Voorzitter op vrijdag: "Inzetten op educatieve communicatie, digitalisering en alternatieve geschillenoplossing, daarin valt nog bijzonder veel te winnen"
- Niet beantwoorden briefwisseling van de stafhouder
- Kostenstaat van deskundige niet voldaan
- Gebrekkige communicatie met cliënt
- Verstek laten, zonder cliënt daarover te informeren
- Geen gevolg aan batonnale injunctie
- Schorsing van één maand, met uitstel voor een periode van drie jaar
Dossier TAG 548
a) De advocaat heeft nagelaten de brieven van de stafhouder te beantwoorden in meerdere dossiers.
b) De advocaat heeft nagelaten om het bedrag van de kostenstaat van de deskundige dat zij vanwege haar cliënt had ontvangen, aan deze deskundige door te storten.
Ondertussen blijkt dit wel het geval te zijn, zij het bijzonder laattijdig en na tussenkomst van de balie-overheid.
c) De advocaat is compleet in gebreke gebleven om duidelijkheid te verschaffen aan haar cliënt betreffende het recht op een kostenstaat in haar voordeel, waarbij zij op een gegeven ogenblik de indruk had gewekt de betaalde provisie te zullen terugstorten.
d) De advocaat is ernstig tekortgeschoten in haar essentiële plicht als advocaat, door in het dossier geen prestaties te verrichten en zelfs gewoon verstek te laten op de zitting van de Politierechtbank. Ook hier heeft zij haar cliënt in wezen gewoon in het ongewisse gelaten over een en ander.
Dossier TAG 588
De advocaat heeft nagelaten heeft om de brief van de stafhouder van 4.2.2020 minstens tijdig te beantwoorden, en derhalve ook geen gevolg heeft verleend aan de batonale injunctie van de stafhouder die vervat lag in dezelfde brief.
Elk degelijk handelend en denkend advocaat weet dat hij/zij steeds gehouden is in volle en loyale medewerking de verzoeken van de stafhouder te beantwoorden. Wanneer het tegengestelde geschiedt, dreigt het risico dat de opdracht en bevoegdheid die wettelijk aan een stafhouder zijn voorbehouden compleet worden uitgehold. Zoiets kan onmogelijk worden getolereerd.
Anderzijds brengt de tuchtraad begrip op voor het feit dat de advocaat in de bewuste periode persoonlijke moeilijkheden kan hebben doorgemaakt. Telkenmale kwamen de inbreuken op de deontologische voorschriften ter zake evenwel neer op nalatigheid en slordigheid, wat zeker niet van die aard is om aan die moeilijkheden te remediëren.
Evenwel blijkt zich ondertussen een positieve evolutie te hebben voorgedaan in de ingesteldheid van de advocaat, waarvan zij ondertussen ook blijk heeft gegeven, en welke intentie zij ter zitting ook voor de toekomst heeft bevestigd, mede door op administratief vlak orde op zaken te hebben gesteld.
De tuchtraad legt de advocaat daarvoor de tuchtsanctie van de schorsing van één maand op, met uitstel voor de termijn van drie jaren.