- Inbreuk op art. 1 reglement Nationale Orde van Advocaten van 6 juni 1970 betreffende het overleggen van briefwisseling tussen advocaten
- Vertrouwelijke brief
- Overmaken vertrouwelijke brief aan cliënt in plaats van aan opvolger
- Blanco tuchtverleden
- Geen misbruik
- Onvoorzichtigheid
- Opschorting
Het overmaken van een strikt vertrouwelijke brief aan de cliënt in plaats van aan de advocaat-opvolger is strijdig met de deontologische regels en maakt een inbreuk uit op het reglement van de Nationale Orde van Advocaten van 6 juni 1970 betreffende het overleggen van briefwisseling tussen advocaten.
De vertrouwelijkheid van de briefwisseling is één van de pijlers waarop het beroep van de advocaat steunt en het is nog één van de weinige punten waarmee advocaten het verschil kunnen maken tegenover andere dienstverlenende beroepen in de juridische sector.
Het volledig blanco tuchtrechtelijk verleden van de advocaat die een beroepscarrière heeft van dertig jaar evenals het feit dat de advocaat nooit de intentie had om misbruik te maken van de vertrouwelijke brief van zijn tegenstrever en het feit dat de brief eerder uit onvoorzichtigheid aan de cliënt werd bezorgd, leidt ertoe dat de tuchtraad het voordeel van de gevraagde opschorting verleent.