- Gedurende meerdere jaren aanspraak gemaakt op tussenkomst solidariteitsfonds
- Gedurende meerdere jaren vrijstelling betaling baliebijdrage
- Nieuwe aanvraag tot tussenkomst zonder verschaffen van nodige informatie
- Weigering door stafhouder opgevraagde informatie omtrent inkomsten en uitgaven te bezorgen, niettegenstaande drie rappels
- Te goeder trouw
- Blanco tuchtrechtelijk verleden
- Vrijspraak
Uit onderzoek van de dossierstukken is gebleken dat op het ogenblik dat de stafhouder besliste om tuchtvervolging in te stellen ten laste van de advocaat, het dossier onvolledig was. Dit blijkt uit de vergelijking tussen de stukken van het tuchtdossier en de stukken in het dossier zoals neergelegd door zijn raadsman. Een verklaring hiervoor ligt in de vaststelling dat parelelle briefwisseling gevoerd werd omtrent dezelfde aangelegenheid.
De advocaat maakte sinds jaren aanspraak op tussenkomst van het Solidariteitsfonds en had tevens gedurende meerdere jaren vrijstelling bekomen van de verplichting tot betaling van de baliebijdrage. Hieromtrent was er briefwisseling met mr. P.
Ten gevolge van zijn aanspraken verzocht de stafhouder op 16 maart 2010 om bijkomende informatie. Vanaf dat ogenblik was er enerzijds correspondentie met mr. P en anderzijds met de stafhouder. Gezien de onvolledigheid in zijn dossier kwam de stafhouder tot het besluit dat de advocaat weigerde de door hem gevraagde informatie te verschaffen.
Ter beoordeling onderzoekt de tuchtraad alle voorgaanden in hun chronologie. Uit de chronologie van het dossier blijkt dat de advocaat nooit de intentie heeft gehad om de door de stafhouder verstrekte informatie te onthouden. Aan de advocaat wordt echter niet enkel verweten dat hij deze informatie niet wilde bezorgen, doch ook dat hij drie herinneringsbrieven onbeantwoord liet. Ermee rekening houdend dat uit de lijvige briefwisseling blijkt dat voor het overige de advocaat bijna steeds onmiddellijk de brieven van de stafhouder heeft beantwoord mag hij op zijn woord geloofd worden, zoals dat ook geldt voor het feit dat hij meermaals in de correspondentie met de stafhouder verwezen heeft naar de inbraak in zijn wagen met medeneming van al zijn boekhoudkundige documenten.
Bovendien heeft hij in de ruim twintig jaar dat de advocaat aan de balie is, nog nooit een tuchtrechtelijke veroordeling opgelopen, zodat hij minstens het vermoeden van goede trouw verdient. Alhoewel hij sinds zeer lange tijd zich in een precaire financiële situatie bevindt, blijkt uit niets dat hij ooit handelingen heeft gesteld die hem in diskrediet brachten.
Rekening houdend met alle elementen uit het dossier, worden de tenlasteleggingen niet bewezen geacht en wordt de advocaat vrijgesproken.