Voorzitter op vrijdag: "Inzetten op educatieve communicatie, digitalisering en alternatieve geschillenoplossing, daarin valt nog bijzonder veel te winnen"
- Niet diligent handelen
- Beroep tegen schrapping
- Persoonlijke omstandigheden (medische toestand)
- Schorsing van één jaar met gedeeltelijk uitstel (zes maanden) voor drie jaar onder voorwaarden
De advocaat in kwestie werd voor de tuchtraad van Antwerpen vervolgd voor het niet diligent handelen, meer bepaald het niet aantekenen van hoger beroep alhoewel daartoe instructie was gegeven.
De advocaat heeft een tuchtverleden. De tuchtraad van Antwerpen verklaarde het ten laste gelegde feit bewezen en besloot de advocaat een schorsing op te leggen van drie maanden en de advocaat te schrappen van het tableau.
De advocaat gaat in hoger beroep. Hoewel hij de tenlastelegging niet betwist, strekt zijn beroep er louter toe de sanctie van de schrapping niet te handhaven. Ter terechtzitting werd door hem uiteengezet dat hij reeds sedert 2017 aan een depressie leed, met psychische decompensatie, surmenage en burn out. De nodige medische attesten worden in dit verband neergelegd, weze het dat het oudste attest dateert van mei 2018. Dit laatste belet niet dat het mogelijk is dat de ziektetoestand van de advocaat zich inderdaad reeds eerder in latente vorm aan het manifesteren was, zonder dat destijds reeds onmiddellijk een arts geraadpleegd werd.
De tuchtraad oordeelt dat het niet is uitgesloten dat deze medische toestand er mede toe geleid heeft dat hij in zijn werk niet steeds even diligent optrad.
Teneinde enerzijds een gepaste sanctie op te leggen die rekening houdt met het tuchtverleden van de advocaat en met de ernst van de thans gepleegde nalatigheid, en teneinde anderzijds de mogelijkheden voor de advocaat om zich te herpakken zo optimaal mogelijk te laten, doet de tuchtraad van beroep opnieuw recht.
Het verklaart de tenlasteleggingen bewezen en legt aan de advocaat de sanctie op van schorsing gedurende één jaar, met dien verstande dat de uitvoering van de helft van de schorsing (zijnde 6 maanden) wordt uitgesteld gedurende 3 jaren mits stipte naleving van volgende voorwaarden:
- De advocaat zal uiterlijk binnen de 8 dagen antwoorden op vragen van de stafhouder;
- De advocaat zal onmiddellijk gevolg geven aan elke injunctie van de stafhouder;
- De advocaat begaat in die periode geen nieuwe deontologische inbreuken die aanleiding geven tot een nieuwe tuchtveroordeling.