VT-28: Beslissing 1 december 2009
- Optreden als advocaat tijdens schorsing
- Ontoereikend adviseren van cliënt tijdens schorsing
- Niet meewerken aan onderzoek
- Taal van de rechtspleging
- Beroep van klager tegen seponering van de klacht door de stafhouder in de Franse taal
- Wetten op het taalgebruik in gerechtszaken
- Art. 457 bis Ger. W.
- Art. 1068 Ger. W.
De instelling van hoger beroep door de klager tegen een seponering door de stafhouder middels een brief in de Franse taal, leidt niet tot de nietigheid van het beroep van de klager. De tuchtrechtelijke vervolging is regelmatig en toelaatbaar.
De wetten op het taalgebruik in gerechtszaken zijn niet van toepassing op de tuchtprocedure en artikel 457bis Ger.W. is niet van toepassing op de procedure die de rechtspleging voor de tuchtraad voorafgaat. De tuchtraad wordt enkel gevat door de stafhouder of gebeurlijk door de voorzitter van de tuchtraad en niet door de klager.
Louter het gegeven dat de vervolgde advocaat eenmalig heeft verzuimd te antwoorden en op een aangetekende vraag om inlichtingen van de voorzitter van de tuchtraad pas na een aangetekende rappel te hebben geantwoord en op een tweede vraag d.d. 08.05.2009 helemaal niet meer te hebben geantwoord geeft geen aanleiding tot het opleggen van een tuchtsanctie.