Voorzitter op vrijdag: "Inzetten op educatieve communicatie, digitalisering en alternatieve geschillenoplossing, daarin valt nog bijzonder veel te winnen"
- Disfunctie als stagemeester
- Hoger beroep ongegrond
Advocaat gaat in beroep tegen unanieme beslissing van de tuchtraad van Gent dat hij moet worden weggelaten van de lijst van de stagemeesters door verschillende ongeregeldheden met betrekking tot de stagiairs op zijn kantoor.
Advocaat beoogt met het hoger beroep dat de bestreden beslissing wordt teniet gedaan en opnieuw wijzende, in hoofdorde, dat hij opgenomen zou worden gelaten op de lijst van de stagemeesters, in ondergeschikte orde, dat de toelating zou worden verbonden aan voorwaarden zoals door hem in beroepsconclusie omschreven (“zijn bereidwilligheid tot overleg en concertatie over het beleid binnen het kantoor, daarnaast zijn bereidheid het aantal stagiairs op vrijwillige basis te willen beperken”) of minstens voorwaarden die deze tuchtraad van beroep voor advocaten meer aangewezen zou vinden.
Advocaat beweert in beroep dat in de bestreden beslissing zou zijn geoordeeld op onvolledige en gebrekkige waarheidsvinding en levert verschillende counterargumenten om de redenering van de tuchtraad te ontkrachten.
De advocaat kan echter in zijn beweringen niet worden gevolgd. Zijn beweringen doen immers op geen enkele wijze afbreuk aan noch weerleggen of ontkrachten de omstandig gefundeerde motieven en beslissing van de raad.
De advocaat beweert vervolgens in beroep dat in de bestreden beslissing zou zijn geoordeeld op basis van betwistbaar tot stand gekomen adviezen van de stagecommissie.
De advocaat kan hierin geenszins worden gevolgd. Door de advocaat wordt onterecht gewag gemaakt van een verplichting tot recuseren in hoofde van de leden van de betreffende stagecommissie. Het hoger beroep faalt aldus ook wat dit onderdeel betreft.
De advocaat beweert tenslotte in beroep dat in de bestreden beslissing disproportioneel zou zijn geoordeeld, nu hem het recht en de mogelijkheid zou worden ontnomen om het kantoor op efficiënte wijze uit te bouwen met zorg voor het bestaande cliënteel, dat volgens hem recht heeft op de bijstand van een goed gestructureerd kantoor voor de behartiging van haar belangen en waarmede volgens hem bij de afwegingen in de bestreden beslissing geen rekening zou zijn gehouden.
De advocaat kan ook in deze beweringen niet worden gevolgd. Er is geenszins sprake van disproportionaliteit in de door de advocaat bedoelde zin.
De beroepen beslissing van de raad om niet in te gaan op de ondergeschikte vraag om aan het stagemeesterschap van de advocaat voorwaarden te koppelen doch om hem met onmiddellijk ingang weg te laten van de lijst van de stagemeesters volgt weloverwogen uit meerdere bevindingen.
Waar de advocaat afdoende de kans heeft gekregen “het over een andere boeg te gooien” doch dit niet heeft gedaan, blijkt hij onmiskenbaar momenteel niet te voldoen aan de essentiële vereisten van goed stagemeesterschap noch op overtuigende wijze garanties te bieden daaraan te kunnen voldoen in de toekomst.
De beroepen beslissing om de advocaat met onmiddellijke ingang weg te laten van de lijst van de stagemeesters werd genomen omdat hij op dit ogenblik niet voldoet aan de vereisten daartoe. Niets belet hem daarentegen om een wederopname te vragen zodra hij meent wél aan de vereisten te voldoen. Het hoger beroep faalt aldus ook wat dit onderdeel betreft.
Het hoger beroep van de advocaat tegen de beslissing van de raad van de Orde van advocaten bij de balie te Gent om hem met onmiddellijk ingang weg te laten van de lijst van de stagemeesters is afgewezen als ongegrond.