Ga verder naar de inhoud

TAG-556: Beslissing 10 juni 2020

Merve Köse

Jurist deontologie
Merve Köse

Deel dit artikel

  • Optreden als advocaat zonder mandaat
  • Derdengelden
  • Schorsing van zes maanden

Procedure

De advocaat dient zich te verantwoorden voor:

1. In het dossier A - B / C te zijn opgetreden als raadsman van de heer en mevrouw A – B in opvolging van haar broer Y - die reeds op 09/01/2015 de balie had verlaten - en dit buiten medeweten, laat staan opdracht, van de heer en mevrouw A en met name:

  • voor hen te zijn verschenen en hun zaak tegen C te hebben gepleit voor het Hof van Beroep te Antwerpen op 16/02/2015;
  • op 25/05/2015 de afrekening conform het arrest van het Hof van beroep te Antwerpen te hebben opgemaakt en betaling te hebben gevraagd van de raadsman van C van het totaal te betalen bedrag van 114.737,93 € zonder cliënten hieromtrent te contacteren of op de hoogte te stellen;
  • afbetalingen te hebben ontvangen van de raadsman van tegenpartij op haar derdenrekening in de periode 14 april 2015 tot 4 maart 2016: 1 betaling van 15.000 €, 9 betalingen van 9.500 € en 1 betaling van 14.739,80 € zonder de cliënten hiervan op de hoogte te stellen.

2. In hetzelfde dossier, in de periode van 14/04/2015 tot 08/03/2016, van deze op de derdenrekening ontvangen gelden 1 x 13.500 €, 1 x 4.000 €, 8 x 9.500 € en 1 x 14.739,80 overgeschreven te hebben op rekening van de heer Y, zijnde haar broer die op dat moment geen advocaat meer was; deze betalingen gedaan te hebben zonder cliënten hiervan voorafgaand te hebben ingelicht.

3. De in dit dossier ontvangen gelden niet te hebben overgemaakt aan de heer en mevrouw A en hen ook niet op de hoogte te hebben gebracht van de binnenkomende gelden noch van de uitbetalingen.

4. Op 14/04/2015 een bedrag van 300 € en een bedrag van 1.500 € en op 07/05/2015 een bedrag van 5.500 en van 3.300 € overgeschreven van de derdenrekening naar haar eigen rekening (als vergoeding voor ereloon en kosten?) zonder evenwel een

5. afrekening / ereloonstaat te hebben overgemaakt aan de heer en mevrouw A en zonder hen hiervan voorafgaand in kennis te stellen, laat staan hun akkoord te hebben gevraagd.

Beoordeling

De advocaat is als raadsman van de consoorten A opgetreden. Dit heeft als gevolg dat alle regels, die volgens de deontologie de relatie tussen de advocaat en de cliënt beheersen, op de advocaat van toepassing zijn. Zij diende derhalve:

  • haar cliënten stipt op de hoogte te houden van de evolutie van de zaak (J. STEVENS, Advocatuur regels en deontologie, 3e uitgave, 2015, nr. 1338, p. 1069);
  • in toepassing van artikel 134 van de codex deontologie de ontvangen gelden over te maken aan hun bestemmelingen, zijnde de consoorten A. In plaats daarvan maakte zij de gelden over aan haar broer die sedert 9 januari 2015 geen advocaat meer was;
  • in toepassing van hetzelfde artikel 134 van de codex deontologie diende zij de consoorten A schriftelijk op de hoogte te brengen van haar erelonen en afhoudingen.

Geen enkele van deze verplichtingen werd nageleefd. Meer nog: ter zitting werd door de advocaat zonder meer bevestigd dat zij met de consoorten A nooit enig contact heeft gehad. De contacten verliepen uitsluitend via haar broer, die op dat ogenblik geen advocaat meer was. De advocaat heeft hierbij de regel met de voeten getreden dat een advocaat in principe zelf contact moet hebben met zijn cliënt en dat hij tussenpersonen moet wantrouwen, die zeggen namens de cliënt te spreken, zelfs al zijn deze tussenpersonen familieleden (J. STEVENS, a.w., nr. 1137, p. 1068).

De advocaat is bovendien op ernstige wijze tekortgeschoten aan de plicht van rechtschapenheid, die op een advocaat rust. Door de ontvangen gelden aan haar broer over te maken en niet aan haar cliënten is de advocaat er op een onverantwoord lichtzinnige wijze mee omgesprongen. Hoewel zij niet in de eerste plaats gedreven was door persoonlijke verrijking, heeft zij door haar handelswijze mogelijk gemaakt dat gelden werden onttrokken aan hun rechtmatige bestemmelingen. Deze inbreuk op de plicht tot rechtschapenheid is des te erger omdat de niet-correcte afhandeling van derdengelden, ook al worden zij door de advocaat niet voor zichzelf behouden, een domein betreft waaraan de publieke opinie bijzonder gevoelig is, hetgeen voor de ganse balie een negatieve en sterk nadelige invloed kan hebben (J. STEVENS, a.w., nr. 1075, p. 807).

Bijzonder bezwarend is dat de advocaat uit de ontvangen gelden een bedrag van 5.500 EUR heeft aangewend voor een zogenaamde familiale verrekening tussen haar moeder, haar broer en haarzelf. Het is uiteraard op ernstige wijze strijdig met de plicht tot rechtschapenheid en met artikel 134 van de codex deontologie om gelden, die aan cliënten toekomen, aan te wenden om een privé-verrekening binnen de familie van de advocaat te doen.

Uit dit alles blijkt dat de tenlasteleggingen gegrond zijn.

Het verweer van de advocaat bestaat er in hoofdzaak in voor te houden dat haar, behalve naïviteit, weinig te verwijten valt omdat zij slechts als vervanger van haar broer is opgetreden en derhalve niet de dominus litis was.

Dit verweer snijdt geen hout :

  • in haar brief van 12 februari aan het hof van beroep te Antwerpen stelt zij wel degelijk dat zij haar broer opvolgt. Indien zij de vervangster van haar broer was dan zou zij volgens de gebruiken van de balie aan het hof hebben gemeld dat zij loco hem zou verschijnen;
  • na het tussengekomen arrest gedroeg de advocaat zich als een volwaardige dominus litis. Het was zij die de afrekening overmaakte aan haar tegenstrever en de verschuldigde bedragen inde.

Erg ongeloofwaardig is het verweer van de advocaat dat zij niet wist dat haar broer Y reeds op 9 januari 2015 de balie verlaten had. Ook ter zitting blijft zij volhouden dat zij dit slechts vernomen heeft naar aanleiding van de klacht die de stafhouder bij de balie van West-Vlaanderen aan haar overmaakte.

In haar conclusie stelt de advocaat dat zij een zeer sterke band had met haar broer die zij onvoorwaardelijk vertrouwde. Hij was volgens haar zelfs één van de weinige mensen waarin zij nog vertrouwen had. In het licht van deze sterke band kan niet worden aangenomen dat de advocaat niet wist dat haar broer, die blijkbaar veelvuldig in Afrika verbleef, niet langer advocaat was. In de provisienota van 22 april 2015 aan haar broer vermeldde zij overigens nergens zijn hoedanigheid van advocaat noch zijn BTW nummer. Dat de advocaat slechts via de correspondentie met de stafhouder vernam dat haar broer geen advocaat meer was, is des te ongeloofwaardiger nu er liefst drie jaar liggen tussen de weglating van de heer Y als advocaat en de brief van de stafhouder.

In het verweer van de advocaat kadert haar bewering dat zij zich ten aanzien van het hof van beroep te Antwerpen als dominus litis voordeed omdat zij het arrest op haar adres wilde ontvangen en verder opvolgen. De tuchtraad is van oordeel dat deze handeling eerder bewijst dat de advocaat wel degelijk de dominus litis was geworden. Het is immers niet gebruikelijk dat een advocaat die ter zitting loco optreedt, na de zitting de zaak verder opvolgt, de afrekening opstelt, betalingen int, e.d.m. Indien Y wel degelijk nog advocaat was gebleven, zoals de advocaat probeert voor te houden, dan zou dit normaal zijn taak zijn geweest.

Bestraffing

Gelet op de ernst van de feiten, is de tuchtraad van oordeel dat de sanctie van een schorsing van zes maanden dient opgelegd te worden.

Nog vragen? Onze specialisten ter zake

Ontdek alle medewerkers

Merve Köse

Jurist deontologie

Gerelateerd nieuws

Deze berichten verschenen recent:
Deontologie

Inzicht in nationale risicoanalyse witwaspreventie

De Cel voor Financiële Informatieverwerking (CFI) heeft de nationale risicoanalyse over witwassen van geld, financiering van terrorisme en de proliferatie van massavernietigingswapens samengevat voor alle entiteiten die onder de witwaspreventiewet vallen. Deze samenvatting is daarom ook van belang voor advocaten. Ze biedt u een goed inzicht in de actuele risico’s, waardoor u uw eigen risicoanalyses daarop kunt afstemmen.

Meer lezen
Deontologie Podcast

Podcast Ten Gronde: F*Q deontologie

In een boeiende aflevering van de podcast Ten Gronde, gemodereerd door bestuurder Jan Meerts, wordt de deontologie kritisch in vraag gesteld, met een focus op de veranderende landschappen van ethiek en praktijk. Mr. Eva Raepsaet, stafhouder Luk Delbrouck en vice-stafhouder Frank Judo betreden de arena om te debatteren over de ethiek en de grenzen van het beroep.

Deze podcast biedt een unieke kans om diepgaand inzicht te krijgen in de ethiek en de moderne ontwikkelingen van het beroep. Luister alsof u er zelf bij was!

Meer lezen
Deontologie Rechten van de mens

Het Federaal Instituut voor de Rechten van de Mens: een steun voor klokkenluiders

Recente wetten versterken de bescherming van klokkenluiders in Belgische privébedrijven en de federale publieke sector. Deze wetten, voortkomend uit een Europese richtlijn, bieden niet alleen bescherming maar ook diverse vormen van ondersteuning via het onafhankelijke Federaal Instituut voor de Rechten van de Mens (FIRM). Advocaten en advocatenkantoren die geïnteresseerd zijn in de verdediging van klokkenluiders worden opgeroepen om zich bij het FIRM te melden.

Meer lezen
Deontologie Fiscaal recht

Nieuwjaarsgeschenk van het Grondwettelijk Hof

Het Grondwettelijk Hof heeft op 11 januari 2024 opnieuw het beroepsgeheim van de advocaat beschermd in een bevestiging van zijn eerdere DAC6-rechtspraak. Ditmaal handelen de arresten over de omzettingsregelgeving op federaal niveau en op het niveau van de Franstalige Gemeenschap, het Waalse Gewest en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.

Meer lezen
Deontologie

Individueel e-mailadres voortaan verplicht

Advocaten moeten vanaf nu bereikbaar zijn via een (individueel) e-mailadres. Dat besliste onze algemene vergadering.

Meer lezen
Deontologie

OVB waarschuwt voor platform 'starofservice.be'

Het platform “starofservice.be” beweert via het internet vragers en aanbieders van ‘diensten’ met elkaar in contact te brengen. Er is ernstige twijfel over het bonafide karakter ervan, zodat de OVB elke samenwerking afraadt. Samenwerking kan bovendien zware deontologische inbreuken opleveren.

Meer lezen
Tucht

Onrechtmatig verzet niet langer mogelijk in procedures zoals in tucht

Onze algemene vergadering keurde op 8 februari 2023 een wijzigingsreglement goed dat voortaan (onder meer) de mogelijkheid biedt aan de raad van de Orde om verzet in procedures zoals in tucht ongedaan te verklaren. Dat reglement trad recent in werking.

Meer lezen
Deontologie Fiscaal recht

Het Grondwettelijke Hof verdedigt opnieuw ons beroepsgeheim bij DAC6

Het Grondwettelijke Hof heeft vandaag opnieuw uitspraak gedaan met betrekking tot een Vlaams decreet dat de administratieve samenwerking op het gebied van belastingen regelt. Het Hof respecteert opnieuw het beroepsgeheim van ons beroep.

Meer lezen
Deontologie Witwaspreventie

OVB waarschuwt voor opleiding witwaspreventie door SwiftSkills

We vernamen dat SwiftSkills, een e-learning platform, advocaten via een misleidend e-mailbericht aanspoort om deel te nemen aan een opleiding over hun verplichtingen onder de wet van 18 september 2017 ‘tot voorkoming van het witwassen van geld en de financiering van terrorisme en tot beperking van het gebruik van contanten’ (WPW).

Meer lezen