Ga verder naar de inhoud

TB-0225-2019: Beslissing 10 maart 2020

Merve Köse

Jurist deontologie
Merve Köse

Deel dit artikel

  • Confraterniteit
  • Doorverwijzingsbeslissing van de stafhouder in strijd met het besluit van de onderzoeker
  • Schorsing van 15 dagen met uitstel onder voorwaarden

De advocaat wordt vervolgd voor een inbreuk op de artikelen 98 en 105 van de Codex Deontologie. Bij bewijs van "voorbedachtheid" zijn ook inbreuken op de confraterniteit, de loyaliteit, de rechtschapenheid, de waardigheid en de kiesheid aan de orde (art. 1 en art. 97, 2 en 3e lid Codex).” wegens de volgende feiten en tenlasteleggingen:

Zelf als dominus litis, samen met een medewerker ter zitting:

  1. zonder hun tegenstrevers te verwittigen dagvaarding hebben uitgebracht lastens een van hun cliënten en
  2. een verstekvonnis hebben genomen of laten nemen zonder hen van deze intentie in kennis te stellen en
  3. verstek hebben genomen zonder te pogen hen te bereiken toen de medewerker op de zitting vaststelde dat er niemand aanwezig was, terwijl zij wisten van hun tussenkomst, vermits zij in twee andere procedures tussen dezelfde partijen hun tussenkomst al gemeld hadden.

De advocaat werd door de tuchtraad veroordeeld tot een schorsing van 15 dagen, waarbij hem het voordeel van de opschorting van de uitspraak voor een termijn van drie jaar werd verleend met als voorwaarde de afwezigheid van enige tuchtsanctie.

De stafhouder is niet gebonden door het verslag van de onderzoeker, die besloot met de vermelding dat een vaderlijke vermaning kon overwogen worden en dat een verwijzing naar de tuchtraad niet (meer) aangewezen was.

De doorverwijzingsbeslissing van de stafhouder is met geen enkele nietigheid behept, ook niet nu hij dit advies niet volgde, maar besliste om de zaak toch naar de tuchtraad te verwijzen voor de erkende inbreuken op de artikelen 98 en 105 van de Codex deontologie, zeker gelet op zijn tuchtrechtelijke antecedenten. De toevoeging dat ook omwille van de aanwijzingen van voorbedachtheid een verwijzing naar de tuchtraad gepast voorkomt, doet hieraan geen afbreuk.

Uit de chronologie van de niet betwistbare feiten leidt de tuchtraad van beroep af dat het vaststaat dat een geheel van listige kunstgrepen werd toegepast door de advocaat om een verstekvonnis te kunnen uitlokken bij de beslagrechter te Brugge. De listige kunstgrepen bestaan hierin dat de dagvaardingen op dezelfde dag betekend werden, dat er een veelheid van exploten aan de heer B werd overhandigd waardoor verwarring kan gezaaid worden over het feit dat één exploot betrekking heeft op een andere inleidende zitting dan alle andere exploten, dat van deze dagvaardingen geen melding werd gedaan aan de reeds gekende advocaat-tegenstrever, dat – op een ogenblik dat die advocaat-tegenstrever zich meldt als nog steeds de geraadpleegde advocaat – men zich excuseert voor de niet mededeling van die ene dagvaarding, maar men verzwijgt dat daags nadien de andere (op dezelfde dag betekende) dagvaarding zal behandeld worden, waarbij men zelfs instructie heeft gegeven om verstek te vorderen.

De tuchtraad van beroep oordeelt dat vaststaat dat het terzake (de verzwijging van de dagvaarding voor de zitting van de beslagrechter) niet om een tweede “vergetelheid” gaat, maar wel degelijk om een bewust en volhardend verzwijgen.

Waar de drukte die de advocaat aanhaalt n.a.v. zijn verhuisactiviteiten – ingeval van eenmalige vergetelheid - als een vorm van verzachtende omstandigheid zou kunnen aanzien worden, waardoor hij vergeten zou zijn te melden dat er op 15.11.2017 nog opdracht was gegeven om twee nieuwe (gerelateerde) zaken voor de rechtbanken in te leiden, kan deze beweerde chaotische periode in geen geval een rechtvaardiging uitmaken voor het feit dat men zich op 27.11.2017 nog excuseert voor het “vergeten” te melden dat er gedagvaard was voor de rechtbank van koophandel, zonder daarbij expliciet ook melding te maken van het feit dat daags nadien nóg een zaak zou ingeleid worden voor de beslagrechter, temeer daar uit de stukken blijkt dat er ook expliciet opdracht was gegeven om verstek te vorderen op die zitting van 28.11.2017.

Het feit dat de vordering die de cliënte van de advocaat stelde voor de beslagrechter uiteindelijk in het verstekvonnis van 12.12.2017 werd afgewezen door de beslagrechter, doet aan het voormelde geen afbreuk. Het feit dat de door de advocaat met de procedure voor de beslagrechter beoogde gevolgen zich achteraf niet hebben voorgedaan, doet het bestaan van de ernstige deontologische inbreuk niet ongedaan.

Hoewel het onderzoek enige tijd in beslag genomen heeft, is er in casu geen sprake van enige overschrijding van de redelijke termijn.

De verdediging van de advocaat is niet in het gedrang gebracht door de duur van het onderzoek. In de mate dat de advocaat voorhoudt dat hij ondertussen niet meer over het dossier beschikt, merkt de tuchtraad van beroep op dat hij niet specificeert welke stukken ter verdediging hij niet meer zou kunnen reproduceren. Bovendien moet hij nog perfect in staat zijn om bepaalde stukken bij te brengen, zoals de opdrachtbrief aan zijn Brugse vervangster voor de zitting van 28.11.2017, welke kopie hij ook perfect bij die vervangster kon opvragen, maar wat hij blijkbaar verkiest niet te doen.

De uitspraak van de tuchtraad van het rechtsgebied Brussel is in die zin tegenstrijdig dat er enerzijds een schorsing van 15 dagen werd uitgesproken, maar dat anderzijds het voordeel van de opschorting van de uitspraak werd gegeven voor een termijn van drie jaar. Het is niet uitgesloten dat bedoeld werd dat de schorsing van 15 dagen met uitstel werd uitgesproken.

Er mag evenwel verhoopt worden dat de beginselen van confraterniteit, loyaliteit, rechtschapenheid, waardigheid en kiesheid door de advocaat in de toekomst niet langer zullen miskend worden, wanneer de schorsing wordt uitgesteld en dit uitstel gekoppeld wordt aan de voorwaarde geen nieuwe deontologische inbreuken te begaan die aanleiding geven tot een nieuwe tuchtveroordeling.

De tuchtraad van beroep zegt voor recht dat de voormelde tenlasteleggingen bewezen zijn en legt de tuchtstraf op van 15 dagen schorsing, met dien verstande dat het geheel van de schorsing wordt uitgesteld gedurende 3 jaren op voorwaarde dat de advocaat in die periode geen nieuwe deontologische inbreuken begaat die aanleiding geven tot een nieuwe tuchtveroordeling.

Lees ook deze beslissing

Rechter
Tuchtdatabank

SBT-184: Beslissing 17 september 2019

Confraterniteit
Opschorting onder voorwaarden

Meer lezen

Nog vragen? Onze specialisten ter zake

Ontdek alle medewerkers

Merve Köse

Jurist deontologie

Gerelateerd nieuws

Deze berichten verschenen recent:
Deontologie

Inzicht in nationale risicoanalyse witwaspreventie

De Cel voor Financiële Informatieverwerking (CFI) heeft de nationale risicoanalyse over witwassen van geld, financiering van terrorisme en de proliferatie van massavernietigingswapens samengevat voor alle entiteiten die onder de witwaspreventiewet vallen. Deze samenvatting is daarom ook van belang voor advocaten. Ze biedt u een goed inzicht in de actuele risico’s, waardoor u uw eigen risicoanalyses daarop kunt afstemmen.

Meer lezen
Deontologie Podcast

Podcast Ten Gronde: F*Q deontologie

In een boeiende aflevering van de podcast Ten Gronde, gemodereerd door bestuurder Jan Meerts, wordt de deontologie kritisch in vraag gesteld, met een focus op de veranderende landschappen van ethiek en praktijk. Mr. Eva Raepsaet, stafhouder Luk Delbrouck en vice-stafhouder Frank Judo betreden de arena om te debatteren over de ethiek en de grenzen van het beroep.

Deze podcast biedt een unieke kans om diepgaand inzicht te krijgen in de ethiek en de moderne ontwikkelingen van het beroep. Luister alsof u er zelf bij was!

Meer lezen
Deontologie Rechten van de mens

Het Federaal Instituut voor de Rechten van de Mens: een steun voor klokkenluiders

Recente wetten versterken de bescherming van klokkenluiders in Belgische privébedrijven en de federale publieke sector. Deze wetten, voortkomend uit een Europese richtlijn, bieden niet alleen bescherming maar ook diverse vormen van ondersteuning via het onafhankelijke Federaal Instituut voor de Rechten van de Mens (FIRM). Advocaten en advocatenkantoren die geïnteresseerd zijn in de verdediging van klokkenluiders worden opgeroepen om zich bij het FIRM te melden.

Meer lezen
Deontologie Fiscaal recht

Nieuwjaarsgeschenk van het Grondwettelijk Hof

Het Grondwettelijk Hof heeft op 11 januari 2024 opnieuw het beroepsgeheim van de advocaat beschermd in een bevestiging van zijn eerdere DAC6-rechtspraak. Ditmaal handelen de arresten over de omzettingsregelgeving op federaal niveau en op het niveau van de Franstalige Gemeenschap, het Waalse Gewest en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.

Meer lezen
Deontologie

Individueel e-mailadres voortaan verplicht

Advocaten moeten vanaf nu bereikbaar zijn via een (individueel) e-mailadres. Dat besliste onze algemene vergadering.

Meer lezen
Deontologie

OVB waarschuwt voor platform 'starofservice.be'

Het platform “starofservice.be” beweert via het internet vragers en aanbieders van ‘diensten’ met elkaar in contact te brengen. Er is ernstige twijfel over het bonafide karakter ervan, zodat de OVB elke samenwerking afraadt. Samenwerking kan bovendien zware deontologische inbreuken opleveren.

Meer lezen
Tucht

Onrechtmatig verzet niet langer mogelijk in procedures zoals in tucht

Onze algemene vergadering keurde op 8 februari 2023 een wijzigingsreglement goed dat voortaan (onder meer) de mogelijkheid biedt aan de raad van de Orde om verzet in procedures zoals in tucht ongedaan te verklaren. Dat reglement trad recent in werking.

Meer lezen
Deontologie Fiscaal recht

Het Grondwettelijke Hof verdedigt opnieuw ons beroepsgeheim bij DAC6

Het Grondwettelijke Hof heeft vandaag opnieuw uitspraak gedaan met betrekking tot een Vlaams decreet dat de administratieve samenwerking op het gebied van belastingen regelt. Het Hof respecteert opnieuw het beroepsgeheim van ons beroep.

Meer lezen
Deontologie Witwaspreventie

OVB waarschuwt voor opleiding witwaspreventie door SwiftSkills

We vernamen dat SwiftSkills, een e-learning platform, advocaten via een misleidend e-mailbericht aanspoort om deel te nemen aan een opleiding over hun verplichtingen onder de wet van 18 september 2017 ‘tot voorkoming van het witwassen van geld en de financiering van terrorisme en tot beperking van het gebruik van contanten’ (WPW).

Meer lezen