- Herhaaldelijk niet beantwoorden van briefwisseling van tegenstrever
- Herhaaldelijk niet beantwoorden van briefwisseling van stafhouder
- Finale minnelijke regeling na tussenkomst stafhouder
- Blanco tuchtrechtelijk verleden
- Verzoek van klager om geen tuchtsanctie op de te leggen en klacht zonder gevolg te laten
- Waarschuwing met uitstel voor een termijn van één jaar
Het herhaaldelijk niet beantwoorden van brieven van een tegenstrever verstoort de rechtsgang omdat het de vlotte afhandeling van de zaken verhindert, de tegenstrever tot nutteloos werk door het zenden van herinneringen verplicht, nutteloze traagheid in de rechtsgang veroorzaakt wat bijdraagt tot een te trage gang van gerechtelijke procedures en terechte bemerkingen hierop van de rechtzoekenden. De confraterniteit en de eer van de Orde worden aangetast door dergelijk nalatig gedrag. De elementaire regel van hoffelijkheid tussen advocaten wordt er tevens door geschonden.
Een advocaat heeft de plicht mee te werken aan de activiteiten van zijn Orde. Het niet beantwoorden van brieven van de stafhouder houdt een miskenning in van het respect dat een advocaat aan de stafhouder verschuldigd is en tast de goede werking van de organen van de Orde aan in één van zijn meest fundamentele aspecten, namelijk de controle op de naleving van de deontologische normen. Het feit dat de advocaat na tussenkomst van de stafhouder zich met bekwame spoed heeft ingespannen om het conflict tot een goed einde te brengen door middel van een finale minnelijke regeling, leidt ertoe dat, mede gelet op het blanco tuchtrechtelijk verleden van de advocaat, de lichtste tuchtstraf van waarschuwing kan volstaan. De tuchtraad spreekt deze sanctie uit met een uitstel van één jaar. De klager heeft zelfs aan de tuchtraad aangedrongen om de klacht zonder gevolg te laten en geen tuchtsanctie op te leggen.