D.10.0014.N: Arrest 17 juni 2011

1. Eiser werd tuchtrechtelijk vervolgd voor ondermeer de volgende tenlasteleggingen:

• het niet beantwoorden van brieven van de stafhouder (tenlastelegging 3.10, dossier 23131),
• oplichting (tenlastelegging 7 .1, dossier 23341),
• misleiding van cliënten door op te treden met een advocaat die geschrapt werd terwijl de indruk werd gegeven dat deze nog steeds als advocaat werkzaam was (tenlastelegging 8.3, dossier 23131).

Bij beslissing van 19 juni 2009 van de tuchtraad voor advocaten werden de tenlasteleggingen 3.10 en 8.3 bewezen verklaard. Eiser werd veroordeeld tot de tuchtstraf van schorsing voor de duur van vier maanden.

2. Bij aangetekende brief van 6 juli 2009 stelde eiser hoger beroep in tegen deze beslissing. Ook de stafhouder van de Orde van advocaten aan de balie te Gent stelde hoger beroep in. 

Bij beslissing van 22 april 2010 besliste de Tuchtraad van beroep dat de tuchtprocedure geldig is gevoerd, dat geen stukken uit het tuchtdossier geweerd dienen te worden en dat de tuchtraad van beroep bevoegd is om de zaak ten gronde te behandelen.

In de bestreden beslissing wordt het hoger beroep van de stafhouder gegrond en het hoger beroep van eiser ongegrond verklaard. Eiser wordt veroordeeld tot de tuchtstraf van de schorsing voor de duur van 1 jaar. Toepassing makend van artikel 460, eerste lid Ger. W. beslist de tuchtraad van beroep eiser te schrappen van het tableau.

Tegen deze beslissing wenst eiser op te komen met de volgende middelen tot cassatie.

Eerste middel tot cassatie: geschonden wetsbepalingen:

• de artikelen 2, 23 tot 26 en 460, tweede lid van het Gerechtelijk Wetboek,
• de artikelen 1319, 1320 en 1322 van het Burgerlijk Wetboek, Tweede middel tot cassatie: geschonden wetsbepalingen:
• de artikelen 458 en 474 van het Gerechtelijk Wetboek
• de artikelen 1319, 1320 en 1322 van het Burgerlijk Wetboek Derde middel tot cassatie: geschonden wetsbepalingen:
• de artikelen 1319, 1320, 1322, 1323 en 1324 van het Burgerlijk Wetboek
• artikel 149 van de Grondwet

Het Hof vernietigt de bestreden beslissing en verwijst de zaak naar de Nederlandstalige tuchtraad van beroep voor advocaten,
anders samengesteld.