Voorzitter op vrijdag: "Inzetten op educatieve communicatie, digitalisering en alternatieve geschillenoplossing, daarin valt nog bijzonder veel te winnen"
- Niet inlichten van de cliënt/rechtsbijstandsverzekeraar
- Niet beantwoorden van briefwisseling van de cliënt
- Niet beantwoorden van briefwisseling van de stafhouder
- Onvoldoende diligentie bij behandeling dossier
- Inbreuk reglement confraterniteit
- Structureel probleem
- Verzet
- Schorsing 15 dagen met uitstel gedurende 3 jaar
Bij beslissing van 29 mei 2012, gewezen bij verstek, werd de advocaat de tuchtsanctie van 1 maand schorsing opgelegd. Hiertegen heeft de advocaat ontvankelijk verzet aangetekend.
De advocaat betwist de haar ten laste gelegde tuchtinbreuken niet, doch zij vraagt om haar de gunst van de opschorting te verlenen, minstens om haar een minder strenge tuchtstraf op te leggen dan de maand schorsing bij verstek.
De advocaat heeft in beide dossiers blijk gegeven van verregaande slordigheid of minstens een grote onzorgvuldigheid bij de uitoefening van haar beroep. Het behoort tot de essentiële deontologische verplichtingen van een advocaat om brieven van de stafhouder, confraters, cliënten en opdrachtgevers (ic. rechtsbijstandsverzekeraar) op een diligente en correcte manier te beantwoorden. Het feit dat zelfs verschillende herinneringsbrieven niet beantwoord werden, wijst erop dat de vastgestelde inbreuken geen occasioneel karakter hebben maar het gevolg zijn van een structureel en voortdurend gebrek aan organisatie en orde in het kantoor.
De tuchtraad oordeelt dat de tuchtstraf van schorsing van 15 dagen met uitstel van de uitvoering van deze tuchtstraf gedurende een termijn van 3 jaar een voldoende stimulans zal zijn voor de advocaat om de nodige initiatieven te nemen bij de organisatie van haar kantoor opdat inkomende briefwisseling in de toekomst tijdig en correct beantwoord wordt.