Ga verder naar de inhoud

TB-0189-2017: Beslissing 5 juni 2018

Merve Köse

Jurist deontologie
Merve Köse

Deel dit artikel

  • Redelijke termijn
  • Voorafgaand verhoor
  • Art. 132 Codex deontologie voor advocaten en art. 8 EVRM
  • Art. 477 Ger. W.
  • Bewijslast
  • Heropening van de debatten

Beroep werd door de advocaat ingesteld tegen de beslissing, waarbij voor de bewezen verklaarde ten laste gelegde feiten en handelingen een tuchtsanctie van schorsing gedurende een termijn van zes maanden werd uitgesproken.

De stafhouder stelde met toepassing van art. 463, laatste lid Ger.W. tegenberoep in in zoverre de advocaat werd vrijgesproken voor de feiten en handelingen hierna vermeld sub (2), (4) en (6).

In eerste aanleg werd de advocaat opgeroepen teneinde zijn verweer waar te nemen met betrekking tot de volgende ten laste gelegde feiten en handelingen:

  1. Het niet of niet volledig antwoorden op de vragen gesteld door de stafhouder (art. 455-456 Ger.W.);
  2. Het stellen van beheersdaden betreffende het vermogen van een cliënte, mevrouw X, zonder naleving van de bepalingen opgenomen in het K.B. van 5 augustus 1991, vervangen door het K.B. van 3 juli 2007;
  3. Mogelijke inbreuken wegens het nalaten van het bijhouden van volledige en nauwkeurige overzichten van de verrichtingen met de gelden van derden;
  4. Het aanwenden van gelden die bestemd zijn voor cliënten als voorschot of ereloon, zonder de cliënten daarvan schriftelijk op de hoogte te brengen;
  5. Het niet zo spoedig als mogelijk overmaken van derdengelden aan hun bestemmeling;
  6. Mogelijke overtaxatie in 10 opgelijste dossiers.

De tuchtraad in eerste aanleg achtte de tenlasteleggingen (3) en (5) bewezen en de tenlasteleggingen (1), (2), (4) en (6) niet bewezen.

De advocaat betoogt dat artikel 458, §1 Ger.W. werd geschonden (evenals de artikelen 6 EVRM en art. 14 BUPO). Hij is van oordeel dat de advocaat die het voorwerp uitmaakt van een onderzoek het recht heeft om ‘voorafgaand’ aan dat onderzoek te worden gehoord. De niet-naleving van deze regel zou ‘onmiskenbaar’ een schending uitmaken van zijn recht van verdediging.

De schriftelijke mededeling van de opening van het tuchtonderzoek moet niet noodzakelijk gelijktijdig met het begin van het tuchtonderzoek gebeuren en art. 458, §1, tweede lid Ger.W. voorziet niet in enige nietigheidssanctie (J. STEVENS, Advocatuur – Regels en deontologie, Wolters-Kluwer, 2015, p. 1248, randnr. 1516-1517).

Er bestaat in casu geen grond om de voorliggende bewijselementen als onregelmatig of ongeldig te beschouwen, en om de tuchtvervolging ontoelaatbaar (of nietig) te verklaren op formele grond. Er wordt geen schending aangetoond van art. 6.1 EVRM of van art. 14 BUPO.

De exceptie van ontoelaatbaarheid van de vervolging wegens de onregelmatigheid van het gevoerde onderzoek omwille van het niet-horen van de vervolgde advocaat voorafgaand het onderzoek, is niet gegrond.

De tuchtraad van beroep is van oordeel dat de andere ingeroepen excepties (o.a. art. 132 Codex deontologie voor advocaten en art. 8 EVRM; art. 477 Ger.W., e.a.) naar recht falen, onder meer wegens het gebrek aan belangenschade of aan schending van de rechten van verdediging. Er bestaat in casu geen grond om de voorliggende bewijselementen als onregelmatig of ongeldig te beschouwen, en om de tuchtvervolging nietig of ontoelaatbaar te verklaren op formele grond.

Betreffende de tenlastelegging (2) zijn er dossiers verdwenen waarvan de tuchtraad van beroep de wedersamenstelling vraagt aan de advocaat.

Het kan en mag voor de advocaat immers geen enkele moeilijkheid vormen om deze dossiers opnieuw samen te stellen, d.w.z. om aan de hand van de stukken (in het bijzonder de fiscale individuele fiches en de bankuittreksels) een volledig overzicht te geven van de gelden die hij ontving voor mevrouw X en van de betalingen, inhoudingen en doorstortingen die hij deed, onder meer naar zijn eigen rekeningen. De advocaat verwijst hier naar de regels van de bewijslast, maar vergeet dat hij het is die rekening en verantwoording moet geven voor de in naam en voor rekening van mevrouw X ontvangen en beheerde sommen, niet de tuchtrechtelijke overheid. Hij is het die volledige en nauwkeurige overzichten van de verrichtingen met de gelden van derden moet bijhouden.

De tuchtraad van beroep wenst dat de advocaat klaarheid schept in verband met het door hem uitgevoerde mandaat. Hij stelt immers bij herhaling dat hij geen beheer deed. Anderzijds had hij hiertoe wel de volmacht.

Betreffende de tenlastelegging (3) (4) en (5) verzoekt de tuchtraad van beroep eveneens aan de advocaat om nadere toelichting te verschaffen.

De tuchtraad van beroep kan niet vaststellen dat de advocaat over bepaalde rekeningen gevraagd werd uitleg te verschaffen en/of hij dit heeft gedaan.

De advocaat dient te verklaren wat er gebeurd is in twee dossiers. Hij moet uitleg verschaffen over het ontvangen bedrag. Hij moet aanduiden op welke data welke bedragen werden ontvangen en aan wie overgeschreven werd.

Met betrekking tot de rekening derden dient de advocaat aan te duiden:

  • welke bedragen hij in deze periodes ontvangen heeft en op welke data;
  • op welke data hij deze bedragen aan wie overgemaakt heeft;
  • welke rubriekrekeningen hij opende.

Ook wordt hij uitgenodigd:

  • om de briefwisseling voor te leggen waaruit blijkt dat hij zijn cliënte op de hoogte hield van de binnenkomende gelden en de toelatingen van zijn cliënte om welbepaalde bedragen in te houden uit hoofde van ereloon, gepaard gaande met de door hem tussentijds opgestelde ereloonstaten;
  • om de afrekening voor te leggen waarnaar hij verwees in zijn brief aan de stafhouder en die hij aan zijn cliënte zou hebben overgemaakt wanneer hij werd opgevolgd.

Aangezien de ‘gerecupereerde’ gelden van mevrouw X kennelijk van bij de aanvang tot haar vermogen behoorden, nodigt de tuchtraad van beroep de advocaat uit om enige toelichtende verklaring te geven bij de omvang van het door hem ingehouden en aangerekende ereloon.

De tuchtraad van beroep heropent te dien einde de debatten.

Lees ook deze beslissing

Rechter
Tuchtdatabank

D.18.0010.N: Beslissing 29 maart 2019

Derdengelden / derdenrekening

Meer lezen
Rechter
Tuchtdatabank

TB-0189-2017: Beslissing 10 december 2019

Strafrechtelijk onderzoek
Heropening van de debatten
Onbepaald uitstel

Meer lezen

Nog vragen? Onze specialisten ter zake

Ontdek alle medewerkers

Merve Köse

Jurist deontologie

Gerelateerd nieuws

Deze berichten verschenen recent:
Deontologie

Inzicht in nationale risicoanalyse witwaspreventie

De Cel voor Financiële Informatieverwerking (CFI) heeft de nationale risicoanalyse over witwassen van geld, financiering van terrorisme en de proliferatie van massavernietigingswapens samengevat voor alle entiteiten die onder de witwaspreventiewet vallen. Deze samenvatting is daarom ook van belang voor advocaten. Ze biedt u een goed inzicht in de actuele risico’s, waardoor u uw eigen risicoanalyses daarop kunt afstemmen.

Meer lezen
Deontologie Podcast

Podcast Ten Gronde: F*Q deontologie

In een boeiende aflevering van de podcast Ten Gronde, gemodereerd door bestuurder Jan Meerts, wordt de deontologie kritisch in vraag gesteld, met een focus op de veranderende landschappen van ethiek en praktijk. Mr. Eva Raepsaet, stafhouder Luk Delbrouck en vice-stafhouder Frank Judo betreden de arena om te debatteren over de ethiek en de grenzen van het beroep.

Deze podcast biedt een unieke kans om diepgaand inzicht te krijgen in de ethiek en de moderne ontwikkelingen van het beroep. Luister alsof u er zelf bij was!

Meer lezen
Deontologie Rechten van de mens

Het Federaal Instituut voor de Rechten van de Mens: een steun voor klokkenluiders

Recente wetten versterken de bescherming van klokkenluiders in Belgische privébedrijven en de federale publieke sector. Deze wetten, voortkomend uit een Europese richtlijn, bieden niet alleen bescherming maar ook diverse vormen van ondersteuning via het onafhankelijke Federaal Instituut voor de Rechten van de Mens (FIRM). Advocaten en advocatenkantoren die geïnteresseerd zijn in de verdediging van klokkenluiders worden opgeroepen om zich bij het FIRM te melden.

Meer lezen
Deontologie Fiscaal recht

Nieuwjaarsgeschenk van het Grondwettelijk Hof

Het Grondwettelijk Hof heeft op 11 januari 2024 opnieuw het beroepsgeheim van de advocaat beschermd in een bevestiging van zijn eerdere DAC6-rechtspraak. Ditmaal handelen de arresten over de omzettingsregelgeving op federaal niveau en op het niveau van de Franstalige Gemeenschap, het Waalse Gewest en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.

Meer lezen
Deontologie

Individueel e-mailadres voortaan verplicht

Advocaten moeten vanaf nu bereikbaar zijn via een (individueel) e-mailadres. Dat besliste onze algemene vergadering.

Meer lezen
Deontologie

OVB waarschuwt voor platform 'starofservice.be'

Het platform “starofservice.be” beweert via het internet vragers en aanbieders van ‘diensten’ met elkaar in contact te brengen. Er is ernstige twijfel over het bonafide karakter ervan, zodat de OVB elke samenwerking afraadt. Samenwerking kan bovendien zware deontologische inbreuken opleveren.

Meer lezen
Tucht

Onrechtmatig verzet niet langer mogelijk in procedures zoals in tucht

Onze algemene vergadering keurde op 8 februari 2023 een wijzigingsreglement goed dat voortaan (onder meer) de mogelijkheid biedt aan de raad van de Orde om verzet in procedures zoals in tucht ongedaan te verklaren. Dat reglement trad recent in werking.

Meer lezen
Deontologie Fiscaal recht

Het Grondwettelijke Hof verdedigt opnieuw ons beroepsgeheim bij DAC6

Het Grondwettelijke Hof heeft vandaag opnieuw uitspraak gedaan met betrekking tot een Vlaams decreet dat de administratieve samenwerking op het gebied van belastingen regelt. Het Hof respecteert opnieuw het beroepsgeheim van ons beroep.

Meer lezen
Deontologie Witwaspreventie

OVB waarschuwt voor opleiding witwaspreventie door SwiftSkills

We vernamen dat SwiftSkills, een e-learning platform, advocaten via een misleidend e-mailbericht aanspoort om deel te nemen aan een opleiding over hun verplichtingen onder de wet van 18 september 2017 ‘tot voorkoming van het witwassen van geld en de financiering van terrorisme en tot beperking van het gebruik van contanten’ (WPW).

Meer lezen