Voorzitter op vrijdag: "Inzetten op educatieve communicatie, digitalisering en alternatieve geschillenoplossing, daarin valt nog bijzonder veel te winnen"
Rechtspraak-advocatuur Ereloonovereenkomsten beoordeeld door de raad van de Orde
Het Hof van Cassatie oordeelde op 24 maart 2016 dat de beoordelingsbevoegdheid van de raad van de Orde conform artikel 446ter Ger.W. niet beperkt is tot het eenzijdig vastgesteld ereloon door partijbeslissing, maar ook geldt wanneer de advocaat voorafgaandelijk een ereloonovereenkomst heeft gesloten met zijn cliënt.
Merve Köse
![Merve Köse](/files_filesystem/files/Fotos/Mensen/Medewerkers/_75x75_crop_center-center_none/OVB_Portretten-oktober_19_low.jpg)
Dominique Dombret
![Dominique Dombret](/files_filesystem/files/Fotos/Mensen/Medewerkers/_75x75_crop_center-center_none/Dominique-Dombret_2023-10-12-113552_szsd.jpg)
Rolnummer: C.15.0196.N
Het Hof van Cassatie sprak op 24 maart 2016 een princiepsarrest uit over de beoordelingsbevoegdheid van de raad van de Orde inzake erelonen.
Volgens artikel 446ter, tweede lid Ger.W. is de raad van de Orde bevoegd om het ereloon van de advocaat te verminderen indien het niet met een billijke gematigdheid is vastgesteld. Onbetwistbaar geldt dat wanneer de advocaat op het einde van de zaak zijn ereloon eenzijdig bepaalt door partijbeslissing. Nu voegt het Hof eraan toe dat de raad van de Orde, die een functie van algemeen belang vervult, het ereloon kan toetsen aan de billijke gematigdheid indien de advocaat afspraken heeft gemaakt of overeenkomsten heeft afgesloten met zijn cliënt, ongeacht het tijdstip waarop die afspraken werden gemaakt of die overeenkomsten werden gesloten en uitgevoerd. Dat ontneemt partijen echter niet het recht om zich tot de rechter of een arbiter te wenden.
Het onderwerp ‘advocatenerelonen’ was onder meer in het licht van het Wetboek van Economisch Recht reeds actueel. Het cassatiearrest van 24 maart 2016 geeft nog meer stof tot discussie.