vrijdag 21 juni 2024
Voorzitter op vrijdag: "Inzetten op educatieve communicatie, digitalisering en alternatieve geschillenoplossing, daarin valt nog bijzonder veel te winnen"
- Onwaardig gedrag
- Seksueel getinte en grensoverschrijdende sms’jes
- Het niet rangschikken van het sms-verkeer in het dossier
- Schorsing van één maand met uitstel voor een periode van vijf jaar
De advocaat dient zich te verantwoorden wegens volgende ten laste gelegde feiten:
- door grensoverschrijdend (fysiek) gedrag op de persoon van mevr. B tijdens een consultatie op het kantoor van de advocaat op 2.03.2019.
- door het verzenden van seksueel getinte en grensoverschrijdende SMS’jes door de advocaat aan zijn cliënte mevr. B op 2.03.2019, en ook op 27 en 28.02.2019.
- door het systematisch gebruik van SMS door de advocaat in zijn professionele relatie als advocaat met zijn cliënte mevr. B, zeker wanneer dit SMS-verkeer vervolgens werd gewist en niet in het dossier van zijn cliënte werd gerangschikt.
Beoordeling
- Op basis van de toch wel tegenstrijdige verklaringen van beide partijen maar rekening houdend met de verklaring van de heer C waaruit inderdaad blijkt dat er van het beweerde weglopen door mevr. B geen sprake was acht de tuchtraad het ten laste gelegd feit A niet bewezen.
- De gevoerde SMS communicatie zoals deze in het tuchtdossier voorhanden is, is wel degelijk seksueel getint en kan niet anders begrepen worden. De advocaat doet deze SMS communicatie met zijn cliënte af als een soort “spielerei” op hetzelfde niveau van de cliënt; een advocaat dient zich echter, de waardigheid van zijn beroep indachtig, niet te verlagen tot seksueel getinte SMS’s met een cliënte, binnen het kader van een lopend dossier onafgezien het feit of deze cliënte daar nu al of niet mee gediend is.
De tuchtraad acht het ten laste gelegd feit B dan ook bewezen. - Uit het tuchtdossier blijkt dat de advocaat regelmatig met zijn cliënte communiceert per SMS, deze communicatie kan in sommige gevallen nuttig en noodzakelijk zijn, maar wordt wel problematisch wanneer deze communicatie niet systematisch hetzij digitaal hetzij anderszins wordt opgeslagen in het dossier. Dit laatste was het geval in het dossier in kwestie.
De advocaat geeft toe dat niet al het SMS verkeer van zijn cliënte digitaal of afgedrukt aanwezig is en dat het SMS verkeer systematisch na zes maanden wordt gewist.
Juist door het niet bijhouden van het SMS verkeer stelt zich volgens de advocaat een bewijsprobleem in zijn hoofde om aan te tonen dat het door mevr. B voorgebracht SMS verkeer al dan niet gemanipuleerd is of uit zijn context gerukt.
De tuchtraad is dan ook van oordeel dat de advocaat hierdoor in gebreke is op de verplichting zijn beroep op deskundige wijze uit te oefenen.
Het ten laste gelegde feit C is dan ook bewezen.
Bestraffing
Wat de graad van de tuchtsanctie betreft houdt de tuchtraad enerzijds rekening met de aard van de feiten en anderzijds het blanco tuchtrechtelijk verleden van de advocaat;
De tuchtraad beslist tot het opleggen als tuchtsanctie van een schorsing van één maand, met uitstel voor een duur van vijf jaar.