Ga verder naar de inhoud

TB-0185-2017: Beslissing 13 februari 2018

Merve Köse

Jurist deontologie
Merve Köse

Deel dit artikel

  • Derdenrekening
  • Diligentie
  • Legitimiteit
  • Contractuele bestemming gelden
  • Wering stukken
  • Verjaring
  • Art. 474 Ger. W.
  • Redelijke termijn
  • Salduz
  • Taalwet in gerechtszaken
  • Partijdig onderzoek
  • Strafmaat
  • Opschorting

Beroep wordt aangetekend tegen een beslissing van de tuchtraad, waarbij een tuchtsanctie van schorsing van drie maanden werd uitgesproken, met uitstel gedurende een periode van drie jaren.

Aan de advocaat werden meerdere inbreuken ten laste gelegd, zijnde:

  • op de regels inzake het gebruik van de derdenrekening, wegens:

    oneigenlijk gebruik van zijn derdenrekening (1) door zijn derdenrekening te laten gebruiken voor en door partijen die niet zijn cliënten zijn, (2) door de gelden niet onmiddellijk over te maken aan de bestemmeling en (3) door bij de betalingen geen vermelding te doen van de gegevens die de identificatie van het dossier mogelijk te maken;

    Door handelingen te stellen en betalingen te verrichten die het, in geval van contractuele wanprestatie van de uiteindelijke bestemmeling, onmogelijk maken om aan de ontvangen bedragen de contractuele bestemming te geven die tussen partijen was overeengekomen, met name de teruggave aan de oorspronkelijke storters.
  • op de regels van de kiesheid, waardigheid en rechtschapenheid, wegens:

    een gebrek aan diligentie aan de dag te leggen door deel te nemen aan verrichtingen waarvan hij de realiteit en legitimiteit niet heeft gecontroleerd;

    zonder de raadsman te zijn van één van de betrokken partijen, zijn derdenrekening te laten gebruiken en aldus een schijn van legitimiteit te verlenen aan verrichtingen waarvan hij de realiteit en de regelmatigheid niet heeft gecontroleerd;

    op te treden voor partijen waarvan hij de legitimiteit niet of onvoldoende heeft gecontroleerd;

Met ‘het instellen van de tuchtprocedure’ bedoelt de wetgever ‘het openen van het tuchtonderzoek’ (Parl. St. Kamer, nr. 1724, p. 38; Tuchtraad Brussel, 20 april 2010, Ad Rem 3/2010, p.74; STEVENS Jo, Advocatuur, Regels en Deontologie, Wolters Kluwer Belgium, 2015, 1604-1605). Ten onrechte verwijst de advocaat naar de beslissing van de stafhouder om het tuchtdossier over te maken aan de tuchtraad overeenkomstig art. 458, §2 van het Gerechtelijk Wetboek.

Tijdens een lopende tuchtprocedure verjaart de tuchtvordering niet. Dit schendt het gelijkheids- en niet-discriminatiebeginsel niet (Arbitragehof nr. 1999/129, 7 december 1999, BS 15 februari 2000).

De enigszins abnormale duur van het onderzoek heeft in casu niet tot gevolg gehad dat er problemen ontstonden met betrekking tot de kwaliteit van de bewijsgaring. Ook werden de rechten van verdediging van de advocaat hierdoor niet aangetast. Er is geen reden om, zoals de advocaat vraagt, de tuchtvervolging niet meer toelaatbaar te verklaren. Desgevallend, dit is in het geval van schuldigverklaring, zal wel rekening worden gehouden met het concrete materieel en moreel nadeel dat de advocaat leed ingevolge het aanslepen van het tuchtonderzoek en de tuchtprocedure (mislopen stagemeesterschap, niet-verlenging mandaat plaatsvervangend rechter, …).

De stafhouder of de onderzoeker voert zijn onderzoek zoals hij dat opportuun acht, in het licht van de aangevoerde feiten en de hem toevertrouwde taak. Het bewijs in tuchtzaken kan met alle middelen van recht geleverd worden. De advocaat die het voorwerp is van het tuchtonderzoek kan weliswaar suggesties doen in verband met de eventueel nog te ondernemen onderzoeksdaden, maar het is de stafhouder of de onderzoeker die het onderzoek voert.

De beoordeling van de kwaliteit van het onderzoek en het bepalen van de gevolgen van een eventueel onvolledig gevoerd onderzoek komt toe aan de tuchtinstanties. Artikel 458, §1, tweede en vierde lid van het Gerechtelijk Wetboek is overigens niet voorgeschreven op straffe van nietigheid, maar beoogt de rechten van verdediging van de vervolgde advocaat.

De tuchtraad van beroep is van oordeel dat de advocaat een inbreuk heeft gepleegd op de waardigheid en de kiesheid van het beroep van advocaat door gelden van derden te hebben ontvangen, bewaard en doorgestort zonder enige (juridische) bijstand te verlenen, noch aan de personen die de gelden stortten, noch aan de bestemmeling van de gelden, noch op enige andere wijze. Voor geen van de andere ten laste gelegde elementen bestaat er grond voor het opleggen van een tuchtrechtelijke sanctie. De bestreden sententie wordt in die mate hervormd.

Bij de bepaling van de in hoger beroep uit te spreken sanctie neemt de tuchtraad van beroep de volgende elementen in overweging, naast de meer beperkte omschrijving van de ten laste gelegde feiten:

  • het gebrek aan bewezen kwaadwillig opzet;
  • het gebrek aan volledig gelijklopende voorgaanden in de reeds bestaande rechtspraak;
  • het gebrek aan tuchtrechtelijke precedenten over een periode van 45 jaren als advocaat en 20 jaren als plaatsvervangend rechter;
  • het materieel en moreel nadeel dat de advocaat reeds leed ingevolge het enigszins aanslepen van het tuchtonderzoek

De tuchtraad van beroep oordeelt dat een opschorting van de uitspraak een meer gepaste sanctionering is.

Lees ook deze beslissing

Rechter
Tuchtdatabank

SBT-143: Beslissing 25 april 2017

Derdengelden / derdenrekening
Kiesheid, waardigheid en rechtschapenheid
Schorsing met uitstel

Meer lezen

Nog vragen? Onze specialisten ter zake

Ontdek alle medewerkers

Merve Köse

Jurist deontologie

Gerelateerd nieuws

Deze berichten verschenen recent:
Deontologie

Inzicht in nationale risicoanalyse witwaspreventie

De Cel voor Financiële Informatieverwerking (CFI) heeft de nationale risicoanalyse over witwassen van geld, financiering van terrorisme en de proliferatie van massavernietigingswapens samengevat voor alle entiteiten die onder de witwaspreventiewet vallen. Deze samenvatting is daarom ook van belang voor advocaten. Ze biedt u een goed inzicht in de actuele risico’s, waardoor u uw eigen risicoanalyses daarop kunt afstemmen.

Meer lezen
Deontologie Podcast

Podcast Ten Gronde: F*Q deontologie

In een boeiende aflevering van de podcast Ten Gronde, gemodereerd door bestuurder Jan Meerts, wordt de deontologie kritisch in vraag gesteld, met een focus op de veranderende landschappen van ethiek en praktijk. Mr. Eva Raepsaet, stafhouder Luk Delbrouck en vice-stafhouder Frank Judo betreden de arena om te debatteren over de ethiek en de grenzen van het beroep.

Deze podcast biedt een unieke kans om diepgaand inzicht te krijgen in de ethiek en de moderne ontwikkelingen van het beroep. Luister alsof u er zelf bij was!

Meer lezen
Deontologie Rechten van de mens

Het Federaal Instituut voor de Rechten van de Mens: een steun voor klokkenluiders

Recente wetten versterken de bescherming van klokkenluiders in Belgische privébedrijven en de federale publieke sector. Deze wetten, voortkomend uit een Europese richtlijn, bieden niet alleen bescherming maar ook diverse vormen van ondersteuning via het onafhankelijke Federaal Instituut voor de Rechten van de Mens (FIRM). Advocaten en advocatenkantoren die geïnteresseerd zijn in de verdediging van klokkenluiders worden opgeroepen om zich bij het FIRM te melden.

Meer lezen
Deontologie Fiscaal recht

Nieuwjaarsgeschenk van het Grondwettelijk Hof

Het Grondwettelijk Hof heeft op 11 januari 2024 opnieuw het beroepsgeheim van de advocaat beschermd in een bevestiging van zijn eerdere DAC6-rechtspraak. Ditmaal handelen de arresten over de omzettingsregelgeving op federaal niveau en op het niveau van de Franstalige Gemeenschap, het Waalse Gewest en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.

Meer lezen
Deontologie

Individueel e-mailadres voortaan verplicht

Advocaten moeten vanaf nu bereikbaar zijn via een (individueel) e-mailadres. Dat besliste onze algemene vergadering.

Meer lezen
Deontologie

OVB waarschuwt voor platform 'starofservice.be'

Het platform “starofservice.be” beweert via het internet vragers en aanbieders van ‘diensten’ met elkaar in contact te brengen. Er is ernstige twijfel over het bonafide karakter ervan, zodat de OVB elke samenwerking afraadt. Samenwerking kan bovendien zware deontologische inbreuken opleveren.

Meer lezen
Tucht

Onrechtmatig verzet niet langer mogelijk in procedures zoals in tucht

Onze algemene vergadering keurde op 8 februari 2023 een wijzigingsreglement goed dat voortaan (onder meer) de mogelijkheid biedt aan de raad van de Orde om verzet in procedures zoals in tucht ongedaan te verklaren. Dat reglement trad recent in werking.

Meer lezen
Deontologie Fiscaal recht

Het Grondwettelijke Hof verdedigt opnieuw ons beroepsgeheim bij DAC6

Het Grondwettelijke Hof heeft vandaag opnieuw uitspraak gedaan met betrekking tot een Vlaams decreet dat de administratieve samenwerking op het gebied van belastingen regelt. Het Hof respecteert opnieuw het beroepsgeheim van ons beroep.

Meer lezen
Deontologie Witwaspreventie

OVB waarschuwt voor opleiding witwaspreventie door SwiftSkills

We vernamen dat SwiftSkills, een e-learning platform, advocaten via een misleidend e-mailbericht aanspoort om deel te nemen aan een opleiding over hun verplichtingen onder de wet van 18 september 2017 ‘tot voorkoming van het witwassen van geld en de financiering van terrorisme en tot beperking van het gebruik van contanten’ (WPW).

Meer lezen