Voorzitter op vrijdag: "Inzetten op educatieve communicatie, digitalisering en alternatieve geschillenoplossing, daarin valt nog bijzonder veel te winnen"
- Optreden zonder mandaat
- Niet beantwoorden briefwisseling stafhouder
- Schorsing van zes maanden
Retro-akten
De tuchtraad legde aan de advocaat de tuchtstraf van de schorsing voor een termijn van 6 maanden op.
De feiten, die aan de advocaat ten laste werden gelegd, waren de volgende:
- “Bij brieven gedateerd 21 mei 2015 maar klaarblijkelijk per fax verstuurd op 26 mei 2015 aan de huurder of huurders van het echtpaar X – Y medegedeeld te hebben dat u werd geraadpleegd door de heer en mevrouw X-Y m.b.t. de handelshuur, met verzoek te willen overschrijven op een specifiek rekeningnummer van mevrouw Y doch onbekend voor de heer X en dus zonder mandaat te zijn opgetreden voor deze laatste.
- Opgetreden te zijn zonder mandaat voor de heer X en dit terwijl u hem namens mevrouw Y had gedagvaard in echtscheiding op basis van onherstelbare ontwrichting met voorlopige maatregelen.
- De brief van uw stafhouder per fax verstuurd niet beantwoord te hebben en niet ingegaan te zijn op zijn verzoek om in het kader van het tuchtonderzoek verhoord te worden.”
Met een aangetekend schrijven, heeft de stafhouder van de Orde van Advocaten bij de balie te Brugge tegenberoep aangetekend.
De zaak werd bij verstek behandeld.
Beoordeling ten gronde
De tuchtraad van beroep verklaart het hoger beroep ongegrond.
De advocaat heeft tegen de overwegingen van de bestreden beslissing geen enkel argument aangevoerd. Haar verzoekschrift in hoger beroep is niet gemotiveerd. Op de zitting liet zij verstek.
De tuchtraad van beroep verwijst naar de oordeelkundige overwegingen van de bestreden beslissing en maakt deze overwegingen tot de zijne. In de bestreden beslissing werden de feiten ten laste van de advocaat terecht bewezen verklaard en werden deze feiten terecht als in strijd beschouwd met de waardigheid en de rechtschapenheid waarmee iedere advocaat moet handelen.
De uitoefening van het beroep van advocaat eist een fundamenteel ethische ingesteldheid.
Het zich ten onrechte voordoen als de advocaat van een persoon met de bedoeling gelden waarop deze persoon recht heeft af te wenden in het belang van de persoon waarvoor men werkelijk optreedt, schendt in hoge mate de geloofwaardigheid van de advocatuur en het vertrouwen dat het publiek moet hebben in de advocatuur als beroepsgroep. Het mandaat waarmee en waarbinnen een advocaat optreedt vormt het wezen van zijn beroepsuitoefening en iedere oneerlijkheid in dit verband schendt in hoge mate de rechtschapenheid waarmee de advocaat moet optreden.
De tuchtraad van beroep acht de uitgesproken veroordeling passend, gelet op de ernst van de feiten die de advocaat ten laste worden gelegd.
Lees ook deze beslissing
TAG-344: Beslissing 2 december 2015
Optreden zonder mandaat
Medewerking stafhouder / balie
Schorsing
TB-0146-2015: Beslissing 13 september 2016
Optreden zonder mandaat
Medewerking stafhouder / balie
Schorsing