Ga verder naar de inhoud

TB-0113-2014: Beslissing 9 december 2014

Merve Köse

Jurist deontologie
Merve Köse

Deel dit artikel

  • Verzoek tot eerherstel
  • Termijn van zes jaar
  • Tuchtstraf van 15 dagen schorsing in 2005
  • Belangenvermenging
  • Vrijspraak destijds in de strafprocedure
  • Aanwezigheid stafhouder op zitting m.b.t. eerherstel
  • Nieuwe schorsing (met uitstel) in 2014
  • Misleidende informatie
  • Eerherstel is gunstmaatregel
  • Verzoek tot eerherstel ongegrond

Een geschorste advocaat kan conform art. 472, §2 Ger. W. eerherstel vragen na een termijn van zes jaar te rekenen van de uitspraak.

Om te kunnen oordelen over een verzoek tot eerherstel is het van wezenlijk belang dat de tuchtraad naar behoren wordt ingelicht over het tuchtrechtelijke parcours van de verzoekende advocaat. De stafhouder werd uitgenodigd omdat hij beschikt over de nodige informatie. Bij zijn onderzoek van een dossier inzake eerherstel mag de tuchtraad van beroep, die de wenselijkheid van dergelijk eerherstel moet appreciëren – hetgeen een feitelijk onderzoek veronderstelt – inlichtingen inwinnen, onder meer bij de huidige of vorige stafhouders van de verzoeker. Het is geenszins zo dat de procedure, die op verzoekschrift ingeleid wordt, impliceert dat de tuchtraad van beroep zich louter zou moeten baseren op de verklaringen van de verzoeker zonder deze te mogen toetsen aan de realiteit, bij de huidige of vroegere ordinale overheden van de betrokkene. Er anders over oordelen zou met zich meebrengen dat de tuchtraad van beroep zich zou moeten vergenoegen met de door de verzoeker zelf verstrekte versie van de feiten, die mogelijk verdraaid kunnen zijn of hiaten kunnen vertonen die nochtans van belang kunnen zijn bij de appreciatie van een verzoek tot eerherstel. Eerherstel is echter een gunstmaatregel die verdiend moet worden. Hij wordt niet verleend in een staat van blindheid of halfblindheid.

Gelet op het argument van de advocaat dat de wet niet bepaalt dat de stafhouder aanwezig mag zijn op de zitting in het kader van een eerherstel en dat hij geen standpunt mag innemen i.v.m. het verzoek tot eerherstel, werd de zaak verdaagd teneinde partijen toe te laten hierover hun standpunt uiteen te zetten. Het daarop ingediende verzoekschrift tot vrijwillige tussenkomst van de stafhouder is evenwel ontoelaatbaar bij gebrek aan belang nu de stafhouder bij brief reeds rechtsgeldig was opgeroepen om te verschijnen in de zaak teneinde te worden gehoord. Het verzoekschrift was overbodig. Bovendien had het openbaar ministerie ter zitting reeds separaat inlichtingen overhandigd die op zich volstaan om de tuchtraad van beroep in staat te stellen, na het horen van de verdediging van de advocaat, te komen tot een oordeel over het verzoek tot eerherstel.

De tuchtraad van beroep kan niet anders dan vaststellen dat de advocaat in 2014 opnieuw tot een tuchtstraf van 15 dagen schorsing is veroordeeld. Dat deze schorsing werd opgelegd met een uitstel van 5 jaar doet aan het principe (en de ernst) van deze tweede tuchtstraf geen afbreuk. De advocaat zelf heeft van deze nieuwe veroordeling geen melding gemaakt. Voor een eerherstel is strikt genomen niet vereist dat er sedert de betreffende tuchtsanctie geen andere tuchtsancties mogen uitgesproken zijn, doch wel moet er sprake zijn van een merkbare verbetering in het gedrag.

Nu het eerherstel een gunstmaatregel is, is het minste wat men mag verwachten dat dergelijke belangrijke tuchtrechtelijke ontwikkelingen niet verzwegen worden door de verzoeker, nog daargelaten dat het bestaan van een andere tuchtsanctie van schorsing (met uitstel) hoe dan ook nooit de ‘schone lei’ kan bezorgen die het door de advocaat nagestreefde eerherstel zou moeten bieden. De hardnekkigheid waarmee de advocaat zich verzet heeft tegen het horen van zijn voormalige stafhouder kadert onmiskenbaar in een poging om de tuchtraad van beroep te voorzien van onvolledige en daarom misleidende informatie zodat het verzoek tot eerherstel onder een gunstiger gesternte kon worden voorgesteld dan de realiteit toeliet.

Er is onvoldoende reden om de advocaat het voordeel van het eerherstel toe te staan.

Nog vragen? Onze specialisten ter zake

Ontdek alle medewerkers

Merve Köse

Jurist deontologie

Gerelateerd nieuws

Deze berichten verschenen recent:
Deontologie

Inzicht in nationale risicoanalyse witwaspreventie

De Cel voor Financiële Informatieverwerking (CFI) heeft de nationale risicoanalyse over witwassen van geld, financiering van terrorisme en de proliferatie van massavernietigingswapens samengevat voor alle entiteiten die onder de witwaspreventiewet vallen. Deze samenvatting is daarom ook van belang voor advocaten. Ze biedt u een goed inzicht in de actuele risico’s, waardoor u uw eigen risicoanalyses daarop kunt afstemmen.

Meer lezen
Deontologie Podcast

Podcast Ten Gronde: F*Q deontologie

In een boeiende aflevering van de podcast Ten Gronde, gemodereerd door bestuurder Jan Meerts, wordt de deontologie kritisch in vraag gesteld, met een focus op de veranderende landschappen van ethiek en praktijk. Mr. Eva Raepsaet, stafhouder Luk Delbrouck en vice-stafhouder Frank Judo betreden de arena om te debatteren over de ethiek en de grenzen van het beroep.

Deze podcast biedt een unieke kans om diepgaand inzicht te krijgen in de ethiek en de moderne ontwikkelingen van het beroep. Luister alsof u er zelf bij was!

Meer lezen
Deontologie Rechten van de mens

Het Federaal Instituut voor de Rechten van de Mens: een steun voor klokkenluiders

Recente wetten versterken de bescherming van klokkenluiders in Belgische privébedrijven en de federale publieke sector. Deze wetten, voortkomend uit een Europese richtlijn, bieden niet alleen bescherming maar ook diverse vormen van ondersteuning via het onafhankelijke Federaal Instituut voor de Rechten van de Mens (FIRM). Advocaten en advocatenkantoren die geïnteresseerd zijn in de verdediging van klokkenluiders worden opgeroepen om zich bij het FIRM te melden.

Meer lezen
Deontologie Fiscaal recht

Nieuwjaarsgeschenk van het Grondwettelijk Hof

Het Grondwettelijk Hof heeft op 11 januari 2024 opnieuw het beroepsgeheim van de advocaat beschermd in een bevestiging van zijn eerdere DAC6-rechtspraak. Ditmaal handelen de arresten over de omzettingsregelgeving op federaal niveau en op het niveau van de Franstalige Gemeenschap, het Waalse Gewest en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.

Meer lezen
Deontologie

Individueel e-mailadres voortaan verplicht

Advocaten moeten vanaf nu bereikbaar zijn via een (individueel) e-mailadres. Dat besliste onze algemene vergadering.

Meer lezen
Deontologie

OVB waarschuwt voor platform 'starofservice.be'

Het platform “starofservice.be” beweert via het internet vragers en aanbieders van ‘diensten’ met elkaar in contact te brengen. Er is ernstige twijfel over het bonafide karakter ervan, zodat de OVB elke samenwerking afraadt. Samenwerking kan bovendien zware deontologische inbreuken opleveren.

Meer lezen
Tucht

Onrechtmatig verzet niet langer mogelijk in procedures zoals in tucht

Onze algemene vergadering keurde op 8 februari 2023 een wijzigingsreglement goed dat voortaan (onder meer) de mogelijkheid biedt aan de raad van de Orde om verzet in procedures zoals in tucht ongedaan te verklaren. Dat reglement trad recent in werking.

Meer lezen
Deontologie Fiscaal recht

Het Grondwettelijke Hof verdedigt opnieuw ons beroepsgeheim bij DAC6

Het Grondwettelijke Hof heeft vandaag opnieuw uitspraak gedaan met betrekking tot een Vlaams decreet dat de administratieve samenwerking op het gebied van belastingen regelt. Het Hof respecteert opnieuw het beroepsgeheim van ons beroep.

Meer lezen
Deontologie Witwaspreventie

OVB waarschuwt voor opleiding witwaspreventie door SwiftSkills

We vernamen dat SwiftSkills, een e-learning platform, advocaten via een misleidend e-mailbericht aanspoort om deel te nemen aan een opleiding over hun verplichtingen onder de wet van 18 september 2017 ‘tot voorkoming van het witwassen van geld en de financiering van terrorisme en tot beperking van het gebruik van contanten’ (WPW).

Meer lezen