Beroepsgeheim mag niet volledig worden uitgesloten in fiscale zaken
- Strafrechtelijke feiten/veroordeling
- Witwas
- Schrapping
De advocaat wordt vervolgd nadat hij – in eerste aanleg - strafrechtelijk is veroordeeld voor fiscale valsheid, witwas, fiscale fraude in de inkomstenbelasting en BTW-fraude. De inkomsten die verdoezeld werden, zijn zeer aanzienlijk.
Zijn verzoek om de tuchtzaak uit te stellen tot na de afhandeling van het hoger beroep in de strafzaak wordt niet ingewilligd. Een deel van de feiten onderliggend aan de strafrechtelijke tenlasteleggingen wordt immers niet betwist. De tuchtraad oordeelt i.v.m. de feiten van structurele fiscale fraude voldoende geïnformeerd te zijn en dat er geen aanleiding bestaat om de behandeling van het tuchtrechtelijk geschil op te schorten.
De tuchtraad stelt vast dat inhoudelijk geen werkelijk verweer wordt gevoerd wat betreft de tuchtrechtelijke schuld ingevolge structurele fiscale fraude.
De tuchtraad overweegt dat gezien de omvang van de ontdoken bedragen de maatschappelijke relevantie van dergelijke situatie voor de beroepsgroep van de advocatuur kan niet overschat worden en dat de omvang van de privéschuldenlast maakt de advocaat ook manifest kwetsbaar is in zijn beroepsuitoefening.
Gelet op dergelijke langdurige en aanzienlijke fraude (en de gevolgen ervan) dringt de zwaarste sanctie van schrapping zich op.
- De advocaat tekende tegen deze beslissing hoger beroep aan. De procedure is lopende.