Voorzitter op vrijdag: "Inzetten op educatieve communicatie, digitalisering en alternatieve geschillenoplossing, daarin valt nog bijzonder veel te winnen"
Rechtspraak-advocatuur Problematiek van de internering
De Commissie Bescherming Maatschappij (CBM) van Leuven heeft in zijn beslissing van 10 januari 2011 een penitentiaire instelling gedwongen tot het verlenen van een uitgangspermissie onder professionele begeleiding van de geïnterneerde. Bovendien oordeelde de CBM van Leuven dat de kosten voor het bewerkstelligen van die uitgangspermissie voor rekening van de Staat zijn indien de uitvoering ervan niet gebeurt binnen een termijn van dertig dagen te rekenen vanaf de datum van deze uitspraak.
Een arrest van 17 september 2009 van het Grondwettelijk Hof is in dit verband vermeldenswaardig. Het Hof oordeelde: “Wanneer het bevoegde rechtscollege heeft geoordeeld dat een geïnterneerde persoon moet worden opgenomen in een aangepaste inrichting, staat het aan de bevoegde overheden ervoor te zorgen dat die persoon daar kan worden opgenomen. Indien, wanneer de door de Commissie tot bescherming van de maatschappij aangewezen inrichting de geïnterneerde persoon niet kan opnemen, een redelijk evenwicht moet worden gezocht tussen de belangen van de overheden en die van de betrokkene, worden een dergelijk evenwicht verbroken wanneer de betrokkene voor onafzienbare tijd in een inrichting wordt gelaten die het bevoegde rechtscollege met het oog op de reclassering van de betrokkene onaangepast heeft geacht. ” (Grondwettelijk Hof 17 september 2009, § B.7.3.)
Zo bepaalt de CBM onder andere in zijn beslissing:
- “Elk voorstel van de Commissie (…) bleef onbeantwoord (…). Door deze houding wordt het redelijk evenwicht tussen de belangen van de overheid en van de geïnterneerde verbroken vermits hij in die omstandigheden voor een onafzienbare tijd in een inrichting zou moeten verblijven waarvan men daarenboven zich terecht kan afvragen of die aan zijn psychische toestand is aangepast.”
- “Het is onmogelijk te aanvaarden dat de reclasseringsvoorwaarden niet kunnen uitgewerkt worden omdat de noodzakelijke uitgangspermissie onmogelijk wordt gemaakt zonder dat zelfs de mogelijkheden tot uitvoering ernstig werden onderzocht”