Voorzitter op vrijdag: "Inzetten op educatieve communicatie, digitalisering en alternatieve geschillenoplossing, daarin valt nog bijzonder veel te winnen"
- Ontvangen van ereloon ondanks juridische tweedelijnsbijstand in volledige kosteloosheid
- Vermoeden van onvermogen in hoofde van gedetineerde
- Gedetineerde cliënt solvabel
- Ongevraagde versus gevraagde betaling
- Schorsing 15 dagen met uitstel gedurende drie jaar onder voorwaarde geen nieuwe tuchtsanctie
De advocaat trad op voor een gedetineerde in wiens hoofde het vermoeden van onvermogen bestaat zodat hij bij gelegenheid van de consultatie een aanvraag ondertekende om kosteloze tweedelijnsbijstand te bekomen. Deze werd verkregen en het dossier werd afgesloten. Vervolgens, op niet nader bepaalde datum, consulteerde de gedetineerde de advocaat opnieuw in verband met twee andere dossiers die niets te maken hadden met de zaak-voorwerp van het BJB-dossier. Daarvoor werd geen kosteloze tweedelijnsbijstand aangevraagd nu de advocaat wist dat de cliënt solvabel was. Via een mevrouw ontving de advocaat voor deze zaken een provisie van in totaal 1.800 euro. Hij zou niet zelf om deze provisies hebben gevraagd. De tuchtraad acht deze uitleg evenwel op basis van het dossier ongeloofwaardig en sluit uit dat de betalingen ongevraagd gebeurden.
De tuchtraad acht bewezen dat een parallelle betaling werd gevraagd aan een cliënt voor wie hij een aanvraag voor kosteloze tweedelijnsbijstand heeft ingediend en dus plichtig is aan het hem ten laste gelegde feit.
De tuchtraad tilt zwaar aan de gepleegde inbreuk, die het vertrouwen in de advocatuur en haar imago ernstig schaadt en het systeem van de kosteloze rechtsbijstand ondermijnt. De houding die aangenomen wordt naar aanleiding van de klacht van de cliënt en diens nieuwe raadsman en de tussenkomst van de stafhouder, evenals voor de tuchtraad, getuigt bovendien van een volgehouden onwil om waarheidsgetrouw en rechtschapen te zijn en van een totaal gebrek aan schuldinzicht. De wijze waarop gevolg gegeven werd aan het verzoek van de tuchtraad om een overzicht van zijn prestaties en zijn eindstaten in de zogenaamd betalende dossiers over te leggen is ter zake illustratief.
Een strenge beteugeling met een schorsing van 15 dagen dringt zich op. Gelet op het straffeloos verleden van de advocaat wordt hem een uitstel van tenuitvoerlegging verleend gedurende een termijn van drie jaar met als voorwaarde dat hij in deze termijn geen nieuwe tuchtsanctie zal oplopen.