Ga verder naar de inhoud

TAA/SA/0059/2011 en TAA/SA/0060/2011: Beslissing 26 september 2013

Confraterniteit
Getuigenverhoor
Persoonlijke verschijning

Meer lezen
  • OVB-reglement confraterniteit
  • Afsluiten transactie rechtstreeks met tegenpartij zonder tussenkomst van de nochtans bekende tegenstrever
  • Voorhouden tegenover stafhouder dat de tegenpartij wel vertegenwoordigd was
  • Art. 73 wet continuïteit ondernemingen
  • Ontvankelijkheid tuchtvordering
  • Afwezigheid klacht
  • Schending recht gehoord te worden
  • Recht te worden gehoord elementair recht van verdediging
  • Zaak niet in staat van wijzen
  • Terugzending naar stafhouder
  • Aanvullend onderzoek
  • Uitstel sine die

De brief van de klager is wel degelijk als een klacht te beschouwen nu er in de brief zeer expliciet sprake is van ernstige inbreuken op deontologische voorschriften in hoofde van de advocaten.

De tuchtraad beschouwt de klacht dan ook als ontvankelijk nu deze: schriftelijk werd overgemaakt; ondertekend is; gedateerd is; de volledige identiteit van de klager bevat (art.458 §1, lid1 Ger. W.).

De tuchtraad wijst er bovendien op dat art. 458 §2 Ger. W. bepaalt dat de stafhouder eveneens ambtshalve een onderzoek kan instellen. Zodra de stafhouder m.a.w. kennis heeft van bepaalde feiten die naar zijn oordeel van aard zijn om een tuchtdossier te openen, kan hij hiertoe effectief overgaan.

De stafhouder was dus in casu volkomen gerechtigd om hetzij bij toepassing van art. 458 §1, hetzij bij toepassing van art. 458 §2 Ger. W. te besluiten dat er voldoende redenen bestonden om de advocaten voor de tuchtraad te laten verschijnen.

Het recht van een advocaat die voor een tuchtraad in beschuldiging wordt gesteld, om te worden gehoord en om bijkomende informatie en bewijsstukken over te maken, staat niet uitdrukkelijk in de wet, doch is wel een elementair recht van verdediging.

De stafhouder kan een advocaat niet verwijzen naar de tuchtraad voordat deze door hem of door de onderzoeker werd gehoord, tenzij dit door de advocaat zelf werd geweigerd of onmogelijk gemaakt.

In casu werden de advocaten niet opgeroepen voor verhoor en dient de zaak beschouwd te worden als zijnde niet in staat van wijzen. Het komt gepast voor om de zaak voor aanvullend onderzoek terug te zenden naar de stafhouder.

Bovendien dient er vanwege de klager ook om verduidelijking te worden gevraagd nu er in het dossier een discrepantie wordt vastgesteld in de houding van de klager ten opzichte van de advocaten waartegen klacht wordt ingediend.

De tuchtraad stelt de zaak sine die uit nu deze niet in staat van wijzen is en verzendt het dossier terug naar de stafhouder voor verdere in staat stelling en beschikking in rechte.

Nog vragen? Onze specialisten ter zake

Ontdek alle medewerkers

Merve Köse

Jurist deontologie