Voorzitter op vrijdag: "Inzetten op educatieve communicatie, digitalisering en alternatieve geschillenoplossing, daarin valt nog bijzonder veel te winnen"
- Onafhankelijkheid
- Belangenvermenging
- Hoedanigheid advocaat
- Hoedanigheid privépersoon
- Schorsing drie maanden waarvan 1/2 met uitstel gedurende drie jaar
- De kosten
De advocaat zou tekort zijn geschoten in zijn plicht tot onafhankelijkheid ten overstaan van zijn cliënten door een actieve rol te hebben gespeeld in het organiseren van een belangenvermenging door
- samen met de cliënten een onroerend goed in onverdeeldheid aan te kopen,
- door via zijn patrimoniumvennootschap waarvan hij de zaakvoerder was, 25% van een handelseigendom te verkopen aan zijn cliënten,
- en door een bedrag van 133.500 EUR ten titel van lening ter beschikking te stellen van zijn cliënten.
De advocaat laat onterecht gelden dat er verjaring is ingetreden. Bovendien laat hij onterecht gelden dat de tuchtvervolging, in toepassing van art. 6 EVRM, onontvankelijk of niet toelaatbaar is, bij gebrek aan essentiële vermeldingen in de door de stafhouder geformuleerde beschuldiging; minstens zou dit ontbreken de tuchtvervolging ongegrond maken. De in de dagvaarding omschreven tenlastelegging verwijt de advocaat dat hij tekort is geschoten aan zijn plicht tot onafhankelijkheid ten overstaan van zijn met naam genoemde cliënten-klagers. Meer in het bijzonder heeft hij een actieve rol gespeeld in het organiseren van een belangenvermenging. Deze tenlastelegging wordt gespecificeerd door drie concrete feiten die zeer precies omschreven zijn naar tijdstip en concrete feitelijke omstandigheden op deze tijdstippen waarin de advocaat aan zijn plicht tot onafhankelijkheid zou zijn tekort geschoten door een actieve rol te hebben gespeeld in het organiseren van tegenstrijdig belangen. De feiten zijn derhalve voldoende naar aard en tijdstip omschreven zodat zij voldoende precies zijn om de advocaat toe te laten zich ten volle te verdedigen. Van enige onontvankelijkheid of ontoelaatbaarheid van de tuchtvervolging is geen sprake.
Handelingen die een advocaat stelt als privépersoon kunnen wel degelijk aanleiding geven tot een beoordeling door een tuchtcollege. Het is enerzijds duidelijk dat hij voor de klagers hun advocaat was, terwijl anderzijds het louter feit dat handelingen gesteld worden in hoedanigheid van zaakvoerder van een eigen patrimoniumvennootschap of als privépersoon, de advocaat er niet van ontslaat te waken over de gebeurlijke impact van deze handelingen op zijn positie als advocaat en op zijn deontologische verplichtingen. De advocaat is onmiskenbaar tekort geschoten in zijn plicht tot onafhankelijkheid.
Als tuchtsanctie wordt een schorsing van drie maanden opgelegd waarvan de uitvoering voor de helft wordt uitgesteld voor een duur van drie jaar. Bovendien wordt hij veroordeeld tot betaling van de kosten van € 415.
Beslissing
Lees ook deze beslissing
TAG-218: Beslissing 20 februari 2013
Belangenconflict
Onafhankelijkheid
Heropening debatten