TB-0054-2012: Beslissing 5 juli 2012
- Samenwerking met een andere advocaat in een invorderingsdossier
- Inbreuk reglement van 14 maart 2007 betreffende het mandaat dat de advocaat niet rechtstreeks van zijn cliënt ontvangt
- Inbreuk reglement van 11 december 2002 inzake de verhandeling van gelden van cliënten of derden
- Laattijdig overmaken van derdengelden
- Inhouden van gedeelte van de derdengelden als ereloon
- Overmaken van derdengelden in verkeerd dossier
- Veroordeling door de rechtbank van eerste aanleg tot terugbetaling van de derdengelden in het juiste dossier
- Geldig mandaat
- Tuchtverleden
- Schorsing vier maanden
In casu had de advocaat een geldig mandaat om de aanmaning tot betaling te versturen en mocht hij erop vertrouwen dat zijn correspondent/confrater opdracht had van de cliënt om tot invordering van de openstaande schuldvordering over te gaan. Er was geen reden om een rechtstreekse instructie van de cliënt/opdrachtgever te vragen. Deze tenlastelegging is niet bewezen.
Het is onbegrijpelijk dat een advocaat gedurende bijna vier maanden niet merkt dat een bedrag van 50.000 euro op zijn derdenrekening was gestort. Dit duidt op een ernstig gebrek aan diligentie om gedurende vier maanden geen nazicht te doen of de betalingen zijn binnengekomen op de derdenrekening.
Het feit dat de tegenpartij de betaling verricht met vermelding van een foutief dossiernummer neemt niet weg dat het even onbegrijpelijk is dat de advocaat deze vergissing niet vaststelt, enerzijds op basis van de identiteit van de betaler van de 50.000 euro en anderzijds op basis van het feit dat die tegenpartij per brief officieel had aangekondigd dat zij 50.000 euro ging betalen op de derdenrekening van de advocaat. Ondanks deze formele aankondiging van dit bedrag en ondanks het feit dat in dat dossier al meer dan vier maanden geen enkele beweging was doet de advocaat geen grondig nazicht aangaande het ontvangen bedrag van 50.000 euro en is hij onmiddellijk overgegaan tot verrekening in een ander dossier waarbij hij een som van 30% (15.000 euro) als provisie inhoudt.
Het feit dat de advocaat dit bedrag in het juiste dossier niet onmiddellijk kan recupereren en doorbetalen is logisch doch er is geen enkele rechtvaardiging om de gelden in zijn bezit te houden. Het bedrag van 15.000 euro dat hij ingehouden had als ereloon heeft hij immers ook nog gedurende negen maanden in zijn bezit gehouden.
Dergelijke handelswijze van een advocaat tast het vertrouwen aan dat cliënten geven aan de advocatuur en dat inhoudt dat een advocaat gelden van en voor derden ontvangt en vervolgens correct en stipt doorbetaalt aan de bestemmeling.
Mede gelet op het tuchtverleden van de advocaat en de ernst van deze feiten acht de tuchtraad een sanctie van vier maanden schorsing als gepast.