Ga verder naar de inhoud

Deontologie-advies Advies 8

Professionele Vennootschap : handtekening als "zaakvoerder"



Dominique Dombret

Jurist deontologie
Dominique Dombret

Merve Köse

Jurist deontologie
Merve Köse

Deel dit artikel

1. Ik heb begrepen dat Mevrouw X een éénpersoons bvba heeft en dat zij in de briefwisseling derhalve overeenkomstig het voorschrift van artikel 138bis in fine aanduidt bij haar handtekening in welke hoedanigheid zij optreedt, met name dat zij tekent met de titulatuur van zaakvoerder.

Laat ons vooreerst stellen dat dit zeer ongebruikelijk is.

De wetswijziging waarop artikel 138bis van het Wetboek van Koophandel teruggaat, dateert reeds van 6/3/1973 en blijkbaar is er nooit een advocaat die het noodzakelijk heeft gevonden enig gevolg te geven aan bedoeld wettelijk voorschrift.

Het wettelijk voorschrift stuit eigenlijk een beetje tegen de borst omdat het niet gebruikelijk is bij advocaten een andere titulatuur dan deze van advocaat aan te nemen en omdat bovendien het woord zaakvoerder in onze ogen alsook het Franse “gérant” enigszins doet denken aan zaakwaarnemer, een beroep waar we liefst niet mee worden geïdentificeerd.

2. Aan de andere kant denk ik ook niet dat er enig deontologisch bezwaar zou kunnen geopperd worden tegen het gebruik van de term “zaakvoerder” in het verband van een advocatenvennootschap en dus in het opvolgen van het voorschrift van artikel 138bis van het Wetboek van Koophandel.

Mij is alleszins geen precedent bekend waar een advocaat tuchtrechtelijk zou vervolgd zijn voor het gebruik van deze benaming en evenmin een reglement waar een verbod zou gesteld zijn om van deze benaming gebruik te maken.

Het zou trouwens moeilijk kunnen een dergelijk deontologisch verbod in te schakelen daar het in strijd zou zijn met een wettekst die hoewel niet van imperatieve aard of van openbare orde dan toch een vennootschapsrechtelijke bepaling is.

3. Het is dus eerder uit een algemeen onbruik mogelijk contra legem dat de advocatuur geen gebruik maakt van de titel “zaakvoerder” in de briefwisseling die zij richt aan haar cliënten, ook al zal het wel zo zijn dat de advocaten die in vennootschappen werkzaam zijn, de titel zullen gebruiken in hun vennootschapsdocumenten die moeten gepubliceerd worden, wat ook logisch is.

4. Voor de advocaat in zijn betrekkingen tot zijn cliënten geldt in eerste instantie dat hij een advocaat is met de vertrouwensrelatie en de garanties aan de titel en het beroep verbonden. Dat hij zijn advocatuur uitoefent onder de vorm van een vennootschap is dan ook voor een advocaat van ondergeschikt belang. Men kan overigens dezelfde trend onderkennen in andere intellectuele vrije beroepen die zich organiseren in de vorm van een vennootschap, zoals geneesheren, accountants, bedrijfsrevisoren, fiscalisten, enz.

Ook zij maken geen gebruik van de term “zaakvoerder” zodat men eigenlijk wel zou kunnen spreken van een veralgemeend gebruik contra legem.

5. Wanneer men dan gaat zien naar de vraag of het niet noodzakelijk is bedoelde titulatuur toch te gebruiken in de briefwisseling dan stelt men zich de vraag naar de aard van het voorschrift van de wet dat inderdaad een gebiedend voorschrift is doch zeker geen imperatief voorschrift in de zin dat het een sanctie in zich zou dragen, dat het van openbare orde of van dwingend recht zou zijn.

Er is zelfs geen specifieke sanctie voor bedoeld voorschrift ; de sanctie kan enkel deze zijn van het gemeen recht, m.n. dat derden misleid zouden kunnen zijn i.v.m. de bevoegdheid van de betrokkene om de vennootschap te binden en dan zou de rechter naargelang de omstandigheden kunnen oordelen dat wanneer de zaakvoerder heeft gecontracteerd voor zijn vennootschap maar op geen enkele manier heeft bekendgemaakt aan zijn co-contractant dat hij voor de vennootschap optrad, hij persoonlijk en rechtstreeks verbonden verklaard zou kunnen worden voor de verbintenissen die uit de overeenkomst voortspruiten (Cass., 17/10/1958, Pas., 1959, I, p. 170 ; COIPEL, M., Les sociétés privées à responsabilité limitée, nr. 456).

6. Alles hangt dus af van de feitelijke omstandigheden van de zaak. Wanneer op het briefpapier wél is aangeduid dat de betrokkene het beroep uitoefent onder de vorm van een bvba en zeker wanneer maar één advocaat dat beroep uitoefent onder die bvba dan kan er moeilijk twijfel zijn in hoofde van de betrokken co-contractant dat hij met een bvba handelt en dat het contract dat tot stand zou komen met deze bvba afgesloten wordt en dat zij er de gevolgen van zal dragen.

Het komt er dus op neer dat men in de praktijk zal zien of de mede-contractant van diegene die zich niet als zaakvoerder bekendmaakt, zich op één of andere manier kon vergissen.

Wanneer op het briefpapier duidelijk is gemaakt dat de advocaat - in dit geval de enige advocaat - handelt onder een bvba, dan is er weinig twijfel mogelijk en zal er moeilijk enige schade door de co-contractant kunnen bewezen worden.

7. Laten we daar aan toevoegen dat voor de belangrijkste verbintenissen van een advocaat, met name diegene die betrekking hebben op zijn aansprakelijkheid het nationaal reglement op de uitoefening van het beroep in samenwerking (artikel 5a) bepaalt dat de vennoot belast met een dossier hoofdelijk aansprakelijk is voor de verbintenissen van de vennootschap tegenover de cliënt.

Zolang een dergelijke bepaling in het reglement voorkomt, heeft discussie over het al dan niet vermelden van zaakvoerderschap niet zoveel betekenis vermits zelfs wanneer de betrokken advocaat zou aanduiden dat hij de zaakvoerder is, hij toch als advocaat hoofdelijk aansprakelijk zou blijven voor de verbintenissen van de vennootschap waardoor hij het advocatenberoep uitoefent.

Het gaat om een bepaling die overeenkomstig het reglement in de statuten moet opgenomen worden en die dus zonder twijfel ook door de cliënt kan ingeroepen worden daar hij zich kan steunen op de statuten.

De discussie terzake heeft derhalve niet veel belang ; aansprakelijkheidsregeling is door het nationaal reglement bepaald, althans tegenover cliënten (zij geldt niet voor andere contractanten of andere schadelijders door de fout van de vennootschap die geen cliënten zijn) en bovendien is het niet erg waarschijnlijk dat in de constellatie van het vrij advocatenberoep een derde of een cliënt zich misleid zou kunnen noemen door het feit dat de zaakvoerder-advocaat zijn kwaliteit van zaakvoerder niet heeft vermeld.

Al bij al voel ik meer voor het meer elegante en algemeen gevolgd gebruik dat advocaten hun zaakvoerderschap niet op hun briefpapier onder de titel van advocaat vermelden, maar zoals gezegd kan ik in dat algemeen gebruik ook niet dadelijk een deontologische regel ontwaren.

Stafhouder Jo Stevens
Bestuurder departement deontologie


Ook interessant

Gerelateerd nieuws

Deze berichten verschenen recent:
Deontologie

Inzicht in nationale risicoanalyse witwaspreventie

De Cel voor Financiële Informatieverwerking (CFI) heeft de nationale risicoanalyse over witwassen van geld, financiering van terrorisme en de proliferatie van massavernietigingswapens samengevat voor alle entiteiten die onder de witwaspreventiewet vallen. Deze samenvatting is daarom ook van belang voor advocaten. Ze biedt u een goed inzicht in de actuele risico’s, waardoor u uw eigen risicoanalyses daarop kunt afstemmen.

Meer lezen
Deontologie Podcast

Podcast Ten Gronde: F*Q deontologie

In een boeiende aflevering van de podcast Ten Gronde, gemodereerd door bestuurder Jan Meerts, wordt de deontologie kritisch in vraag gesteld, met een focus op de veranderende landschappen van ethiek en praktijk. Mr. Eva Raepsaet, stafhouder Luk Delbrouck en vice-stafhouder Frank Judo betreden de arena om te debatteren over de ethiek en de grenzen van het beroep.

Deze podcast biedt een unieke kans om diepgaand inzicht te krijgen in de ethiek en de moderne ontwikkelingen van het beroep. Luister alsof u er zelf bij was!

Meer lezen
Deontologie Rechten van de mens

Het Federaal Instituut voor de Rechten van de Mens: een steun voor klokkenluiders

Recente wetten versterken de bescherming van klokkenluiders in Belgische privébedrijven en de federale publieke sector. Deze wetten, voortkomend uit een Europese richtlijn, bieden niet alleen bescherming maar ook diverse vormen van ondersteuning via het onafhankelijke Federaal Instituut voor de Rechten van de Mens (FIRM). Advocaten en advocatenkantoren die geïnteresseerd zijn in de verdediging van klokkenluiders worden opgeroepen om zich bij het FIRM te melden.

Meer lezen
Deontologie Fiscaal recht

Nieuwjaarsgeschenk van het Grondwettelijk Hof

Het Grondwettelijk Hof heeft op 11 januari 2024 opnieuw het beroepsgeheim van de advocaat beschermd in een bevestiging van zijn eerdere DAC6-rechtspraak. Ditmaal handelen de arresten over de omzettingsregelgeving op federaal niveau en op het niveau van de Franstalige Gemeenschap, het Waalse Gewest en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.

Meer lezen
Deontologie

Individueel e-mailadres voortaan verplicht

Advocaten moeten vanaf nu bereikbaar zijn via een (individueel) e-mailadres. Dat besliste onze algemene vergadering.

Meer lezen
Deontologie

OVB waarschuwt voor platform 'starofservice.be'

Het platform “starofservice.be” beweert via het internet vragers en aanbieders van ‘diensten’ met elkaar in contact te brengen. Er is ernstige twijfel over het bonafide karakter ervan, zodat de OVB elke samenwerking afraadt. Samenwerking kan bovendien zware deontologische inbreuken opleveren.

Meer lezen
Tucht

Onrechtmatig verzet niet langer mogelijk in procedures zoals in tucht

Onze algemene vergadering keurde op 8 februari 2023 een wijzigingsreglement goed dat voortaan (onder meer) de mogelijkheid biedt aan de raad van de Orde om verzet in procedures zoals in tucht ongedaan te verklaren. Dat reglement trad recent in werking.

Meer lezen
Deontologie Fiscaal recht

Het Grondwettelijke Hof verdedigt opnieuw ons beroepsgeheim bij DAC6

Het Grondwettelijke Hof heeft vandaag opnieuw uitspraak gedaan met betrekking tot een Vlaams decreet dat de administratieve samenwerking op het gebied van belastingen regelt. Het Hof respecteert opnieuw het beroepsgeheim van ons beroep.

Meer lezen
Deontologie Witwaspreventie

OVB waarschuwt voor opleiding witwaspreventie door SwiftSkills

We vernamen dat SwiftSkills, een e-learning platform, advocaten via een misleidend e-mailbericht aanspoort om deel te nemen aan een opleiding over hun verplichtingen onder de wet van 18 september 2017 ‘tot voorkoming van het witwassen van geld en de financiering van terrorisme en tot beperking van het gebruik van contanten’ (WPW).

Meer lezen