zijn correct functioneren als advocaat in het gedrang.

Hij vertoont bovendien de verkeerde reactie door alle vragen en brieven van de stafhouder m.b.t. zijn situatie onbeantwoord te laten. Ook de tuchtraad heeft moeten vaststellen dat de advocaat niet ingegaan is op de vraag van de tuchtraad om tegen de zitting van 29 april 2014 stavingstukken voor te brengen m.b.t. de actuele financiële situatie van zijn advocatenkantoor. Door deze handelswijze heeft de tuchtraad de overtuiging dat de advocaat de realiteit niet onder ogen durft te zien.

Een advocaat die niet in staat is zijn financiële verplichtingen na te komen brengt de waardigheid van het beroep in het gedrang, zeker ook gezien in het kader van de onafhankelijkheid van de advocaat.

Rekening houdende met het tuchtverleden van de advocaat, oordeelt de tuchtraad dat een schorsing van drie maanden gepast voorkomt, waarbij een uitstel van de tenuitvoerlegging gedurende drie jaar gekoppeld wordt aan bepaalde voorwaarden die hem ertoe moeten brengen enerzijds zijn financiële problemen onder ogen te zien en deze problemen op actieve wijze te remediëren en anderzijds geen bijkomende schulden meer te maken waardoor zijn verder functioneren als advocaat in het gedrang komt.