Voorzitter op vrijdag: "Inzetten op educatieve communicatie, digitalisering en alternatieve geschillenoplossing, daarin valt nog bijzonder veel te winnen"
- Verjaring
- Absolute disfunctie als advocaat
- Schorsing met uitstel
Advocaat werd door de tuchtraad van Gent vervolgd voor het disfunctioneren van zijn advocatenkantoor, waarbij alle elementaire verplichtingen niet worden nageleefd, zoals: geen permanente vorming volgen, geen correcte derdenrekening, geen transparante afrekeningen naar cliënten, geen respect voor de stafhouder en problemen bij het overmaken van dossiers aan opvolgende confraters. De advocaat kreeg een tuchtsanctie opgelegd van zes maanden schorsing waarvan twee met uitstel onder voorwaarden.
De advocaat ging tegen deze beslissing in beroep, de stafhouder in tegenberoep. Het tegenberoep is echter in casu laattijdig, en dus niet ontvankelijk.
De tuchtraad van beroep verklaart in deze uitspraak dat het feit dat er eerder geen gunstig gevolg zou zijn gegeven aan het verzoek tot wederopname op het tableau niet inhoudt dat er reeds eerder een tuchtrechtelijk oordeel over ten laste gelegde feiten werd gegeven. Het maakt dus een tuchtprocedure niet ontoelaatbaar.
Verder verklaart de tuchtraad van beroep dat:
- de twaalf maanden waarvan sprake in art. 474 de termijn betreffen waarbinnen het tuchtonderzoek moet zijn opgestart, niet de termijn waarbinnen het onderzoek moet zijn afgerond.
- de termijn van 6 maanden waarvan sprake in art. 458, §2, laatste lid, Ger. W. aan sommige betrokkenen de mogelijkheid geeft om de voortgang van de tuchtprocedure te bespoedigen, maar geen betrekking heeft op enige verjaring.
Wat de grond van de tenlasteleggingen betreft is de tuchtraad van beroep het zo goed als over de hele lijn eens met de beslissingen van de tuchtraad van Gent, zij het dat de tuchtraad van beroep oordeelt dat hoewel een aantal ernstige tenlasteleggingen (zoals het volledig ondoorzichtig zijn van de derdenrekening met onverklaarbare geldstromen naar de eigen rekening) bewezen zijn, de algemene tenlastelegging van het disfunctioneren van het advocatenkantoor van de advocaat in kwestie niet bewezen is.
De tuchtraad van beroep legt hieromtrent uit dat het disfunctioneel zijn van een advocatenkantoor meer omvat dan de weerhouden tenlasteleggingen; het omhelst ook het niet bereikbaar zijn voor klanten, het in het algemeen niet opvolgen van dossiers e.d. meer.
De tuchtraad van beroep legt aan de advocaat de sanctie op van schorsing gedurende 6 maanden, met dien verstande dat de uitvoering van twee derden van de schorsing (zijnde 4 maanden) wordt uitgesteld gedurende 5 jaren mits stipte naleving van volgende voorwaarden:
- jaarlijks niet alleen op het einde van het kalenderjaar maar ook eind juni een (schriftelijke) rapportering doen van de stand zijn derdenrekening;
- daartoe aan zijn stafhouder spontaan het rekeninguittreksel van zijn derdenrekening per 30 juni overleggen;
- verantwoording afleggen voor het bedrag op de derdenrekening door aan te duiden op welk dossier of welke dossiers dit bedrag betrekking heeft;
- aangeven wanneer die bedragen werden ontvangen en waarom ze nog niet werden doorgestort ;
- de boekhoudfiche van het dossier of de dossiers waarop voormeld bedrag betrekking heeft voorleggen;
- binnen de 8 dagen (of binnen de termijn opgelegd door de stafhouder) antwoorden op vragen van de stafhouder, behoudens overmacht (zoals een bewezen vakantieperiode);
- binnen de termijn opgelegd door de stafhouder gevolg geven aan elke injunctie van de stafhouder.
Deze uitspraak wordt verbroken door het Hof van Cassatie. De navolgende veroordeling vindt u hier:
TB-0243-2022: Beslissing 27 juni 2022
Overige
Cassatieberoep gegrond
Schorsing met uitstel