Ga verder naar de inhoud
  • Tegenstrijdige belangen
  • Bewijs
  • Schijn
  • Communicatiemiddelen
  • Niet opvolgen instructies stafhouder
  • Schorsing 2 maanden met uitstel en onder voorwaarden
  • Berisping
  • Terugbetaling kosten van het onderzoek

Indien het de bedoeling is om in eenzelfde procedure voor twee verschillende partijen op te treden op grond van het feit dat hun belangen gelijk lopen, dient dit duidelijk en expliciet te gebeuren. Belangentegenstelling is een dermate gevoelig punt in de praktijk van de advocaat dat voorzichtigheid is geboden, te meer nu in de loop van de procedure er aanzienlijk wat kan veranderen. Optreden voor twee partijen in eenzelfde procedure is een uitzondering. Dergelijke uitzondering moet verantwoord worden ook – en vooral – naar buiten toe, hetgeen voorzichtigheidshalve vereist dat dit schriftelijk wordt vastgelegd, met name om te voorzien wat moet gebeuren indien de gelijklopendheid van belang niet langer het geval is.

Bij belangentegenstelling is niet de mening van de advocaat maatgevend, maar wel hoe de cliënt en de tegenpartij hierop reageren. Niet alleen de conflictuele situatie moet worden voorkomen maar ook de schijn van mogelijk misbruik van vertrouwelijke informatie in hoofde van de cliënten.

Als de stafhouder aanduidt dat iets hem “aangewezen” lijkt, is het overduidelijk wat de mening van de stafhouder is over de betrokken aangelegenheid. In een dergelijke situatie de vormelijkheid van de bewoording van de stafhouder nog gebruiken als een miskenning of voor een uitstel van het effect van de beslissing van de stafhouder, is een miskenning van het gezag van de stafhouder.

Het feit dat de advocaat geen coherente uitleg kan verstrekken over de specifieke omstandigheden, getuigt van een onvoorzichtigheid in zijn handelingen die niet in overeenstemming is met de principes van waardigheid en kiesheid. In een dergelijke, op zich uitzonderlijke situatie, past het om er voor in te staan dat de nodige transparantie en duidelijkheid bestaat over het optreden als advocaat. Het betreft een duidelijke inbreuk op artikel 456 Ger. W.

Zich manifest het recht toe-eigenen om eenzijdig te bepalen hoe zijn confraters met hem moeten communiceren (paleispost i.p.v. fax) is onaanvaardbaar, zelfs al kwalificeert hij dit als “fun”. Ook het beroep van advocaat moet zich onvermijdelijk in het belang van de efficiënte rechtsbedeling aanpassen aan de huidige communicatietechnieken en het investeren in adequate communicatiemiddelen is nu eenmaal een taak die ook behoort tot de opdracht van de advocaat. Een andere houding is niet in overeenstemming met de hedendaagse beoefening van het beroep van advocaat.

Enerzijds houdt de tuchtraad bij de beoordeling van de toe te passen maatregel rekening met het blanco tuchtrechtelijk verleden en met de verdiensten van de advocaat voor de Orde van Advocaten. De tuchtraad oordeelt dat een schorsing van twee maanden aangewezen is doch legt deze sanctie op met uitstel van twee jaar en op voorwaarde dat er in deze periode geen soortgelijke feiten worden gepleegd die aanleiding geven tot een tuchtsanctie. Voor wat betreft de “funmail” geeft de tuchtraad een berisping met de verplichting om zich met onmiddellijke ingang te onthouden van dergelijke communicatie, zowel naar de vorm als naar de inhoud. Ook de kosten van het onderzoek worden de advocaat ten laste gelegd.

Nog vragen? Onze specialisten ter zake

Ontdek alle medewerkers

Merve Köse

Jurist deontologie