Voorzitter op vrijdag: "Inzetten op educatieve communicatie, digitalisering en alternatieve geschillenoplossing, daarin valt nog bijzonder veel te winnen"
- Baliebijdrage
- Niet beantwoorden brieven stafhouder
- Schuldenberg
- Rapportering derdenrekening
- Betalen van privéschulden met de derdenrekening
- Geen aangifte van beroepsfout bij de verzekeringsmaatschappij
- Schrapping
De advocaat dient zich te verantwoorden voor:
- Het niet (tijdig) betalen van de baliebijdrage voor het jaar 2017;
- Het niet beantwoorden van de brieven van de stafhouder (o.a. brieven van 18/04/2017, 20/09/17, 02/10/2017, mail van 10/10/2017, brief dd. 14/11/2017) en niet afhaling aangetekende brief stafhouder van 05/01/2018 en dd. 16/02/2018;
- Het niet betalen van kostenstaten van meerdere gerechtsdeurwaarders;
- Het niet betalen van uw sociale bijdragen aan het sociaal verzekeringsfonds F voor een bedrag van 3.954,35 €, met als gevolg gedwongen uitvoering en herhaalde verkoopdagen;
- Het niet betalen van BTW voor een bedrag van 19.839,41 € BTW en het niet betalen van personenbelasting ad 8.127,82 €, met dwangbevel en derdenbeslag aangezegd aan de Orde van de advocaten in april 2017;
- Nalaten te rapporteren van de derdenrekening en nalaten van het verschaffen van uitleg nopens bepaalde transacties met deze derdenrekening;
- Het “teveel” inhouden van bedragen als ereloon terwijl deze bedragen toekomen aan de cliënt en waardoor er zelfs in bepaalde dossiers meer gelden UIT dan gelden IN komen in bepaalde dossiers, in de periode februari tot april 2016
- Het betalen van privé-schulden met de derdenrekening, in de periode 02/08/16 tot 27/09/2016 voor het totaalbedrag van 1.573,51 €;
- Het niet correct afbetalen van leasingovereenkomst met als gevolg veroordeling tot betaling achterstallige bedragen ad 13.771,81 € + veroordeling tot afgifte onder verbeurte van een dwangsom van 250 €;
- Geen aangifte doen bij de verzekeringsmaatschappij van een schadegeval wegens beroepsfout vastgesteld in arrest van het Hof van Beroep te Gent dd. 27/04/2017, waarin de advocaat werd veroordeeld om een bedrag te betalen van 6.100 € en het niet betalen van deze schuld met gevolg gedwongen uitvoering ten zijne laste
Betrokken inbreuken worden niet betwist, maar de advocaat erkende daarbij wel uitdrukkelijk dat de slechte financiële toestand waarin hij zich bevond, die al vele jaren bestond, op een bepaald ogenblik was opgelopen tot een niet meer te overziene globale schuldenlast van ± € 45.000,00, dat hij dan werd geholpen door zijn familie die hem dit bedrag ter beschikking heeft gesteld, zodat hij in één keer die schuldenberg kon wegwerken, maar enkele jaren verder opnieuw tegen een schuldenlast aankijkt die omzeggens even groot is, en dit met de uitdrukkelijke precisering dat hij van het bedrag dat hij van de familie had ontvangen, niets heeft kunnen terugbetalen.
Uit de stukken die zijn bijgebracht, blijkt dat de schulden niet alleen niet zijn afgebouwd, maar integendeel zijn opgelopen, en dat er daarenboven meerdere nieuwe schulden zijn bijgekomen.
De tuchtraad kan alleen maar vaststellen dat aan de uiterst slechte financiële situatie van de advocaat niet werd verholpen en dat integendeel de schuldenberg op zeer korte termijn angstaanjagend hoog is opgelopen.
De advocaat haalt aan dat uit het onderzoek van zijn derdenrekening door de onderzoekers, is gebleken dat zijn derdenrekening uiteindelijk volledig werd aangezuiverd, in die zin dat weliswaar te vroeg ingehouden bedragen als ereloon nadien correct werden verrekend, en dat met de derdenrekening betaalde privéschulden werden gerestitueerd.
Het blijkt uit de documenten voorgelegd dat dit finaal juist is, hetgeen ook op de zitting wordt bevestigd.
De tuchtraad moet vaststellen dat de slechte financiële situatie van de advocaat bijzonder ernstig en bovendien structureel is.
De tuchtraad moet vaststellen dat de advocaat er klaarblijkelijk niet in slaagt een eigen advocatenkantoor te runnen, toch niet op een wijze die enige rendabiliteit teweegbrengt, zeker als uit het dossier blijkt dat de desastreuse situatie zich op relatief korte termijn herhaalt, en dat zonder dat de advocaat op enigerlei wijze in zijn beroepsactiviteiten wordt beperkt.
De tuchtraad moet spijtig genoeg ook vaststellen dat er geen enkele medewerking is van de advocaat, hij liet herhaald na te voldoen aan de vragen van zijn stafhouder, hij liet na te verschijnen op zittingen van de tuchtraad, en liet vooral ook na de beloofde documenten die zijn verweer zouden moeten staven, en beloofde betalingen zouden moeten bewijzen, aan de tuchtraad over te maken.
De tuchtraad is dan ook van oordeel dat alle samengevoegde feiten, deze ten genoege van recht zijn bewezen, dat deze feiten op ernstige wijze de beginselen aantasten van waardigheid, rechtschapenheid en kiesheid die aan het beroep van advocaat ten grondslag liggen en een behoorlijke beroepsuitoefening moeten waarborgen.
De tuchtraad concludeert dat enkel een verwijdering uit de advocatuur een gepaste maatregel is zodat aan de advocaat de tuchtsanctie van schrapping moet worden opgelegd.
Lees ook deze beslissing
TB-0226-2019: Beslissing 11 februari 2020
Baliebijdrage
Medewerking stafhouder / balie
Schulden
Derdengelden / derdenrekening
Schrapping