Ga verder naar de inhoud

TB-0245-2020: Beslissing 16 maart 2021

Merve Köse

Jurist deontologie
Merve Köse

Deel dit artikel

  • Niet tijdig overmaken gunstig arrest
  • Gebrekkige communicatie met cliënt
  • Inbreuk reglement derdengelden/derdenrekening
  • Niet-opstelling gedetailleerde ereloonstaten
  • Advocaat toont geen verbetering
  • Schrapping van het tableau

Stafhouder en Procureur-Generaal hebben beroep aangetekend tegen de beslissing van de tuchtraad van Brussel om een advocaat de tuchtstraf op te leggen van zes maanden schorsing, waarvan vijf maanden met uitstel voor een periode van drie jaar.

De advocaat kreeg deze tuchtstraf naar aanleiding van volgende feiten en tenlasteleggingen:

  • Inbreuken op de deontologische regels van kiesheid, waardigheid en rechtschapenheid door het laattijdig overmaken van een gunstig arrest van het Hof van Beroep te Antwerpen aan zijn toenmalige cliënte, het niet beantwoorden van de briefwisseling van zijn cliënte, het niet verschaffen van de gevraagde inlichtingen aan de cliënte en aan de opvolgende confrater.
  • Inbreuken op artikel 134 van de Codex Deontologie voor Advocaten door het niet mededelen aan zijn toenmalige cliënte van het ontvangen op zijn derdenrekening van een bedrag dat ten voordele van die cliënte was gestort, het nalaten de ontvangen gelden (tijdig) door te storten, en het nalaten de cliënte en de opvolgende confrater inlichtingen te verschaffen omtrent de ontvangen gelden.
  • Inbreuk op artikel 134, tweede lid van de Codex Deontologie voor Advocaten, door zijn cliënt of opdrachtgever niet in kennis te stellen van het bedrag dat werd ingehouden op ontvangen derdengelden ten titel van kosten en erelonen;
  • Inbreuk op de deontologische regels van kiesheid, waardigheid en rechtschapenheid en, in et bijzonder; de art. BR NL 12 van de aanvulling van de Nederlandstalige Orde van Advocaten bij de balie te Brussel op de Codex Deontologie en artikel 260 van de Codex Deontologie, door geen gedetailleerde ereloonstaten op te stellen

De tuchtraad van beroep acht alle tenlasteleggingen bewezen.

De advocaat verwijst wat de strafmaat betreft naar het vele persoonlijk leed dat hem is overkomen zoals het overlijden van zijn zus, van zijn broer, van zijn nicht, van een kleinkind en van zijn echtgenote.

Zoals de Tuchtraad van beroep zijn relaas begreep deden voornoemde feiten zich voor in de periode 2006-2011. De problemen inzake de storting op zijn derdenrekening en de communicatie hierover met de cliënte, situeren zich evenwel in de periode 2015-heden.

De tuchtraad van beroep merkt op dat de advocaat op de zitting erg vaag bleef omtrent zijn toenmalige en huidige financiële en sociale situatie. De houding van de advocaat ter terechtzitting laat op geen enkele wijze toe te hopen dat er uitzicht is op verbetering. Hij verklaart nog steeds geen concrete inspanningen te hebben geleverd om zijn cliënten beter op de hoogte te brengen. Zo heeft hij in de zaak van de cliënte zelfs nog geen afrekening of een afbetalingsplan opgesteld. Hij volhardt met andere woorden in zijn houding.

De gevolgen van voormelde tekortkomingen blijven onverminderd voortbestaan, nu de advocaat op geen enkele wijze een concreet verbeterplan kon voorleggen; wel in tegendeel, zijn verklaringen ter terechtzitting wijzen erop dat zijn financiële situatie er nog op verslechtert en er dus hoegenaamd geen perspectief op verbetering is.

De voorliggende feiten zijn bijzonder ernstig en schenden het vertrouwen dat in advocaten moet kunnen gesteld worden op uitermate ernstige wijze.

Het blanco tuchtrechtelijk verleden van de advocaat beweegt de tuchtraad in casu niet om een lagere sanctie op te leggen. Het hele verloop van de beide onderzoekdossiers, de gelatenheid die de advocaat daarbij ten toon spreidt, en de sedertdien nog escalerende financiële situatie waarin de advocaat verkeert, zijn niet van die aard om te verhopen dat de advocaat in de toekomst in staat zal zijn het vertrouwen van zijn cliënten niet langer te beschamen. De belangen van derden (al dan niet toekomstige cliënten) en de eer van de Orde worden hierdoor ernstig in het gedrang gebracht.

Er kan niet anders dan vastgesteld worden dat de advocaat door deze feiten ernstig tekortgekomen is aan de meest fundamentele verplichtingen van het beroep van advocaat, de tuchtraad van beroep verklaart daarom de tenlasteleggingen bewezen en legt de advocaat de sanctie op van de schrapping van het tableau.

Nog vragen? Onze specialisten ter zake

Ontdek alle medewerkers

Merve Köse

Jurist deontologie

Gerelateerd nieuws

Deze berichten verschenen recent:
Deontologie

Inzicht in nationale risicoanalyse witwaspreventie

De Cel voor Financiële Informatieverwerking (CFI) heeft de nationale risicoanalyse over witwassen van geld, financiering van terrorisme en de proliferatie van massavernietigingswapens samengevat voor alle entiteiten die onder de witwaspreventiewet vallen. Deze samenvatting is daarom ook van belang voor advocaten. Ze biedt u een goed inzicht in de actuele risico’s, waardoor u uw eigen risicoanalyses daarop kunt afstemmen.

Meer lezen
Deontologie Podcast

Podcast Ten Gronde: F*Q deontologie

In een boeiende aflevering van de podcast Ten Gronde, gemodereerd door bestuurder Jan Meerts, wordt de deontologie kritisch in vraag gesteld, met een focus op de veranderende landschappen van ethiek en praktijk. Mr. Eva Raepsaet, stafhouder Luk Delbrouck en vice-stafhouder Frank Judo betreden de arena om te debatteren over de ethiek en de grenzen van het beroep.

Deze podcast biedt een unieke kans om diepgaand inzicht te krijgen in de ethiek en de moderne ontwikkelingen van het beroep. Luister alsof u er zelf bij was!

Meer lezen
Deontologie Rechten van de mens

Het Federaal Instituut voor de Rechten van de Mens: een steun voor klokkenluiders

Recente wetten versterken de bescherming van klokkenluiders in Belgische privébedrijven en de federale publieke sector. Deze wetten, voortkomend uit een Europese richtlijn, bieden niet alleen bescherming maar ook diverse vormen van ondersteuning via het onafhankelijke Federaal Instituut voor de Rechten van de Mens (FIRM). Advocaten en advocatenkantoren die geïnteresseerd zijn in de verdediging van klokkenluiders worden opgeroepen om zich bij het FIRM te melden.

Meer lezen
Deontologie Fiscaal recht

Nieuwjaarsgeschenk van het Grondwettelijk Hof

Het Grondwettelijk Hof heeft op 11 januari 2024 opnieuw het beroepsgeheim van de advocaat beschermd in een bevestiging van zijn eerdere DAC6-rechtspraak. Ditmaal handelen de arresten over de omzettingsregelgeving op federaal niveau en op het niveau van de Franstalige Gemeenschap, het Waalse Gewest en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.

Meer lezen
Deontologie

Individueel e-mailadres voortaan verplicht

Advocaten moeten vanaf nu bereikbaar zijn via een (individueel) e-mailadres. Dat besliste onze algemene vergadering.

Meer lezen
Deontologie

OVB waarschuwt voor platform 'starofservice.be'

Het platform “starofservice.be” beweert via het internet vragers en aanbieders van ‘diensten’ met elkaar in contact te brengen. Er is ernstige twijfel over het bonafide karakter ervan, zodat de OVB elke samenwerking afraadt. Samenwerking kan bovendien zware deontologische inbreuken opleveren.

Meer lezen
Tucht

Onrechtmatig verzet niet langer mogelijk in procedures zoals in tucht

Onze algemene vergadering keurde op 8 februari 2023 een wijzigingsreglement goed dat voortaan (onder meer) de mogelijkheid biedt aan de raad van de Orde om verzet in procedures zoals in tucht ongedaan te verklaren. Dat reglement trad recent in werking.

Meer lezen
Deontologie Fiscaal recht

Het Grondwettelijke Hof verdedigt opnieuw ons beroepsgeheim bij DAC6

Het Grondwettelijke Hof heeft vandaag opnieuw uitspraak gedaan met betrekking tot een Vlaams decreet dat de administratieve samenwerking op het gebied van belastingen regelt. Het Hof respecteert opnieuw het beroepsgeheim van ons beroep.

Meer lezen
Deontologie Witwaspreventie

OVB waarschuwt voor opleiding witwaspreventie door SwiftSkills

We vernamen dat SwiftSkills, een e-learning platform, advocaten via een misleidend e-mailbericht aanspoort om deel te nemen aan een opleiding over hun verplichtingen onder de wet van 18 september 2017 ‘tot voorkoming van het witwassen van geld en de financiering van terrorisme en tot beperking van het gebruik van contanten’ (WPW).

Meer lezen