- Leugenachtige verklaring aan gerechtsdeurwaarder betreffende gelden
- Geen verantwoording aan opvolger betreffende gelden
- Niet beantwoorden briefwisseling stafhouder
- Geen afdoende staving en verantwoording van beweringen voor tuchtraad
- 15 dagen schorsing, met uitstel gedurende 3 jaar mits geen nieuwe tuchtsancties
De advocaat bevestigde aan de gerechtsdeurwaarder van zijn cliënt 1.000,00 euro te hebben ontvangen met de bedoeling daarmee een gedwongen uitvoering te doen opschorten, doch in werkelijkheid had hij dit bedrag niet ontvangen. Bovendien heeft de advocaat, ondanks verschillende vragen vanwege de nieuwe raadsman van de cliënt, nooit verantwoording afgelegd over een som van 7.185,15 euro die hij beweert te hebben betaald uit ontvangen gelden. Ook diverse brieven van zijn stafhouder heeft hij niet beantwoord.
Ondanks veelvuldig aandringen en herhaalde uitstellen van de tuchtzaak, slaagt de advocaat er niet in een afdoende afrekening voor te leggen en blijkt uit zijn handgeschreven nota’s slechts een gedeeltelijke verantwoording voor een 70 % van de vermelde som. Evenmin slaagt hij er in de nochtans herhaaldelijk aangekondigde correspondentie ter zake met zijn opvolger voor te brengen waaruit de rechtzetting van één en ander zou kunnen blijken. Evenzeer heeft hij niet gereageerd op de brieven van de stafhouder.
De vastgestelde feiten en inbreuken zijn ernstig. Zij dragen bij tot de aantasting van de goede naam van de advocatuur. Tevens verhinderen zij de stafhouder als hoofd van de Orde van advocaten in zijn door de wet opgelegde bevoegdheid inzake de handhaving van deontologie en tucht over de leden van zijn Orde accuraat uit te oefenen.
De tuchtraad verklaart de tenlasteleggingen bewezen en legt de advocaat de tuchtsanctie op van 15 dagen schorsing, met uitstel voor een periode van 3 jaar, mits de eerstvolgende 3 jaar na huidige beslissing geen nieuwe tuchtsancties worden opgelegd.