Voorzitter op vrijdag: "Inzetten op educatieve communicatie, digitalisering en alternatieve geschillenoplossing, daarin valt nog bijzonder veel te winnen"
- Verzet tegen schrapping
- Derdengelden
- Niet beantwoorden briefwisseling stafhouder
- Schulden
- Zes maanden schorsing, waarvan vijf maanden met uitstel voor een periode van drie jaar
De tuchtraad heeft bij beslissing van 6 februari 2018 de tenlasteleggingen, met uitzondering van deze in het dossier X, bewezen verklaard en dient zich dus nog enkel uit te spreken over de strafmaat.
Bij het bepalen van de strafmaat moet niet alleen rekening worden gehouden met de ernst van de tenlasteleggingen en met het tuchtrechtelijk verleden van de advocaat, maar ook met de inspanningen die hij zich getroost heeft om zich te conformeren met de deontologische regels eigen aan het beroep en om zijn financiële situatie te saneren.
De bewezen verklaarde tenlasteleggingen hebben samengevat betrekking op :
- Niet doorstorten van derdengeld
Het niet overmaken van derdengelden is een belangrijke deontologische inbreuk die dan ook tuchtrechtelijk streng moet worden beteugeld. - Niet beantwoorden van briefwisseling van de stafhouder (Het betreft alle inbreuken die bij de beslissing van 6 februari 2018 bewezen werden verklaard).
De stafhouder heeft een belangrijke disciplinaire taak. De autonomie van de balie en haar onafhankelijkheid op tuchtgebied vereisen een performante en onpartijdige disciplinaire functie. Dit is niet alleen van belang voor de orde op zich, voor de goede functionering van de rechtsstaat, maar ook voor correcte behandeling van de klachten van de rechtzoekenden.
Het niet beantwoorden van brieven van de stafhouder belemmert de stafhouder in zijn opdracht van algemeen belang en vertraagt de normale afhandeling van de tuchtzaken. Het betreft dan ook een ernstige inbreuk. - Financiële problemen
Een advocaat dient zijn beroep te kunnen uitoefenen in absolute onafhankelijkheid, vrij van alle druk. Deze onafhankelijkheid heeft ook een economische component. Een advocaat die gedurende lange tijd gebukt gaat onder schulden die hij niet vermag af te betalen is economisch gezien minder onafhankelijk en voert een praktijk met een bestendig risico. Voor het uitoefenen van het beroep van advocaat zijn een bepaalde graad van rentabiliteit en een financiële onafhankelijkheid noodzakelijk. Dit kadert niet alleen in de plicht tot een behoorlijke beroepsuitoefening maar is ook een waarborg ter bescherming van derdengelden (J. STEVENS, Advocatuur, Regels & Deontologie, Antwerpen, Wolters Kluwer, 2015, nr. 680).
Deze inbreuken moeten ook in het licht worden gezien van het tuchtrechtelijk verleden van de advocaat waarbij de tuchtraad onder meer verwijst naar de beslissingen van 8 april 2014 en 20 januari 2015 van de Nederlandstalige tuchtraad van beroep, waarbij hij voor gelijkaardige inbreuken tuchtrechtelijk werd veroordeeld.
Anderzijds is uit de gegevens van het dossier gebleken dat de advocaat op goede weg is en daadwerkelijk inspanningen levert om zijn kantoor structureel in orde te brengen. Dit bleek ook uit het omstandig verslag dat de stafhouder op de zitting van 4 december 2018 heeft gedaan en waarbij hij rapporteerde dat er geen klachten meer zijn tegen de advocaat, hij zich conformeert met de deontologische regels en in orde is met zijn balieverplichtingen.
De vaststelling dat hij daadwerkelijk initiatieven heeft genomen om zijn privéwoning te verkopen om daarmee zijn schuld aan te zuiveren, worden door de tuchtraad als positief beoordeeld en zijn van aard om bij te dragen tot een normalisering van zijn beroepspraktijk.
De tuchtraad oordeelt dat aan de advocaat een schorsing moet worden opgelegd van 6 maanden waarvan 5 maanden met uitstel gedurende een termijn van 3 jaar, zodat de effectieve schorsing 1 maand bedraagt.
Beslissing
Lees ook deze beslissing
SLT-161: Beslissing 20 juni 2017
Medewerking stafhouder / balie
Briefwisseling
Schulden
Derdengelden / derdenrekening
Schrapping
SLT-161: Beslissing 6 februari 2018
Medewerking stafhouder / balie
Schulden
Heropening debatten