SLT-66: Beslissing 8 november 2011
- Kennisgeving beslissing
- Art. 461 Ger. W.
- Instellen tuchtonderzoek voor weglating
- Bevoegdheid tuchtraad
- Niet beantwoorden briefwisseling stafhouder
- Niet ingaan op uitnodiging tot verhoor
- Niet afhalen aangetekende zendingen stafhouder
- Geen medewerking aan tuchtonderzoek
- Permanente vorming
- Niet betalen baliebijdragen
- Tuchtverleden
- Privéproblemen
- Weglating tableau op eigen verzoek
- Verzet
- Ontvankelijkheid verzet
- Opschorting
- Uitspraak onder voorwaarden
Procedure
Nu de beslissing bij verstek niet aan het wettelijk domicilie werd verstuurd en dus niet conform de bepalingen van artikel 461 lid 2 Ger. W. werd ter kennis gebracht van de betrokken advocaat, is de termijn van 15 dagen voorzien bij artikel 462 alinea 1 Ger. W. nooit beginnen lopen. Het verzet is derhalve ontvankelijk.
Nu de tuchtrechtelijke vervolging werd ingesteld voor de datum van weglating van het tableau bij beslissing van de raad van de Orde, is de tuchtraad nog bevoegd om uitspraak te doen.
Ten gronde
De tenlastegelegde feiten zijn duidelijk bewezen en maken een inbreuk uit op de beginselen van waardigheid, rechtschapenheid en kiesheid zoals bepaald in art. 456 Ger. W.
Van de in een eerdere tuchtuitspraak geboden mogelijkheid zich te organiseren en vooralsnog zijn deontologische verplichtingen na te komen, werd geen gebruik gemaakt. De advocaat, die inmiddels op eigen verzoek bij beslissing van de raad van de Orde werd weggelaten van het tableau, kan niet behoorlijk functioneren als advocaat, hetgeen te wijten is aan een zware drankproblematiek en depressie die vooral hun oorzaak vinden in het privéleven. Bij de stafhouder zijn geen klachten gekend afkomstig van eventuele cliënten, die zich zouden beklagen over een slechte behandeling van hun dossier.
De tuchtraad oordeelt dat het in de huidige toestand onverantwoord is om de advocaat opnieuw toe te laten tot het tableau, doch indien zou blijken dat niet meer moet worden gevreesd voor de waarborgen van de behoorlijke beroepsuitoefening, zou hij eventueel als advocaat opnieuw kunnen functioneren. Alvorens echter het beroep van advocaat opnieuw te kunnen opnemen, moet hij sterke garanties bieden van een behoorlijke beroepsuitoefening ter waarborging van de belangen van de rechtszoekenden. De advocaat zou eventueel terug tot het tableau kunnen toegelaten worden, indien niet meer dient te worden gevreesd dat hij zich andermaal niet zal houden aan de beginselen van waardigheid, rechtschapenheid en kiesheid bepaald in artikel 456 Ger. W.
De tuchtraad is dan ook bereid om een opschorting van de uitspraak toe te staan maar alleen onder de bepaalde bijzondere voorwaarden.