vrijdag 21 juni 2024
Voorzitter op vrijdag: "Inzetten op educatieve communicatie, digitalisering en alternatieve geschillenoplossing, daarin valt nog bijzonder veel te winnen"
- Hoger beroep advocaat en stafhouder
- Ontvangen van erelonen in pro-Deodossiers
- Niet vermelden van ontvangen provisies in verslag
- Systematisch nalaten kostenstaat op te stellen
- Voorbereiding proces versus eigenlijke proces
- Hoger beroep deels gegrond
- Deels vrijspraak
- Schorsing 15 dagen met uitstel onder voorwaarden
Het voorwerp van het hoger beroep van de advocaat is enerzijds de beoordeling (als zijnde bewezen) in de bestreden beslissing van het tweede en derde onderdeel van de tuchtrechtelijke tenlastelegging en anderzijds de opgelegde tuchtsanctie.
- Tegen de beoordeling van het tweede onderdeel van de tuchtrechtelijke tenlastelegging: in zijn sluitingsverslag geen melding van de betaling van de provisies, teneinde op deze wijze een maximale pro deo-vergoeding te kunnen ontvangen. De advocaat meende bovenop de 20.000 euro ontvangen provisie voor de voorbereiding van het proces, ook nog een pro deo-vergoeding voor het proces zelf te mogen ontvangen. De voorbereiding van een proces en het proces zelf vormen binnen de pro deo-vergoedingsregeling één geheel. Er is sprake van de intentie beide vergoedingen - provisie en pro deo-vergoeding - hoe dan ook volledig cumulatief op te strijken en elke mogelijkheid die dit uit hoofde van het pro deo-vergoedingsregelingssysteem zou kunnen beletten, uit te sluiten. Getuige daarvan ook het feit dat hij nooit een formele kostenstaat heeft opgemaakt voor voormelde provisie.
Het hoger beroep tegen dit tweede onderdeel van de beslissing d.d. 24 april 2014 is ongegrond. - Tegen de beoordeling van het derde onderdeel van de tuchtrechtelijke tenlastelegging: systematisch geen kostenstaat opstellen. Het hoger beroep tegen de beoordeling van dit derde onderdeel is gegrond.
- Hoger beroep tegen de beoordeling in de bestreden beslissing van de tuchtrechtelijke sanctie
Gelet op de ernst van de inbreuk die raakt aan het pro deo-systeem en zijn financiering zodat een open, transparante en loyale toepassing ervan van groot belang is, acht de tuchtraad van beroep de opgelegde tuchtrechtelijke sanctie op z’n minst passend.
Voorwerp van het hoger beroep van de stafhouder is de beoordeling (als zijnde niet-bewezen) in de bestreden beslissing van het eerste en vierde onderdeel van de tuchtrechtelijke tenlastelegging. Voorts verzocht de stafhouder ter zitting om een zwaardere tuchtrechtelijke sanctie dan opgelegd in de bestreden beslissing.
- Tegen de beoordeling van het eerste onderdeel van de tuchtrechtelijke tenlastelegging:
Op zich belet niets dat een advocaat rechtstreeks geld ontvangt van een cliënt
Het hoger beroep van de stafhouder tegen de beoordeling van het eerste onderdeel is ongegrond.
- Tegen de beoordeling van het vierde onderdeel: “in een BJB-dossier een bedrag ontvangen en een pro-Deodossier aangemaakt om ook op die wijze eveneens een dubbele betaling te bekomen enerzijds rechtstreeks via de klant en anderzijds via de staat”.
Het hoger beroep van de stafhouder tegen de beoordeling van het vierde onderdeel is ongegrond. - Tegen de beoordeling van de tuchtrechtelijke sanctie:
De in de bestreden beslissing opgelegde sanctie wordt minstens passend geacht. Een verzwaring van de tuchtrechtelijke sanctie is echter niet aangewezen, rekening houdende o.m. met het blanco-tuchtverleden van de advocaat.
Het hoger beroep van de advocaat en de stafhouder is ontvankelijk en:
- Gegrond m.b.t. beroep van de advocaat tegen beoordeling van het derde onderdeel van de tenlastelegging: hiervoor wordt de advocaat vrij gesproken;
- Ongegrond voor het overige (beroep advocaat en beroep stafhouder): de beoordeling in de bestreden beslissing van het eerste, tweede en vierde onderdeel van de tenlasteleggingen wordt bevestigd.
De opgelegde tuchtsanctie van 15 dagen schorsing met uitstel van tenuitvoerlegging voor een termijn van drie jaar met als voorwaarde dat in deze termijn geen nieuwe tuchtsanctie zal worden opgelopen, wordt bevestigd.
Lees ook deze beslissing
Tuchtdatabank