Ga verder naar de inhoud

Deontologie-advies Advies 683

Volgens artikel 11 van de Codex oefent een advocaat die lid is van de raad van bestuur van een ziekenhuis, een andere activiteit uit. De bewoording van artikel 11quater van de Codex ‘met betrekking tot zijn andere activiteiten’ duidt op een andere professionele activiteit dan ‘het vertegenwoordigen, het bijstaan en het verdedigen in rechte’ (de kerntaken van de advocaat).
Op grond van de artikelen 16 en 17 van de Codex zou de advocaat, als lid van de raad van bestuur van het ziekenhuis, wel kunnen optreden voor het ziekenhuis, maar niet tegen het ziekenhuis. Dit is een tegenstrijdig belang in de zin van artikel 5, § 1 van de Codex. Hetzelfde geldt voor de kantoorgenoot van de advocaat.
In casu treedt de kantoorgenoot niet rechtstreeks op tegen het ziekenhuis, maar enkel tegen een beroepsaansprakelijkheidsverzekeraar van een arts (weliswaar verbonden aan dat ziekenhuis) en van het ziekenhuis. Derhalve is er geen tegenstrijdig belang of geen wezenlijke dreiging daartoe.

Het bevel zich terug te trekken uit een zaak in toepassing van artikel 473 Ger. W. en de beslissingen ex autoritate die de stafhouder als tuchtoverheid van zijn Orde kan nemen, worden slechts gegeven (i) in geval van strijdige belangen of van een onverschoonbare fout, (ii) wanneer de persoonlijke integriteit van de advocaat in opspraak is gebracht, (iii) wanneer er een vertrouwensbreuk is tussen de advocaat en zijn cliënt, of (iv) wanneer een advocaat een dergelijke blijk heeft gegeven van persoonlijke animositeit en betrokkenheid bij het dossier van zijn cliënt dat het verder handhaven van de advocaat op de zaak problemen zou kunnen meebrengen voor een verdere normale, rustige en confraternele rechtsgang in de betrokken zaak.

Merve Köse

Jurist deontologie
Merve Köse

Dominique Dombret

Jurist deontologie
Dominique Dombret

Deel dit artikel

Vraag

Een advocaat, mr. Y, vraagt dat mr. X zich terugtrekt uit een zaak wegens strijdigheid van belangen.

Mr. Y meent dat mr. X op grond van artikel 11quater van de Codex Deontologie voor Advocaten (CDA) niet langer kan optreden voor de erfgenamen van dhr. A in een zaak tegen de BA-Verzekeraar van het AZ B en de BA-beroepsverzekeraar van dokter C, neurochirurg in het AZ B, omdat zijn kantoorgenoot, mr. Z deel uitmaakt van de raad van bestuur van het AZ B.

Een advocaat die bestuurder is van een rechtspersoon zou immers niet in rechte kunnen optreden tegen de BA-verzekeraar van de rechtspersoon waarin hij het bestuursmandaat waarneemt. Als bestuurder van de rechtspersoon zou de advocaat immers toegang kunnen hebben tot informatie die mogelijk relevant kan zijn in het geding tegen de BA-verzekeraar. Deze onmogelijkheid om te ageren zou afstralen op de andere leden van het samenwerkingsverband waartoe de advocaat behoort.

Volgens Mr. X rijzen er daarentegen geen bezwaren, omdat:

  1. Meester Z in het kader van zijn bestuurdersmandaat geen “bevoegdheden van dagelijks bestuur uitoefent, noch uitvoerend bestuurder is of de effectieve leiding uitoefent onder welke titel ook” in de zin van art. 11 CDA;
  2. De bestuurdersactiviteit van mr. Z geen verband heeft met de aansprakelijkheden van het ziekenhuis (welke immers de verzekeraar, die de leiding van het geschil heeft, aangaan). Met andere woorden heeft men hier niet te maken met een geschil met betrekking tot de andere activiteiten van mr. Z, nu op de raad van bestuur geen aansprakelijkheidsdossiers, geen individuele patiëntendossiers worden besproken enz.”

Ook zou het van belang zijn dat in de hangende procedure noch het AZ B, noch neurochirurg B betrokken is in de procedure. Enkel de BA-verzekeraars werden gedagvaard.

Mr. X zou dit mogelijk belangenconflict met zijn cliënten hebben besproken en zij zouden hem schriftelijk hebben meegedeeld dat zij zelf nog steeds akkoord zijn dat mr. X verder zou optreden.

Later voegde mr. X nog de onderstaande argumenten toe:

  • Als lid van de raad van bestuur heeft mr. Z géén toegang tot enig individueel dossier, patiëntendossier of andere. De functie is onbetaald, en louter raadgevend in beleidsbeslissingen, nooit op vlak van individuele patiënten.

De verzekering van het ziekenhuis wordt verdedigd door een advocaat van de verzekering, welke zijn instructies ontvangt van de verzekering die omtrent de B.A. volledig de leiding van het geschil heeft;

  • Mr. Y is advocaat van de verzekering van een dokter in het ziekenhuis. Hij vertegenwoordigt dus noch het ziekenhuis, noch diens verzekeraar. Wat is zijn belang om deze kwestie in te roepen?
  • Noch onze cliënt, noch het ziekenhuis, noch de verzekeraar van het ziekenhuis, noch de raadsman van de verzekering van het ziekenhuis, heeft bezwaar tegen ons kantoor. Dit zijn al de betrokken partijen, welke allemaal geen probleem hebben.

Enkel één partij (mr. Y) die hiermee geen uitstaans heeft, uit een klacht. Nogmaals, wat is zijn belang?”

Een stafhouder vraagt mijn standpunt over de draagwijdte van de zinsnede “[...] in geschillen met betrekking tot zijn andere activiteiten [...]”, in artikel 11quater CDA, om dan in deze concrete situatie mee te delen of mr. X nog verder kan optreden.

Advies

1. Draagwijdte “in geschillen met betrekking tot zijn andere activiteiten

Artikel 11quater CDA luidt als volgt:

"Behalve in de gevallen die toegelaten zijn volgens deze Codex of in de gevallen die de stafhouder uitdrukkelijk en schriftelijk toestaat, en in ieder geval onverminderd artikel 11 van deze Codex, mag de advocaat niet als advocaat in rechte optreden in geschillen met betrekking tot zijn andere activiteiten. Deze regel geldt in dezelfde mate voor [de leden van de groepering of associatie, de medewerkers en de stagiairs van het kantoor van de betreffende advocaat].” (eigen aanduiding).

De termen “met betrekking tot zijn andere activiteiten” duiden op een andere professionele activiteit dan “het vertegenwoordigen, het bijstaan en het verdedigen in rechte”, kortom: de kerntaken van de advocaat volgens artikel 11 CDA. Om een andere activiteit dan een kerntaak uit te oefenen moet de advocaat toelating vragen aan zijn stafhouder overeenkomstig artikel 437 van het Gerechtelijk Wetboek (Ger. W.).

Volgens artikel 11 CDA is “de activiteit van de onderneming die niet het beroep van advocaat uitoefent en waarover een advocaat de bevoegdheden van dagelijks bestuur uitoefent of waarin de advocaat uitvoerend bestuurder is of de effectieve leiding uitoefent, onder welke titel ook, wordt voor de toepassing van deze afdeling gelijkgesteld met een andere activiteit die de advocaat persoonlijk uitoefent.

Bijgevolg oefent mr. Z, als lid van de raad van bestuur van het AZ B, een andere activiteit uit in de zin van artikel 11 CDA. 

2. Mag Mr. X in casu (nog) optreden?

Artikel 16 CDA luidt als volgt: 

De advocaat mag een rechtspersoon, die niet zijn professionele vennootschap of patrimoniumvennootschap is, waarvoor hij een bestuursmandaat uitoefent, voor de rechtbanken of scheidsgerechten vertegenwoordigen. Dat mag hij niet wanneer hij persoonlijk bij de zaak betrokken is of kan zijn, en/of de eerbaarheid of de verantwoordelijkheid van de raad van bestuur in gevaar dreigt te komen.

Artikel 17bis CDA voegt daaraan toe:

“De onverenigbaarheden of verboden in dit hoofdstuk betreffen niet alleen de advocaat maar ook de advocaten die in een groepering of associatie met hem werken, de medewerkers en de stagiairs van het kantoor.”

Op grond van deze artikelen zou mr. Z, als lid van de raad van bestuur van het AZ B, wel kunnen optreden voor het ziekenhuis, maar niet voor de erfgenamen van een overleden patiënt in een procedure tegen het ziekenhuis. In dit laatste geval is immers sprake van een tegenstrijdig belang in de zin van artikel 5, § 1 CDA. Bij uitbreiding geldt hetzelfde ook in hoofde van mr. X. In casu wordt evenwel opgemerkt dat mr. X niet optreedt tegen het ziekenhuis, maar enkel tegen een beroepsaansprakelijkheidsverzekeraar van een arts (weliswaar verbonden aan dat ziekenhuis) en van het ziekenhuis. Mr. X treedt dus niet rechtstreeks op tegen het ziekenhuis. Derhalve is er geen tegenstrijdig belang of geen wezenlijke dreiging daartoe in de zin van artikel 5, §1 CDA.

Het bevel zich terug te trekken uit een zaak in toepassing van artikel 473 van het Gerechtelijk Wetboek en de beslissingen ex autoritate die de stafhouder als tuchtoverheid van zijn Orde kan nemen, worden overigens slechts gegeven (i) in geval van strijdige belangen of van een onverschoonbare fout, (ii) wanneer de persoonlijke integriteit van de advocaat in opspraak is gebracht, (iii) wanneer er een vertrouwensbreuk is tussen de advocaat en zijn cliënt, of (iv) wanneer een advocaat een dergelijke blijk heeft gegeven van persoonlijke animositeit en betrokkenheid bij het dossier van zijn cliënt dat het verder handhaven van de advocaat op de zaak problemen zou kunnen meebrengen voor een verdere normale, rustige en confraternele rechtsgang in de betrokken zaak (zie advies 310).

Deze veronderstellingen doen zich ter zake niet voor en ik meen dan ook dat er geen reden is om de betrokken advocaat te verzoeken zich uit het dossier terug te trekken. Dit tuchtrechtelijk “wapen” gaat in tegen de – eveneens hoog in het vaandel te voeren – vrije keuze van raadsman en kan dus slechts in uiterste omstandigheden worden aangewend (advies 161 randnummer 8 en advies 310).
Deze liggen, naar mijn bescheiden mening, hier niet voor.

Ik besluit dat mr. X verder mag blijven optreden.

Jan Meerts

Bestuurder deontologie, tucht en regulering

Ook interessant

Advies 717

Meer lezen

Advies 706

Meer lezen

Gerelateerd nieuws

Deze berichten verschenen recent:
Deontologie

Inzicht in nationale risicoanalyse witwaspreventie

De Cel voor Financiële Informatieverwerking (CFI) heeft de nationale risicoanalyse over witwassen van geld, financiering van terrorisme en de proliferatie van massavernietigingswapens samengevat voor alle entiteiten die onder de witwaspreventiewet vallen. Deze samenvatting is daarom ook van belang voor advocaten. Ze biedt u een goed inzicht in de actuele risico’s, waardoor u uw eigen risicoanalyses daarop kunt afstemmen.

Meer lezen
Deontologie Podcast

Podcast Ten Gronde: F*Q deontologie

In een boeiende aflevering van de podcast Ten Gronde, gemodereerd door bestuurder Jan Meerts, wordt de deontologie kritisch in vraag gesteld, met een focus op de veranderende landschappen van ethiek en praktijk. Mr. Eva Raepsaet, stafhouder Luk Delbrouck en vice-stafhouder Frank Judo betreden de arena om te debatteren over de ethiek en de grenzen van het beroep.

Deze podcast biedt een unieke kans om diepgaand inzicht te krijgen in de ethiek en de moderne ontwikkelingen van het beroep. Luister alsof u er zelf bij was!

Meer lezen
Deontologie Rechten van de mens

Het Federaal Instituut voor de Rechten van de Mens: een steun voor klokkenluiders

Recente wetten versterken de bescherming van klokkenluiders in Belgische privébedrijven en de federale publieke sector. Deze wetten, voortkomend uit een Europese richtlijn, bieden niet alleen bescherming maar ook diverse vormen van ondersteuning via het onafhankelijke Federaal Instituut voor de Rechten van de Mens (FIRM). Advocaten en advocatenkantoren die geïnteresseerd zijn in de verdediging van klokkenluiders worden opgeroepen om zich bij het FIRM te melden.

Meer lezen
Deontologie Fiscaal recht

Nieuwjaarsgeschenk van het Grondwettelijk Hof

Het Grondwettelijk Hof heeft op 11 januari 2024 opnieuw het beroepsgeheim van de advocaat beschermd in een bevestiging van zijn eerdere DAC6-rechtspraak. Ditmaal handelen de arresten over de omzettingsregelgeving op federaal niveau en op het niveau van de Franstalige Gemeenschap, het Waalse Gewest en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.

Meer lezen
Deontologie

Individueel e-mailadres voortaan verplicht

Advocaten moeten vanaf nu bereikbaar zijn via een (individueel) e-mailadres. Dat besliste onze algemene vergadering.

Meer lezen
Deontologie

OVB waarschuwt voor platform 'starofservice.be'

Het platform “starofservice.be” beweert via het internet vragers en aanbieders van ‘diensten’ met elkaar in contact te brengen. Er is ernstige twijfel over het bonafide karakter ervan, zodat de OVB elke samenwerking afraadt. Samenwerking kan bovendien zware deontologische inbreuken opleveren.

Meer lezen
Tucht

Onrechtmatig verzet niet langer mogelijk in procedures zoals in tucht

Onze algemene vergadering keurde op 8 februari 2023 een wijzigingsreglement goed dat voortaan (onder meer) de mogelijkheid biedt aan de raad van de Orde om verzet in procedures zoals in tucht ongedaan te verklaren. Dat reglement trad recent in werking.

Meer lezen
Deontologie Fiscaal recht

Het Grondwettelijke Hof verdedigt opnieuw ons beroepsgeheim bij DAC6

Het Grondwettelijke Hof heeft vandaag opnieuw uitspraak gedaan met betrekking tot een Vlaams decreet dat de administratieve samenwerking op het gebied van belastingen regelt. Het Hof respecteert opnieuw het beroepsgeheim van ons beroep.

Meer lezen
Deontologie Witwaspreventie

OVB waarschuwt voor opleiding witwaspreventie door SwiftSkills

We vernamen dat SwiftSkills, een e-learning platform, advocaten via een misleidend e-mailbericht aanspoort om deel te nemen aan een opleiding over hun verplichtingen onder de wet van 18 september 2017 ‘tot voorkoming van het witwassen van geld en de financiering van terrorisme en tot beperking van het gebruik van contanten’ (WPW).

Meer lezen