- Beledigende uitlatingen
- Racistische uitlatingen
- Klachten
- Bewijs
- Vrijspraak
De waardigheid in het professionele leven van de advocaat valt vaak samen met andere beroepsplichten al dan niet in reglementen uitgedrukt. Beledigende en racistische gedragingen en uitlatingen door een advocaat zijn formeel in strijd met wat in het licht van de eisen van het beroep van een advocaat mag worden verwacht.
Evenwel komen de aan de advocaat in de oproepingsbrief verweten tuchtrechtelijke inbreuken, gebaseerd op het verslag van de stafhouder, als onvoldoende onderbouwd en dus niet bewezen over na onderzoek van de tuchtraad.
De tuchtraad verklaart de tenlasteleggingen dan ook niet bewezen en spreekt de advocaat vrij van de haar ten laste gelegde feiten.