Ga verder naar de inhoud

Rechtspraak-advocatuur De au­then­ti­que­ren­de notaris en de na­ti­o­na­li­teits­voor­waar­de in een Europees perspectief

Zes lidstaten (België, Duitsland, Griekenland, Frankrijk, Luxemburg en Oostenrijk) worden door de Europese Commissie op het matje geroepen. In de betrokken lidstaten hebben alleen de eigen onderdanen toegang tot het beroep van notaris.

Merve Köse

Jurist deontologie
Merve Köse

Dominique Dombret

Jurist deontologie
Dominique Dombret

Deel dit artikel

Rolnummer: C-47 08

Of die nationaliteitsvoorwaarde een inbreuk vormt op de vrijheid van vestiging (artikel 49 van de geconsolideerde versie van het verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (hierna VEU)), hangt af van de vraag of de notariële activiteit al dan niet deel uitmaakt van de werkzaamheden ter uitoefening van het openbaar gezag in de zin van artikel 51 VEU. Die laatste bepaling stelt onder meer dat de bepalingen van het hoofdstuk over het recht van vestiging niet van toepassing zijn op de werkzaamheden ter uitoefening van het openbaar gezag.

Het Hof van Justitie oordeelt dat de notariële activiteit geen rechtstreekse deelname aan de uitoefening van het openbaar gezag vertegenwoordigt, waardoor de interne nationaliteitsvoorwaarde een door het Verdrag verboden discriminatie op grond van nationaliteit uitmaakt (artikel 18 VEU). Het arrest steunt op volgende basisoverwegingen:

  • Enerzijds erkent het Hof dat de notaris een openbaar ambtenaar is die vooral authentieke akten verlijdt. Ter gelegenheid van een verplichte of facultatieve tussenkomst stelt de notaris de vereiste wettelijke voorwaarden met het oog op de totstandkoming van de akte vast alsook de bekwaamheid van de partijen. De authentieke akte geniet van een versterkte bewijswaarde en van een uitvoerbare kracht. Anderzijds legt het Hof de nadruk op het feit dat het voorwerp zelf van de authentieke akte enkel en alleen in handen van de partijen ligt. Laatstgenoemden beslissen zelf, binnen de wettelijke grenzen, over de draagwijdte van hun rechten en plichten, zij kiezen vrij de inhoud van de akte waaraan ze zich willen onderwerpen. Met andere woorden, de tussenkomst van de notaris veronderstelt altijd een voorafgaande toestemming of wilsovereenstemming van de partijen waaraan de notaris niet op eigen initiatief kan beginnen sleutelen.
  • Het Hof van Justitie kent geen gewicht toe aan het feit dat bepaalde akten op straffe van nietigheid geauthentiseerd moeten worden omdat het zeer gangbaar is dat de geldigheid van diverse akten onderworpen wordt aan vormvereisten of verplichte specifieke procedures die de akte geldig moeten maken.
  • Ook het feit dat de notaris een algemeen belang nastreeft door de wettelijkheid en de rechtszekerheid van de tussen de partijen afgesloten akten te garanderen, legt het Hof van Justitie naast zich neer omdat ook andere gereglementeerde beroepen naar dat zelfde doel trachten zonder daarom deel te nemen aan de uitoefening van het openbaar gezag.
  • De bewijskracht van de notariële akte hangt af van de nationale bewijsregeling en heeft op zich niets te maken met de kwalificatie van de notariële activiteit. Ook de uitvoerbare kracht van de notariële akte is maar een louter gevolg van het feit dat de partijen de wil hebben hun akte door een notaris te laten verlenen met het oog op het bekomen van die uitvoerbare kracht.  
  • Het Hof van Justitie stelt verder dat de notarissen, weliswaar binnen de perken van hun territoriale bevoegdheid, hun taken uitoefenen in een sfeer van vrije mededinging, wat juist helemaal niet karakteristiek is voor de uitoefening van het openbaar gezag. In dezelfde lijn werpt het Hof op dat ook de rechtstreekse en persoonlijke aansprakelijkheid van de notaris ten aanzien van zijn cliënten voor eventuele begane fouten in de uitoefening van de notariële taken, niet strookt met het regime van de staatsaansprakelijkheid.

Verder verwijt de Europese Commissie aan Portugal en de voornoemde lidstaten (behalve Frankrijk) dat zij de Europese Richtlijn nr. 89/48 (van 21 december 1988 betreffende een algemeen stelsel van erkenning van hoger-onderwijsdiploma's waarmee beroepsopleidingen van ten minste drie jaar worden afgesloten) niet toepassen op notarissen. Het Hof verwerpt dat bezwaar omwille van het bijzonder wetgevend parcours dat aan de totstandkoming van de Europese Richtlijn nr. 2005/36 (van 7 september 2005 betreffende de erkenning van beroepskwalificaties - die laatste richtlijn vervangt de Europese Richtlijn nr. 89/48 - ) is voorafgegaan. Inderdaad, de voorbereidende werken voorzagen aanvankelijk in de niet-toepassing van de richtlijn op notarissen. Vervolgens werd die uitdrukkelijke uitzondering geschrapt, niet omdat de richtlijn wel van toepassing zou zijn op de notarissen, maar omwille van het feit dat artikel 51 VEU een mogelijke afwijking bevat. Aldus staat in overweging 41 van de Richtlijn nr. 2005/36 enkel nog geschreven dat de richtlijn de toepassing van artikel 45, lid 4 en artikel 51 VEU, met name ten aanzien van de notarissen, onverlet laat. Die legislatieve evolutie heeft tot onzekerheid geleid inzake de verplichte omzetting van de richtlijn.    

De integrale tekst van het arrest vindt u in de weblink (in het Duits, Engels en Frans). Het arrest werd nog niet vertaald naar het Nederlands.

Voor de arresten met betrekking tot de andere landen, zie de zaken C-50/08, C-51/08, C-53/08, C-54/08, C-61/08 en C-52/08.

Gerelateerd nieuws

Deze berichten verschenen recent:
Deontologie

Inzicht in nationale risicoanalyse witwaspreventie

De Cel voor Financiële Informatieverwerking (CFI) heeft de nationale risicoanalyse over witwassen van geld, financiering van terrorisme en de proliferatie van massavernietigingswapens samengevat voor alle entiteiten die onder de witwaspreventiewet vallen. Deze samenvatting is daarom ook van belang voor advocaten. Ze biedt u een goed inzicht in de actuele risico’s, waardoor u uw eigen risicoanalyses daarop kunt afstemmen.

Meer lezen
Deontologie Podcast

Podcast Ten Gronde: F*Q deontologie

In een boeiende aflevering van de podcast Ten Gronde, gemodereerd door bestuurder Jan Meerts, wordt de deontologie kritisch in vraag gesteld, met een focus op de veranderende landschappen van ethiek en praktijk. Mr. Eva Raepsaet, stafhouder Luk Delbrouck en vice-stafhouder Frank Judo betreden de arena om te debatteren over de ethiek en de grenzen van het beroep.

Deze podcast biedt een unieke kans om diepgaand inzicht te krijgen in de ethiek en de moderne ontwikkelingen van het beroep. Luister alsof u er zelf bij was!

Meer lezen
Deontologie Rechten van de mens

Het Federaal Instituut voor de Rechten van de Mens: een steun voor klokkenluiders

Recente wetten versterken de bescherming van klokkenluiders in Belgische privébedrijven en de federale publieke sector. Deze wetten, voortkomend uit een Europese richtlijn, bieden niet alleen bescherming maar ook diverse vormen van ondersteuning via het onafhankelijke Federaal Instituut voor de Rechten van de Mens (FIRM). Advocaten en advocatenkantoren die geïnteresseerd zijn in de verdediging van klokkenluiders worden opgeroepen om zich bij het FIRM te melden.

Meer lezen
Deontologie Fiscaal recht

Nieuwjaarsgeschenk van het Grondwettelijk Hof

Het Grondwettelijk Hof heeft op 11 januari 2024 opnieuw het beroepsgeheim van de advocaat beschermd in een bevestiging van zijn eerdere DAC6-rechtspraak. Ditmaal handelen de arresten over de omzettingsregelgeving op federaal niveau en op het niveau van de Franstalige Gemeenschap, het Waalse Gewest en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.

Meer lezen
Deontologie

Individueel e-mailadres voortaan verplicht

Advocaten moeten vanaf nu bereikbaar zijn via een (individueel) e-mailadres. Dat besliste onze algemene vergadering.

Meer lezen
Deontologie

OVB waarschuwt voor platform 'starofservice.be'

Het platform “starofservice.be” beweert via het internet vragers en aanbieders van ‘diensten’ met elkaar in contact te brengen. Er is ernstige twijfel over het bonafide karakter ervan, zodat de OVB elke samenwerking afraadt. Samenwerking kan bovendien zware deontologische inbreuken opleveren.

Meer lezen
Tucht

Onrechtmatig verzet niet langer mogelijk in procedures zoals in tucht

Onze algemene vergadering keurde op 8 februari 2023 een wijzigingsreglement goed dat voortaan (onder meer) de mogelijkheid biedt aan de raad van de Orde om verzet in procedures zoals in tucht ongedaan te verklaren. Dat reglement trad recent in werking.

Meer lezen
Deontologie Fiscaal recht

Het Grondwettelijke Hof verdedigt opnieuw ons beroepsgeheim bij DAC6

Het Grondwettelijke Hof heeft vandaag opnieuw uitspraak gedaan met betrekking tot een Vlaams decreet dat de administratieve samenwerking op het gebied van belastingen regelt. Het Hof respecteert opnieuw het beroepsgeheim van ons beroep.

Meer lezen
Deontologie Witwaspreventie

OVB waarschuwt voor opleiding witwaspreventie door SwiftSkills

We vernamen dat SwiftSkills, een e-learning platform, advocaten via een misleidend e-mailbericht aanspoort om deel te nemen aan een opleiding over hun verplichtingen onder de wet van 18 september 2017 ‘tot voorkoming van het witwassen van geld en de financiering van terrorisme en tot beperking van het gebruik van contanten’ (WPW).

Meer lezen