Ga verder naar de inhoud

TB-0266-2021: Beslissing 11 januari 2022

Merve Köse

Jurist deontologie
Merve Köse

Deel dit artikel

  • Onwaardig gedrag
  • Inbreuk reglement permanente vorming
  • Niet overmaken van dossier aan opvolger
  • Inbreuk reglement derdengelden/derdenrekening
  • Niet (tijdig) beantwoorden briefwisseling stafhouder
  • Niet diligent handelen
  • Gedeeltelijke vrijspraak
  • Advocaat herpakt zich
  • Vermindering schorsing, deels met uitstel onder voorwaarden

Advocaat in kwestie werd veroordeeld tot een schorsing van 12 maanden waarvan 6 maanden met uitstel gedurende 3 jaar, onder bijzondere voorwaarden.

De tuchtraad oordeelde daartoe door de volgende (destijds allen bewezen geachte) tenlasteleggingen:

  • Niet beantwoorden brieven stafhouder;
  • Niet overmaken dossier aan opvolgend confrater;
  • Onduidelijkheden omtrent de afrekening in een dossier;
  • Niet rapporteren derdengelden;
  • Niet voorleggen van de derdenrekening naar aanleiding van een controle;
  • Onregelmatigheden vastgesteld op derdenrekeningen;
  1. diverse betalingen naar eigen rekeningen zonder verwijzing naar enig dossier;
  2. betalingen van persoonlijke schuldeisers met de derdenrekening.
  • Niet neerleggen van jaarrekeningen van zijn advocatenvennootschap;
  • Geen gevolg geven aan het telefonisch verzoek van de stafhouder om een afspraak te maken om gehoord te worden;
  • Weigeren de stafhouder en secretaris binnen te laten in zijn kantoor, weigeren de stafhouder te woord te staan in het eerstkomende uur en langer;
  • Niet behalen van voldoende punten permanente vorming in twee opeenvolgende gerechtelijke jaren;
  • Onrustwekkende situatie van disfunctie van zijn kantoor, mogelijk verwaarlozing.

Het verweer van de advocaat komt er telkenmale op neer dat zijn echtgenote de dagelijkse leiding had van het kantoor op administratief en financieel vlak, zowel inzake secretariaat, financiën en openen van briefwisseling. Alle aan de advocaat toegeschreven feiten worden aan de fout van zijn echtgenote toegeschreven als gevolg waarvan de feiten niet tuchtrechtelijk aan de advocaat zouden kunnen toegerekend worden. De Tuchtraad van Beroep oordeelt dat de beweerde fouten en/of het bedrieglijk handelen vanwege zijn echtgenote moet bewezen worden, wat de advocaat geenszins doet.

De tuchtraad aanvaardt dat een advocaat de leiding op vlak van administratie en financiën moet kunnen delegeren, maar acht het de elementaire plicht van de advocaat om hierop nauwlettend toe te zien, te controleren en waar nodig in te grijpen. Dat de echtgenote van de advocaat hem zelfs (nadien) niet op de hoogte bracht dat de Stafhouder zich samen met de secretaris op zijn kantoor had aangeboden en zij hen niet had binnengelaten, is niet aannemelijk. Bovendien wijst de tuchtraad op het feit dat het klaarblijkelijk structureel financieel en administratief probleem (derdengelden, financiële tekorten, de omvang van de bedragen, niet neerlegging van de jaarrekening, …) dermate groot is om aanvaardbaar te maken dat de advocaat daarvan niet op de hoogte was.

De enige twee tenlasteleggingen die de tuchtraad van beroep -in tegenstelling tot de tuchtraad van Gent- niet bewezen acht en aldus de beroepen beslissing op die onderdelen hervormt zijn de tenlasteleggingen dat de advocaat geen gevolg heeft gegeven aan het telefonisch verzoek van de stafhouder om een afspraak te maken om gehoord te worden en dat de advocaat zou hebben geweigerd de stafhouder en secretaris binnen te laten in zijn kantoor, waarna hij ook zou geweigerd hebben de stafhouder te woord te staan in het eerstkomende uur en langer.

De tuchtraad van beroep oordeelt dat deze tenlasteleggingen niet bewezen voorkomen gezien nergens concreet blijkt of wordt aangetoond dat het handelingen/daden vanwege de advocaat zelf zou betreffen en/of in diens opdracht gesteld of uitgevoerd.

De tuchtraad van beroep tilt bijzonder zwaar aan de bewezen verklaarde feiten, die ernstige tekortkomingen inhouden op de beginselen van waardigheid, rechtschapenheid en kiesheid die aan het beroep van advocaat ten grondslag liggen en een behoorlijke beroepsuitoefening moeten waarborgen.

Er kan niet anders dan vastgesteld worden dat de advocaat door deze feiten ernstig tekortgekomen is aan de diligentie die van elke advocaat wordt verwacht en hierdoor het vertrouwen van derden/cliënten in de advocatuur op ernstige wijze in het gedrang heeft gebracht.

De tuchtraad van beroep neemt anderzijds wel aan, in het bijzonder bij ontstentenis van enige klacht desbetreffende, dat de advocaat inmiddels afdoende het nodige heeft gedaan om één en ander definitief recht te zetten alsook correct en professioneel/deskundig te organiseren voor de toekomst.

Teneinde enerzijds een gepaste sanctie op te leggen die met dit alles rekening houdt in het bijzonder de ernst van de bewezen verklaarde feiten zoals hiervoor overwogen alsook met het blijkbaar onberispelijk tuchtverleden van de advocaat, en teneinde anderzijds de mogelijkheden voor de advocaat om zich te herpakken zo optimaal mogelijk te laten, oordeelt de tuchtraad van beroep dat aan de advocaat een schorsing van 12 maanden moet worden opgelegd voor het geheel van de bewezen feiten zoals voormeld, waarvan 10 maanden met uitstel gedurende een termijn van 3 jaar, weliswaar gekoppeld aan de volgende voorwaarden:

  1. De advocaat antwoordt uiterlijk binnen de 8 dagen op alle vragen van de stafhouder, behoudens overmacht (zoals een bewezen vakantieperiode);
  2. De advocaat geeft onmiddellijk gevolg aan elke injunctie van de stafhouder;
  3. De advocaat maakt gedurende 3 jaar na deze uitspraak jaarlijks aan de stafhouder een kopie van de jaarrekening van zijn vennootschap over, dit binnen de 14 dagen nadat deze jaarrekening overeenkomstig de wettelijke bepalingen en termijnen is goedgekeurd, waarbij telkens een verslag van een door hem aangestelde bedrijfsrevisor wordt gevoegd waaruit specifiek blijkt (1) dat gedurende het afgelopen boekjaar alle verplichtingen inzake het beheer van zijn derdenrekening zijn nageleefd, alsook (2) dat in de boekhouding van de vennootschap van de advocaat een strikte scheiding tussen privé-uitgaven en beroepsuitgaven werd gerespecteerd;
  4. De advocaat begaat in die periode geen nieuwe deontologische inbreuken die aanleiding geven tot een nieuwe tuchtveroordeling.

Nog vragen? Onze specialisten ter zake

Ontdek alle medewerkers

Merve Köse

Jurist deontologie

Gerelateerd nieuws

Deze berichten verschenen recent:
Deontologie

Inzicht in nationale risicoanalyse witwaspreventie

De Cel voor Financiële Informatieverwerking (CFI) heeft de nationale risicoanalyse over witwassen van geld, financiering van terrorisme en de proliferatie van massavernietigingswapens samengevat voor alle entiteiten die onder de witwaspreventiewet vallen. Deze samenvatting is daarom ook van belang voor advocaten. Ze biedt u een goed inzicht in de actuele risico’s, waardoor u uw eigen risicoanalyses daarop kunt afstemmen.

Meer lezen
Deontologie Podcast

Podcast Ten Gronde: F*Q deontologie

In een boeiende aflevering van de podcast Ten Gronde, gemodereerd door bestuurder Jan Meerts, wordt de deontologie kritisch in vraag gesteld, met een focus op de veranderende landschappen van ethiek en praktijk. Mr. Eva Raepsaet, stafhouder Luk Delbrouck en vice-stafhouder Frank Judo betreden de arena om te debatteren over de ethiek en de grenzen van het beroep.

Deze podcast biedt een unieke kans om diepgaand inzicht te krijgen in de ethiek en de moderne ontwikkelingen van het beroep. Luister alsof u er zelf bij was!

Meer lezen
Deontologie Rechten van de mens

Het Federaal Instituut voor de Rechten van de Mens: een steun voor klokkenluiders

Recente wetten versterken de bescherming van klokkenluiders in Belgische privébedrijven en de federale publieke sector. Deze wetten, voortkomend uit een Europese richtlijn, bieden niet alleen bescherming maar ook diverse vormen van ondersteuning via het onafhankelijke Federaal Instituut voor de Rechten van de Mens (FIRM). Advocaten en advocatenkantoren die geïnteresseerd zijn in de verdediging van klokkenluiders worden opgeroepen om zich bij het FIRM te melden.

Meer lezen
Deontologie Fiscaal recht

Nieuwjaarsgeschenk van het Grondwettelijk Hof

Het Grondwettelijk Hof heeft op 11 januari 2024 opnieuw het beroepsgeheim van de advocaat beschermd in een bevestiging van zijn eerdere DAC6-rechtspraak. Ditmaal handelen de arresten over de omzettingsregelgeving op federaal niveau en op het niveau van de Franstalige Gemeenschap, het Waalse Gewest en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.

Meer lezen
Deontologie

Individueel e-mailadres voortaan verplicht

Advocaten moeten vanaf nu bereikbaar zijn via een (individueel) e-mailadres. Dat besliste onze algemene vergadering.

Meer lezen
Deontologie

OVB waarschuwt voor platform 'starofservice.be'

Het platform “starofservice.be” beweert via het internet vragers en aanbieders van ‘diensten’ met elkaar in contact te brengen. Er is ernstige twijfel over het bonafide karakter ervan, zodat de OVB elke samenwerking afraadt. Samenwerking kan bovendien zware deontologische inbreuken opleveren.

Meer lezen
Tucht

Onrechtmatig verzet niet langer mogelijk in procedures zoals in tucht

Onze algemene vergadering keurde op 8 februari 2023 een wijzigingsreglement goed dat voortaan (onder meer) de mogelijkheid biedt aan de raad van de Orde om verzet in procedures zoals in tucht ongedaan te verklaren. Dat reglement trad recent in werking.

Meer lezen
Deontologie Fiscaal recht

Het Grondwettelijke Hof verdedigt opnieuw ons beroepsgeheim bij DAC6

Het Grondwettelijke Hof heeft vandaag opnieuw uitspraak gedaan met betrekking tot een Vlaams decreet dat de administratieve samenwerking op het gebied van belastingen regelt. Het Hof respecteert opnieuw het beroepsgeheim van ons beroep.

Meer lezen
Deontologie Witwaspreventie

OVB waarschuwt voor opleiding witwaspreventie door SwiftSkills

We vernamen dat SwiftSkills, een e-learning platform, advocaten via een misleidend e-mailbericht aanspoort om deel te nemen aan een opleiding over hun verplichtingen onder de wet van 18 september 2017 ‘tot voorkoming van het witwassen van geld en de financiering van terrorisme en tot beperking van het gebruik van contanten’ (WPW).

Meer lezen