Voorzitter op vrijdag: "Inzetten op educatieve communicatie, digitalisering en alternatieve geschillenoplossing, daarin valt nog bijzonder veel te winnen"
- Onontvankelijk beroep
- Beroep zonder voorwerp
Het hoger beroep ingesteld door de advocaat tegen de sententie gewezen na tegenspraak op verzet door de Tuchtraad voor advocaten, waarbij het verzet ontvankelijk werd verklaard, de tuchtvervolgingen toelaatbaar en de tenlasteleggingen bewezen, maar waarbij de debatten werden heropent “teneinde de advocaat toe te laten het bewijs bij te brengen van de uitgevoerde financiële en vennootschapsrechtelijke regularisaties om hiermede mogelijk rekening te houden bij de bepaling van de strafmaat” en waarbij beslist werd “dat de dienstige stukken dienen gevoegd ten laatste op 29 mei 2018”.
De brief waarmee de advocaat hoger beroep instelde, is niet concreet gemotiveerd. De tuchtraad van beroep leest: “De motivering van dit beroep zal in de loop van de beroepsprocedure verder ontwikkeld worden, maar thans kan ik reeds stellen dat [de advocaat] de omschrijving en de kwalificatie van de zogenaamd nieuwe feiten uit het oude tuchtdossier inzake X, wenst te betwisten”.
Uit het betoog van de advocaat ter terechtzitting in hoger beroep en gelet op de wijzigingen die hij aanbracht in het petitum van zijn conclusie in hoger beroep, moet worden besloten dat het hoger beroep uitsluitend gericht is tegen de volgende overweging in de beslissing: “De huidige nieuw aan het licht gekomen feiten betreffen echter geen onregelmatigheden, maar een onmiskenbare bedrieglijke en volgehouden afwending van fondsen”, en “De tuchtraad is van oordeel dat de deontologische fouten begaan door de advocaat in het dossier X/Y als zeer ernstig moet worden aanzien”, maar niet tegen de beslissing als dusdanig.
De tuchtraad van beroep stelt dan ook vast dat, hoe beperkt het hoger beroep van de advocaat ook mag zijn, dit hoger beroep geen wezenlijk voorwerp blijkt te hebben.
De tuchtraad in eerste aanleg ledigde zijn rechtsmacht niet. Het hoger beroep werkt in deze zaak niet devolutief. De tuchtraad in eerste aanleg behoort zijn rechtsmacht verder te ledigen.
De tuchtraad van beroep beveelt dienvolgens de terugzending van het dossier voor verdere behandeling van de zaak.
Lees ook deze beslissing
SLT-161: Beslissing 20 juni 2017
Medewerking stafhouder / balie
Briefwisseling
Schulden
Derdengelden / derdenrekening
Schrapping
SLT-161: Beslissing 6 februari 2018
Medewerking stafhouder / balie
Schulden
Heropening debatten
SLT-161: Beslissing 15 januari 2019
Derdengelden / derdenrekening
Medewerking stafhouder / balie
Schulden
Schorsing met uitstel