SBT-14: Beslissing 3 juni 2008
C.08.0579.N: Arrest 26 juni 2009
- Optreden als advocaat tijdens schorsing
- Persoonlijk aanwenden derdengelden
- Geen medewerking
- Formele onregelmatigheid oproeping
- Nietigheid
- Art. 495 Ger. W.
- Schrapping
Een advocaat werd bij verstek bij beslissing van 3 juli 2008 van de Tuchtraad van Brussel veroordeeld tot de schrapping van het tableau van de Orde van de balie waar hij ingeschreven was.
De tenlasteleggingen die door de Tuchtraad van Brussel bewezen werden geacht zijn het verder optreden als advocaat tijdens de schorsingsperiode; het aanwenden van derdengelden voor eigen gebruik en onvoldoende medewerking verlenen aan het tuchtonderzoek.
De advocaat heeft hoger beroep ingesteld tegen deze beslissing, hetgeen naar vorm en termijn als regelmatig werd bevonden door de Tuchtraad van Beroep.
Wat de tenlasteleggingen betreft heeft de Tuchtraad van Beroep geoordeeld dat deze bewezen zijn.
De Tuchtraad van Beroep verklaart dan ook het hoger beroep ontvankelijk doch ongegrond en bevestigt, rekening houdend met de ernst van de feiten en met de tuchtrechtelijke descendenten, de sanctie van schrapping van het tableau.
Wat betreft de oproeping door de voorzitter van de Tuchtraad aan de advocaat om te verschijnen voor de Tuchtraad, oordeelt de Tuchtraad van Beroep dat de advocaat conform art. 459 §1 Ger. W. regelmatig werd opgeroepen. Zelfs als dergelijke oproeping als dagvaarding geldt, bepaalt art. 459 §1 Ger. W. niet dat de naam en de voornaam van de voorzitter en het adres van zijn kantoor (het adres van de Tuchtraad is vermeld) dienen te worden vermeld, noch a fortiore dat het ontbreken van deze vermeldingen op straffe van nietigheid zou zijn voorgeschreven; dat het normdoel hierdoor bereikt is, zodat een mogelijke formele onregelmatigheid van de oproeping door de voorzitter van de Tuchtraad niet tot nietigheid ervan kan leiden.