- OVB-reglement Advocaat en Media
- Nieuwe stukken
- Rechten van verdediging
- Tegenberoep
- Belang
- Klager
- Art. 458 Ger. W.
- Beroepsgeheim stafhouder
- Waarheidsvinding
- Verklaringen aan de pers
- Toestemming cliënt
- Beroep stafhouder ongegrond
- Tegenberoep advocaat onontvankelijk
- Bevestiging bestreden beslissing
- Vrijspraak
Het staat zowel de verdediging als de stafhouder of verslaggever vrij om staande de procedure in graad van beroep, nieuwe stukken bij het dossier te voegen met de bedoeling de tuchtraad van beroep zo volledig mogelijk in te lichten, niet alleen wat de feiten van de tenlastelegging betreft, maar ook wat de persoon van de vervolgde advocaat aangaat. Dit kan de adequate beoordeling door de tuchtraad van beroep dienen.
Het feit dat de stafhouder geen werkelijke partij is, doet hieraan geen afbreuk nu hij moet waken voor de belangen van de advocatuur en de regelconforme uitoefening van het beroep.
De rechten van verdediging werden niet geschonden nu de nieuwe stukken door de verslaggever tijdig in kopie werden overgemaakt aan de verdediging. Ze dienen dan ook niet uit de debatten te worden geweerd.
Het feit of de ‘klagende partij’ al dan niet klager is in de zin van art. 458 Ger. W. is in casu zonder belang nu de stafhouder sowieso ambtshalve een tuchtonderzoek kon aanvatten. Het feit dat deze ‘klagende partij’ werd ingelicht van het feit dat een tuchtonderzoek werd aangevat en van de datum van de zitting, betekent geenszins dat de procedure nietig is. De rechten van de verdediging werden hierdoor niet geschaad.
Het feit dat een opvolgende stafhouder een dossier zwaarder of lichter inschat dan zijn voorganger, is van geen belang meer van zodra de voorganger het dossier reeds voor vervolging had overgemaakt aan de voorzitter van de tuchtraad die het opportuun heeft geacht om te vervolgen.
Het beroepsgeheim dekt het bestaan van een disciplinair onderzoek niet. De stafhouder heeft in het belang van het onderzoek en de waarheidsvinding de taak om desgevallend een getuige of deskundige op te roepen.
Een advocaat moet zich, overeenkomstig het OVB-reglement Advocaat en Media, verzekeren van de toestemming van de cliënt om publieke mededelingen te doen. Twijfel over het al of niet bestaan van toestemming van de cliënt moet ten voordele spelen van de aangeklaagde advocaat.