Ga verder naar de inhoud

TAG-169: Beslissing 13 juli 2011

Merve Köse

Jurist deontologie
Merve Köse

Deel dit artikel

  • Eigen berechting
  • Cliënt in staat van faillissement
  • Reglement samenwerkingsverbanden
  • Terugvordering t.a.v. van cliënt
  • Verzwijgen van informatie tegenover stafhouder
  • In bezit houden van verdachte goederen
  • Niet spontaan terugtrekken uit zaak ondanks onafhankelijkheid in gedrang
  • Depot van verdachte goederen op baliesecretariaat
  • Geen gevolg aan injunctie stafhouder
  • Niet doorstorten derdengelden
  • Onbereikbaar zijn
  • Niet (tijdig) overdragen dossier aan opvolger
  • Niet-transparante afrekening
  • Oneigenlijk gebruik derdenrekening
  • Reglement verhandeling gelden van derden of cliënten
  • Schorsing 3 maanden waarvan 15 kalenderdagen effectief en het overige met uitstel voor 3 jaar en onder voorwaarden

De advocaat kan slechts derdengelden behouden als ereloon, provisie of terugbetaling van kosten nadat hij de cliënt daarvan schriftelijk in kennis heeft gesteld.

Bij uitstek van een advocaat mag worden verwacht dat hij op een rechtmatige wijze handelt. Dit doet hij niet door aan eigen berechting te doen door zijn staat van kosten en erelonen in te vorderen met gelden die toebehoorden aan de failliete boedel. Nu de cliënt in staat van faillissement was verklaard, ontstond namelijk samenloop tussen de schuldeisers, doch door de gelden in te houden, werd deze samenloop doorbroken.

De oprichting van een samenwerkingsverband moet schriftelijk gebeuren. In casu was dit niet het geval en is het aldus onregelmatig opgerichte samenwerkingsverband te aanzien als een onregelmatige groepering. Bovendien kan een advocaat die in een groepering werkzaam is, niet als raadsman van één van de leden van die groepering optreden wat in casu wel gebeurde.

Het opstarten van een procedure tegen zijn cliënt om terugvordering te eisen van een door de advocaat voorgeschoten afkorting in een zaak die hij eerder voor die cliënt behandeld had, evenwel zonder dat hij hiertoe mandaat had of dat hiervoor een aanleiding of reden bestond, maakt geen tuchtrechtelijk vergrijp uit.

Zelfs in de veronderstelling dat het tot de taak van de stafhouder zou behoren om aan advocaten advies te verstrekken hoe zij precies dienen te handelen in een gerechtelijke procedure, staat vast dat de advocaat in zijn brief aan de stafhouder een onvolledig relaas weergaf en er dus zelfs mogelijk op gericht was een advies van de stafhouder uit te lokken dat zou worden gegeven zonder kennis van alle elementen van het dossier, minstens een dergelijk gevolg had kunnen hebben.

Waar een advocaat niet verantwoordelijk kan worden gesteld voor de onbezonnen handeling van zijn cliënte om ongevraagd goederen op het kantoor van zijn advocaat af te zetten, geldt dat niet voor de advocaat zelf. De advocaat dient de goederen, die toebehoren aan een (gewezen) cliënte of aan derden, niet af te zetten op het secretariaat van de Orde. De weigering bovendien om gevolg te geven aan het bevel van de stafhouder om de goederen op te halen, maakt een ernstige miskenning uit van het respect, verschuldigd aan het hoofd van de Orde. Dergelijke houding is manifest strijdig met de waardigheid van het beroep.

Zowel het opstellen van tijdige, transparante en correcte afrekeningen aan de cliënt als het onverwijld gevolg geven aan bevelen van de stafhouder zijn essentieel voor de goede werking en de goede faam van de advocatuur.

De gelden die de advocaat ontvangt en die bestemd zijn voor cliënten moeten binnen de kortste tijdspanne overmaakt worden aan de cliënten. Het staat echter onomstotelijk vast dat de advocaat de gelden, toegekomen op zijn derdenrekening, niet onverwijld heeft doorgestort aan de cliënt, aan wie ze toekwamen. De omstandigheid dat mogelijkerwijze nog afrekeningen dienden te worden opgemaakt aan de cliënte in dit en/of andere dossiers kan een verklaring zijn voor één en ander doch zeker geen verschoning. Als de advocaat de gelden geheel of gedeeltelijk had willen inhouden als provisie of ereloon had hij binnen de in het reglement bedoelde korte tijdspanne moeten handelen en ereloonstaten opstellen.

De informatieplicht van de advocaat naar zijn cliënt is essentieel. Hij dient zijn cliënt diligent en binnen redelijke termijn te informeren over het verloop van zijn dossier. Dat geldt a fortiori wanneer de cliënt herhaaldelijk om deze informatie vraagt.

Het spoedig overmaken van dossiers aan de opvolgende confraters is een essentieel kenmerk van de deontologie tussen de advocaten. Bedoelde deontologische regel behoedt de cliënt ten andere ook voor schade (door tijdverlies) ingevolge zijn keuze een andere raadsman te raadplegen. De tuchtoverheid van de advocaat dient erop toe te zien dat de belangen van de rechtszoekende niet worden geschaad door de weigering van de advocaat het dossier over te maken.

De derdenrekening is een financiële rekening die virtueel steeds een saldo van € 0,00 moet vertonen: alles wat op deze derdenrekening wordt gestort, moet onverwijld worden doorgestort naar diegene die er recht op heeft. Alleen zo zijn de fondsen van de derden en cliënten behoorlijk beschermd en wordt een daadwerkelijke controle door de tuchtoverheid mogelijk.

In hoofde van de advocaat wordt een verregaande onverschilligheid vastgesteld in zijn houding tegenover de deontologische regels. De houding van de advocaat is nadelig voor het imago van de hele advocatuur en kan geenszins worden getolereerd.

Bovendien is het afwenden van derdengelden voor de betaling van private schulden een van de zwaarste deontologische inbreuken. Naast een schending van het ter zake geldende reglement gaat het om een inbreuk op de drie belangrijke en fundamentele beginselen, die een advocaat steeds in acht dient te nemen, te weten de waardigheid, de rechtschapenheid en kiesheid. De tuchtraad houdt ook rekening met het feit dat 6 maanden na het opstarten van het tuchtonderzoek, door de advocaat opnieuw voor meer dan 15.000 EUR private opnames van de derdenrekening zijn geschied.

Anderzijds werd door de verdediging uiteengezet dat de advocaat zich in de zomer van 2010 residentieel heeft laten behandelen voor een medisch probleem, dat intussen kennelijk zou verholpen zijn. De tuchtraad stelt ook vast dat het met instemming van de advocaat ingestelde systeem van dubbele handtekeningbevoegdheid op zijn derdenrekening tot op heden naar behoren functioneert. De advocaat werd nooit eerder tuchtrechtelijk veroordeeld. De toestand m.b.t. de derdenrekening werd intussen geregulariseerd in die zin dat geen derdengelden meer vermengd zijn met het privévermogen van de advocaat.

Teneinde te vermijden dat de werking van het kantoor van de advocaat verder in het gedrang komt, acht de tuchtraad het passend om de sanctie van schorsing van 3 maanden, bij toepassing van artikel 460, voorlaatste lid Ger. W. voor het grootste gedeelte (gedeelte dat de 15 kalenderdagen overschrijdt) uit te stellen voor een termijn van drie jaar. Aan deze gunst van het uitstel worden echter twee bijzondere voorwaarden gekoppeld die van aard zijn om een garantie te bieden dat de problematiek, inzonderheid deze van derdengelden, zich niet opnieuw manifesteert. Door de gunst van het uitstel wordt aan de advocaat een allerlaatste kans geboden om zich te conformeren aan de tussen advocaten geldende deontologische regels.

Nog vragen? Onze specialisten ter zake

Ontdek alle medewerkers

Merve Köse

Jurist deontologie

Gerelateerd nieuws

Deze berichten verschenen recent:
Deontologie

Inzicht in nationale risicoanalyse witwaspreventie

De Cel voor Financiële Informatieverwerking (CFI) heeft de nationale risicoanalyse over witwassen van geld, financiering van terrorisme en de proliferatie van massavernietigingswapens samengevat voor alle entiteiten die onder de witwaspreventiewet vallen. Deze samenvatting is daarom ook van belang voor advocaten. Ze biedt u een goed inzicht in de actuele risico’s, waardoor u uw eigen risicoanalyses daarop kunt afstemmen.

Meer lezen
Deontologie Podcast

Podcast Ten Gronde: F*Q deontologie

In een boeiende aflevering van de podcast Ten Gronde, gemodereerd door bestuurder Jan Meerts, wordt de deontologie kritisch in vraag gesteld, met een focus op de veranderende landschappen van ethiek en praktijk. Mr. Eva Raepsaet, stafhouder Luk Delbrouck en vice-stafhouder Frank Judo betreden de arena om te debatteren over de ethiek en de grenzen van het beroep.

Deze podcast biedt een unieke kans om diepgaand inzicht te krijgen in de ethiek en de moderne ontwikkelingen van het beroep. Luister alsof u er zelf bij was!

Meer lezen
Deontologie Rechten van de mens

Het Federaal Instituut voor de Rechten van de Mens: een steun voor klokkenluiders

Recente wetten versterken de bescherming van klokkenluiders in Belgische privébedrijven en de federale publieke sector. Deze wetten, voortkomend uit een Europese richtlijn, bieden niet alleen bescherming maar ook diverse vormen van ondersteuning via het onafhankelijke Federaal Instituut voor de Rechten van de Mens (FIRM). Advocaten en advocatenkantoren die geïnteresseerd zijn in de verdediging van klokkenluiders worden opgeroepen om zich bij het FIRM te melden.

Meer lezen
Deontologie Fiscaal recht

Nieuwjaarsgeschenk van het Grondwettelijk Hof

Het Grondwettelijk Hof heeft op 11 januari 2024 opnieuw het beroepsgeheim van de advocaat beschermd in een bevestiging van zijn eerdere DAC6-rechtspraak. Ditmaal handelen de arresten over de omzettingsregelgeving op federaal niveau en op het niveau van de Franstalige Gemeenschap, het Waalse Gewest en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.

Meer lezen
Deontologie

Individueel e-mailadres voortaan verplicht

Advocaten moeten vanaf nu bereikbaar zijn via een (individueel) e-mailadres. Dat besliste onze algemene vergadering.

Meer lezen
Deontologie

OVB waarschuwt voor platform 'starofservice.be'

Het platform “starofservice.be” beweert via het internet vragers en aanbieders van ‘diensten’ met elkaar in contact te brengen. Er is ernstige twijfel over het bonafide karakter ervan, zodat de OVB elke samenwerking afraadt. Samenwerking kan bovendien zware deontologische inbreuken opleveren.

Meer lezen
Tucht

Onrechtmatig verzet niet langer mogelijk in procedures zoals in tucht

Onze algemene vergadering keurde op 8 februari 2023 een wijzigingsreglement goed dat voortaan (onder meer) de mogelijkheid biedt aan de raad van de Orde om verzet in procedures zoals in tucht ongedaan te verklaren. Dat reglement trad recent in werking.

Meer lezen
Deontologie Fiscaal recht

Het Grondwettelijke Hof verdedigt opnieuw ons beroepsgeheim bij DAC6

Het Grondwettelijke Hof heeft vandaag opnieuw uitspraak gedaan met betrekking tot een Vlaams decreet dat de administratieve samenwerking op het gebied van belastingen regelt. Het Hof respecteert opnieuw het beroepsgeheim van ons beroep.

Meer lezen
Deontologie Witwaspreventie

OVB waarschuwt voor opleiding witwaspreventie door SwiftSkills

We vernamen dat SwiftSkills, een e-learning platform, advocaten via een misleidend e-mailbericht aanspoort om deel te nemen aan een opleiding over hun verplichtingen onder de wet van 18 september 2017 ‘tot voorkoming van het witwassen van geld en de financiering van terrorisme en tot beperking van het gebruik van contanten’ (WPW).

Meer lezen