TAA/SA/0027/2010: Beslissing 14 april 2011
- Advocaat en media
- Confraterniteit
- Belang van partijen
- Vrijspraak
De tuchtraad van beroep voor advocaten oordeelt in casu dat de commentaar die de betrokken advocaat heeft gegeven aan de pers – en waarvan niemand de woordelijke inhoud heeft betwist – geen schending uitmaakt van de OVB-reglementen inzake advocaat en media en betreffende de aan procedures verbonden regels van confraterniteit, noch van artikel 455 Ger. W.
Er dient te worden verwezen naar de exacte bewoordingen en hun betekenis in de context van het hele interview en in de context, d.w.z. de geschiedenis van de rechtszaak en van de procesgang van dat ogenblik om de gegeven commentaar te evalueren.
In casu werden door de gegeven commentaar noch de rechten of belangen van partijen of advocaten, noch de rechtsgang op zich geschaad. Ook het gerechtelijk onderzoek ondervond door de gegeven commentaar geen hinder. Evenmin kwam de confraterniteit in het gedrang.
In strafzaken is het aangewezen om zich, zeker gedurende het gerechtelijk onderzoek, te onthouden van commentaar, doch er kan niet besloten worden dat alle commentaren ipso facto tuchtinbreuken (kunnen) uitmaken, te meer de omstandigheden zoals in casu de advocaat ertoe kunnen verplichten om commentaar te leveren over de zaak teneinde hogere principes zoals het recht op een efficiënte verdediging of het principe van het vermoeden van onschuld, te verdedigen of te vrijwaren.
In casu is niet vastgesteld dat door de betrokken advocaat betracht werd om door haar commentaar het juridisch debat te doen verglijden naar een krantenpolemiek of een straatdiscussie.